4.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 (belaging ex-vrouw).
De rechtbank acht bewezen dat verdachte in de periode van 1 maart 2019 tot en met 26 maart 2019 een baken onder de auto van aangeefster [slachtoffer 1] , heeft geplaatst, aangeefster heeft gevolgd, zich heeft opgehouden bij haar werk, haar heeft gebeld, haar familie en vrienden heeft benaderd en haar heeft bedreigd.
Uit de bewijsmiddelen volgt het volgende. Aangeefster had op 18 maart 2019 in [plaats] een woning-bezichtiging. Ze had dat alleen aan haar moeder verteld, omdat zij niet wilde dat verdachte zou weten waar ze mogelijk ging wonen. Een vriendin van aangeefster krijgt op 18 maart 2019 een WhatsApp bericht van verdachte met de vraag wat aangeefster in [plaats] doet. Op advies van de politie laat aangeefster daarop haar auto controleren in de garage (Kwik Fit) en daar blijkt dat er een gps-tracker (een baken) in haar auto was geplaatst die bevestigd was met twee magneten. Op 18 maart 2019 wordt aangeefster gebeld door verdachte met een onherkenbaar nummer op het moment dat de wijkagent bij haar is. Via de speaker hoort de wijkagent dat verdachte aan aangeefster vraagt wat ze deed bij Kwik Fit. Als aangeefster vraagt hoe verdachte weet dat zij bij Kwik Fit is geweest zegt hij: “
Ik weet dat gewoon. Ze hebben het gevonden toch?” Als aangeefster vraagt wat hij bedoelt zegt verdachte: “
Je weet het wel, ze hebben het zeker gevonden. Zeg het maar gewoon.”
Verdachte blijkt op 9 februari 2019 in het kader van een alcoholcontrole te zijn gecontroleerd toen hij als bestuurder in een Audi A3 reed. Tijdens deze controle zag de verbalisant een ‘plakbaken’ in het voertuig liggen. Dit baken zat in een waterdicht kistje met aan de onderzijde twee sterke magneten.
Uit de verklaringen van aangeefster, de getuigenverklaringen van haar moeder, [naam moeder] , en haar vriend(innen) [vriendin 1] , [vriendin 2] en [vriendin 3] , volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte aangeefster veelvuldig heeft gebeld, dat hij zich heeft opgehouden bij haar werk, vrienden en familie van aangeefster heeft benaderd en aangeefster heeft bedreigd. Uit onderzoek naar de telefoonnummers van aangeefster zowel privé als op haar werk is gebleken dat aangeefster in een tijdsbestek van drie weken honderden keren is gebeld door twee telefoonnummers die volgens de moeder van aangeefster door verdachte werden gebruikt.
Ten aanzien van feit 2 (belaging ex-vrouw).
Op basis van de verklaringen van aangeefster, haar moeder, haar vriendin [vriendin 1] en [naam 1] acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de periode van 1 juli 2018 tot en met 15 december 2018 aangeefster heeft belaagd door een baken, een gps-tracker, onder de auto waarvan aangeefster gebruikt maakte te plaatsen, dat verdachte het emailaccount en de Snapchataccount van aangeefster heeft gehackt, haar heeft gevolgd en zich heeft opgehouden bij haar werk en dat hij haar heeft bedreigd.
Uit deze verklaringen blijkt ook dat een kennis van aangeefster een GPS baken onder haar auto heeft gevonden. Een soortgelijk baken is op 9 februari 2019 in de auto waarin verdachte als bestuurder reed door de politie aangetroffen. Verder blijkt uit de verklaring van moeder dat zij gehoord heeft dat verdachte aangeefster vroeg of zij de GPS had gevonden en dat het ‘één van de velen’ was.
Dat verdachte het emailadres en snapchataccount van aangeefster heeft gehackt volgt uit de melding dat het emailadres van aangeefster is veranderd in [e-mail adres] , waarvan verdachte heeft verklaard dat dit zijn mailadres is. Verdachte heeft aangeefster op 7 december 2018 een berichtje laten lezen op een telefoon waarmee alleen berichten verzonden konden worden, waarin stond dat hij 10K voor het doden van haar en zijn vrienden [vriend 1] en [vriend 2] heeft betaald. Verdachte heeft toen tegen aangeefster gezegd dat hij de opdracht voor haar zou intrekken als zij weer als gezin zouden gaan leven maar dat het voor [vriend 1] en [vriend 2] onomkeerbaar was. - Getuige [naam 1] heeft verklaard dat verdachte inderdaad een dergelijke telefoon heeft gehad. Op 9 februari 2019 is naast het baken een oplader van een BQ telefoon aangetroffen in de auto waarin verdachte als bestuurder reed. Met telefoons van dit merk kunnen versleutelde berichten worden verstuurd.
Uit de aangifte van 29 september 2018 en de verklaring van [vriendin 1] blijkt dat verdachte zich dagelijks ophoudt bij het werk van aangeefster en dat hij haar veelvuldig belt.
Ten aanzien van feit 3 (witwassen).
Verdachte heeft over de aan hem ten laste gelegde geldbedragen en goederen verklaard dat de geldbedragen/contante stortingen en het geld voor de Mercedes afkomstig waren van zijn ex-schoonvader. Verdachte heeft voorts verklaard dat de aangetroffen Rolex horloges, de luxe kleding en schoenen en de Luis Vuitton tas niet van hem zijn. Over de Piaggio driewieler heeft verdachte verklaard dat die wel van hem is.
De eerste vraag die moet worden beantwoord is of en zo ja welke voorwerpen van misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank merkt hierbij op dat het niet vereist is dat een voorwerp afkomstig is uit een
nauwkeurig aangeduidmisdrijf. Wel is vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit
enigmisdrijf. Om dit te beoordelen hanteert de rechtbank het volgende toetsingskader:
- Op basis van de feiten en omstandigheden dient een vermoeden van witwassen te worden vastgesteld,
- Indien er een vermoeden van witwassen is vastgesteld mag vervolgens van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de voorwerpen, in de onderhavige zaak de goederen, de geldbedragen/contante stortingen.
- Deze verklaring moet concreet, min of meer verifieerbaar en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk zijn.
- Als verdachte een dergelijke verklaring geeft dient het openbaar ministerie daarnaar onderzoek te doen.
- Uit de resultaten van het onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Als op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen de voorwerpen en een
concreetmisdrijf, dient te worden beoordeeld of bewezen kan worden dat de voorwerpen van
enigmisdrijf afkomstig zijn. Van bewijs voor ‘enig misdrijf is sprake indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Verdenking witwassen
Uit de bewijsmiddelen volgt dat er tijdens de doorzoeking op 23 april 2019 van de woning van verdachte de volgende voorwerpen zijn aangetroffen:
-aankoopbewijzen van dure kleding en Rolex horloges;
-een afschrift van een opname van geld (60.000 MAD) van een Marokkaanse bankrekening op naam van [verdachte] ,
-een Louis Vuitton tas en
-een Audi S3 autosleutel en kentekenbewijs ( [kenteken] ).
De betreffende auto stond in de parkeergarage van het appartementencomplex waarin de woning van verdachte zich bevindt. De Audi S3, met kenteken [kenteken] , staat blijkens het RDW-register op naam van de vader van verdachte.
Uit onderzoek blijkt dat verdachte tweemaal is aangetroffen op Schiphol, op weg naar Marokko, met telkens een groot bedrag (van rond de € 10.000) cash geld op zak. Uit nader onderzoek naar de bankrekeningen van [verdachte] bleek onder andere dat er diverse hoge bedragen zijn gestort door een familielid van verdachte en een vriend. Tevens is gebleken dat er contante stortingen ter hoogte van 22.010 euro zijn gedaan in de periode van 17 januari 2017 tot en met 5 oktober 2018.
Op grond van voorgaande is sprake van een vermoeden van witwassen door verdachte.
Verklaring verdachte over de herkomst
Verdachte heeft verklaard dat hij loon ontving van zijn werk in de bars en het hotel van zijn schoonvader,
[naam schoonvader] . Als bonus ontving hij 10.000 euro cash per maand, hetgeen volgens verdachte het contante geldbedrag dat bij hem op Schiphol is aangetroffen verklaart.
Verdachte heeft ontkend dat hij een bankrekening heeft in Marokko.
De contante stortingen op zijn rekening in Nederland zijn afkomstig van zijn ex-schoonvader. Deze zou hem naast zijn gewone loon ook grote contante bedragen hebben gegeven. De boekhouding van het bedrijf van zijn schoonvader zou door deze worden gemanipuleerd met behulp van een USB-stick.
Verdachte heeft, volgens eigen zeggen, alleen de Piaggio-driewieler aangekocht. De Audi S3 is van zijn vader en ter zitting heeft verdachte verklaard dat de Mercedes is aangekocht met verzekeringsgeld dat hij cash heeft ontvangen van zijn ex-schoonvader. Volgens verdachte heeft aangeefster de Rolex horloges aangeschaft en er één aan hem gegeven. De bonnen van luxe kleding en schoenen waren van vrienden die de betreffende kleding en schoenen hadden gekocht en bij verdachte thuis hadden aangetrokken waarna zij de bonnen bij verdachte hadden achtergelaten. De Luis Vuitton tas is van een vriend. In de tas zitten persoonlijke spullen van die vriend zoals een foto van zijn kind.
Nader onderzoek
Naar aanleiding van de verklaring van verdachte heeft de politie onderzoek gedaan, onder andere naar de door verdachte overgedragen USB-stick waaruit zou blijken dat zijn schoonvader de omzet terugzette. Ook zijn er nadere getuigenverhoren geweest bij de rechter-commissaris.
Uit het nadere onderzoek van de politie en de getuigenverhoren zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat verdachte inkomsten heeft verkregen door cash bonussen van zijn ex-schoonvader. Zijn ex-schoonvader, [naam schoonvader] , ontkent ook dat hij dergelijke bedragen ooit cash of anders aan verdachte heeft uitbetaald.
Bij de doorzoeking in de woning van verdachte is een bankafschrift aangetroffen betreffende een opname van 60.000 MAD van een Marokkaanse rekening op naam van [verdachte] . Tevens wordt in 2016 en 2017 bij verdachte een groot cash geldbedrag aangetroffen op Schiphol als verdachte onderweg is naar Marokko, waarvan alleen het bedrag dat in 2017 is aangetroffen ten laste is gelegd. Dit bedrag kan niet verklaard worden uit de legale inkomsten van verdachte. Tevens komt het gegeven dat tweemaal op Schiphol een groot bedrag aan contanten bij verdachte is aangetroffen terwijl hij op weg was naar Marokko niet overeen met de verklaring van verdachte, die verklaart dat hij slechts eenmaal met een groot geldbedrag naar Marokko is gegaan.
Ten aanzien van de Audi S3 met kenteken [kenteken] blijkt uit politiemutaties dat verdachte veelvuldig in deze Audi als bestuurder werd gezien. De verzekering staat op naam van verdachte en de autosleutel, het kentekenbewijs van de auto en de auto zelf zijn bij verdachte thuis (de auto in de parkeergarage van het appartementencomplex) aangetroffen. Uit de telefoongegevens van verdachte blijkt dat hij de verkoper van deze Audi heeft aangeschreven met de mededeling dat hij de auto met cash geld wilde kopen. Getuige [naam moeder] heeft verklaard dat de auto van verdachte was.
Gelet op deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte gezien moet worden als de feitelijke eigenaar van de Audi A3 en dat hij dit, door de auto op naam van zijn vader te zetten, heeft verhuld.
Volgens het RDW-register heeft de Mercedes, met het kenteken [kenteken] , op naam van verdachte gestaan. De Piaggo met kenteken [kenteken] staat op naam van verdachte, die heeft verklaard dat de betaling voor deze motor giraal heeft plaatsgevonden. Tijdens het politieonderzoek is er geen overschrijving gevonden ter hoogte van het genoemde aankoopbedrag.
Uit onderzoek is gebleken dat de aankoop van de Luis Vuittontas terug te vinden is in de bankafschriften van verdachte. Niet is gebleken dat de tas tijdens de inbeslagname persoonlijke spullen (foto van een kind) van iemand anders bevatte. De vriend van wie de Luis Vuittontas volgens verdachte zou zijn is benaderd door de politie maar heeft geen verklaringen willen afleggen.
Verdachte heeft verklaard dat ook de overige de luxe goederen en de aankoopbonnen van die goederen, niet van hem zijn maar van vrienden of van zijn ex-vrouw (Rolex-horloges).
De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig nu de aankoopbonnen gestapeld in een la in de woning van verdachte zijn aangetroffen. Op de telefoon van verdachte zijn foto’s van hem aangetroffen waarop te zien is dat hij kostbare Rolex-horloges draagt en ook uit verschillende mutaties van de politie blijkt dat verdachte een duur horloge draagt als hij staande wordt gehouden in zijn auto. [slachtoffer 1] heeft meerdere malen verklaard dat verdachte de horloges kocht en dat zij slechts eenmaal een horloge van hem heeft gekregen. Van de Rolex-horloges, aanschafwaarde gemiddeld vanaf enkele duizenden euro’s, is gebleken dat deze allen contant zijn afgerekend.
Conclusie
Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat de verklaring van verdachte, inhoudende dat hij cash grote geldbedragen van zijn ex-schoonvader heeft gekregen die het voorhanden hebben van de ten laste gelegde geldbedragen, de Mercedes en de Piaggio driewieler zouden kunnen verklaren, niet door de bewijsmiddelen in het dossier wordt ondersteund. Verdachte heeft geen openheid van zaken gegeven en lijkt zijn verklaring later te hebben aangepast aan de inhoud van het dossier. De verklaring van verdachte is niet voldoende verifieerbaar en voor zover deze wel kon worden geverifieerd kan op grond daarvan niet met voldoende mate van zekerheid worden uitgesloten dat het geld, de Mercedes en de Piaggio een legale herkomst hebben. De ontkenning van verdachte dat hij meerdere dure horloges, luxe kleding en schoenen voorhanden zou hebben gehad, acht de rechtbank niet geloofwaardig.
De rechtbank vindt dan ook bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van voorwerpen, te weten de aan hem ten laste gelegde geldbedragen en contante stortingen, de Mercedes, de Rolex horloges, de Piaggio driewieler en de luxegoederen, door deze geldbedragen en goederen te verwerven, voorhanden te hebben, over te dragen en er gebruik van te maken.
Ten aanzien van feit 4 (mishandeling van ex-vrouw).
De rechtbank baseert het bewijs voor de mishandeling van [slachtoffer 1] op de aangifte van 18 maart 2019 waarin aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar keihard met haar hoofd op het granieten aanrecht heeft geduwd en bij haar armen heeft gepakt. De getuigenverklaring van de moeder van aangeefster, die zij heeft afgelegd bij de politie en de rechter-commissaris, waaruit volgt dat aangeefster volledig overstuur was, ondersteunt deze aangifte. De aangifte wordt tevens ondersteund door de getuigenverklaring van [vriendin 1] , dat zij van aangeefster heeft gehoord dat verdachte haar heeft mishandeld, dat zij heeft gezien dat aangeefster blauwe plekken en een dik oog had en dat zij daarvan een foto heeft gemaakt die zich in het dossier bevindt.
Ten aanzien van feit 5 (belaging ex-vrouw).
De rechtbank acht bewezen dat verdachte in de periode 15 tot en met 22 april 2019 zich schuldig heeft gemaakt aan de belaging van [slachtoffer 1] door zich bij haar nieuwe woning op te houden in [plaats] en de voordeur van die woning te beschadigen. De rechtbank acht dit feit bewezen op basis van de aangifte, foto’s van de voordeur die zich in het dossier bevinden en een proces -verbaal van bevindingen waaruit blijkt dat volgens het GPS-systeem in de Audi van verdachte deze auto meerdere malen in de ten laste gelegde periode, ook in de nachtelijke uren, bij het nieuwe adres van aangeefster tot stilstand komt.
Ten aanzien van zaak B feit 1 en 2 (mishandeling en bedreiging zus).
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zijn zus [slachtoffer 2] heeft mishandeld en bedreigd op 30 april 2016. De rechtbank gaat voor het bewijs uit van de aangifte en de getuigenverklaring van [naam 2] , die direct na het incident zijn opgenomen. De getuigenverklaring van [slachtoffer 2] , die zij ter zitting heeft afgelegd, geeft de rechtbank geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen.