ECLI:NL:RBAMS:2019:8712

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 november 2019
Publicatiedatum
20 november 2019
Zaaknummer
13-997030-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal en verduistering, bewezenverklaring van valsheid in geschrift met betrekking tot vrachtbrieven

Op 20 november 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal en verduistering van een lading King Crab en Snow Crab, evenals valsheid in geschrift door het vervalsen van vrachtbrieven. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 6 november 2019 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. F. Heus, en de raadsman, mr. M.A. Buntsma, aanwezig waren. De verdachte, geboren in 1978 en directeur van [bedrijf 5], werd beschuldigd van feitelijk leidinggeven aan de diefstal en verduistering van de lading, die op 24 april 2018 te Velsen-Noord zou hebben plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet opzet had op de diefstal of verduistering, en sprak hem vrij van deze beschuldigingen. Echter, de rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte wel degelijk verantwoordelijk was voor de valsheid in geschrift, aangezien hij zijn chauffeurs had geïnstrueerd om onjuiste gegevens op de vrachtbrieven in te vullen. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzettelijk had gehandeld door de verkeerde gegevens te laten invullen, waardoor de vrachtbrieven niet meer het doel konden dienen waarvoor ze waren bedoeld. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week, voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, en een geldboete van € 2.000,-. De benadeelde partij, [bedrijf 2], werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de verdachte voor het onder 1 ten laste gelegde werd vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/997030-18
Onderzoek: 26RedWing
Datum uitspraak: 20 november 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboortedag 1] op [geboortedag 2] 1978,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 november 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. F. Heus en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M.A. Buntsma, advocaat te Breda, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
1. primair: feitelijk leiding geven aan (het medeplegen van) diefstal van een lading King Crab en Snow Crab door middel van een valse sleutel, welke lading toebehoorde aan [bedrijf] , gepleegd op 24 april 2018 te Velsen-Noord;
1. subsidiair: het zelf (mede)plegen dan wel doen plegen van diefstal van een lading King Crab en Snow Crab door middel van een valse sleutel, welke lading toebehoorde aan [bedrijf] , gepleegd op 24 april 2018 te Velsen-Noord;
1. meer subsidiair: feitelijk leiding geven aan (het medeplegen van) verduistering van een lading King Crab en Snow Crab, toebehorende aan [bedrijf] , gepleegd op 24 april 2018 te Velsen-Noord;
1. meest subsidiair: (het medeplegen van) verduistering van een lading King Crab en Snow Crab, toebehorende aan [bedrijf] , gepleegd op 24 april 2018 te Velsen-Noord.
2. primair: het feitelijk leiding geven aan (het medeplegen van) valsheid in geschrift door het vervalsen van CMR’s, gepleegd op 25 april 2018 te Etten-Leur;
2. subsidiair: (het medeplegen van) valsheid in geschrift door het vervalsen van CMR’s, gepleegd op 25 april 2018 te Etten-Leur.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feiten en omstandigheden
Op 24 april 2018 werd bij de firma [bedrijf 2] te Velsen-Noord een grote lading diepgevroren King- en Snow Crab weggenomen. De eigenaar van de lading, [bedrijf] te Parijs (Frankrijk), had de lading gekocht van [bedrijf 3] te San Francisco (Amerika), die de lading vanaf 8 januari 2018 had laten opslaan in het vrieshuis van de firma [bedrijf 2] te Velsen-Noord. Nadat [bedrijf] opdracht had gegeven om de lading te transporteren naar Angers (Frankrijk), gaf het backoffice personeel van [bedrijf 2] via hun logistieke tak, [bedrijf 4] de opdracht om een transporteur te zoeken die genoemde lading naar Angers kon rijden. [1] Door [bedrijf 4] is een Spaanse transporteur gevonden die (een deel van) het transport zou verzorgen op 25 april 2018. [2]
Op 24 april 2018 meldden zich twee chauffeurs bij [bedrijf 2] , die de lading krab door middel van het noemen van de juiste laadreferenties claimden en meekregen. De chauffeurs bleken werkzaam voor [bedrijf 5] te Etten-Leur. De lading zou in opdracht van het Litouws transportbedrijf [bedrijf 6] in België zijn afgeleverd. [3] Op 14 mei 2018 is de lading in een vrieshuis in Pullheim (Duitsland) teruggevonden. [4] Verdachte is directeur/groot aandeelhouder van [bedrijf 5] . [5]
4.2.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat de referentie-/laadnummers op onrechtmatige wijze zijn verkregen en gebruikt om de ladingen in handen te krijgen, waardoor [bedrijf 5] . de ladingen kon meenemen. De strafrechtelijke betrokkenheid van [bedrijf 5] . en verdachte als feitelijk leidinggever kan worden bewezen. Verdachte heeft opzet gehad op de wederrechtelijke toeëigening van de partij King- en Snow Crab. Als bestuurder van [bedrijf 5] had hij feitelijk de leiding binnen het bedrijf. Uit het dossier blijkt van actieve en effectieve gedragingen waaruit volgt dat verdachte de transporten heeft aangestuurd.
Ten aanzien van het onder 2 primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte met zijn handelen een schijn van legaliteit van het transport en de aflevering in België heeft gecreëerd. De vrachtbrieven zijn door de chauffeurs ingevuld op aanwijzing van verdachte. Opzet kan aan de rechtspersoon worden toegerekend. Door het valselijk invullen van de CMR is er een vervoersovereenkomst tussen [bedrijf 2] en [bedrijf 6] gefingeerd, terwijl er tussen hun geen overeenkomst tot stand is gekomen. [bedrijf] is niet meer als rechthebbende op de CMR terug te vinden. Ook de eindbestemming Angers is daarop niet terug te vinden; in plaats daarvan is [bedrijf 7] te St Gilles Waas als bestemming vermeld op de CMR’s. [bedrijf 6] is ook nooit als vervoerder ingeschakeld voor deze ladingen. Verdachte moet hebben geweten wie de opdrachtgever was, omdat hij de originele CMR’s moet hebben gezien. Verdachte had contact met de afzender moeten opnemen over de wijziging van de ontvanger en het afleveradres.
Dat er nieuwe CMR’s moesten worden opgesteld ter vervanging van de originele vrachtbrieven omdat er ‘neutraal’ geladen en gelost zou moeten worden, is ongeloofwaardig, omdat bij neutraal laden en lossen de eigenaar niet wil dat de verkopende partij en/of het losadres bekend worden. In dit geval zijn deze gegevens wel op de valse CMR’s genoteerd.
4.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Het klopt dat verdachte kan worden aangemerkt als feitelijk leidinggever van [bedrijf 5] en ook dat hij degene is die dit transport heeft aangestuurd, maar verdachte heeft geen opzet gehad op de diefstal of verduistering van de lading krab. Verdachte heeft van meet af aan openheid van zaken gegeven. Verdachte heeft de partijen krab slechts willen vervoeren. De bedrijfsvoering van verdachte is hoogstens slordig te noemen en verdachte werkt niet altijd volgens de regels, maar opzet op de tenlastegelegde feiten ontbreekt. Het lijkt erop dat (het bedrijf van) verdachte is gebruikt om de krab weg te nemen en dat er sprake is van een ‘inside job’ bij [bedrijf 2] .
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde geldt dat verdachte niet opzettelijk valse gegevens op de CMR’s heeft laten invullen. Verdachte is transparant geweest en heeft naar eigen zeggen gedaan wat (volgens hem) vaste praktijk is in de transportwereld. Dat er onjuistheden zijn ingevuld op de CMR’s, maakt niet dat het daardoor vervalste documenten zijn geworden. De foutief ingevulde gegevens lijken voort te komen uit de onoordeelkundigheid van het personeel.
4.4.
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1.
Vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank acht niet bewezen wat onder 1 is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de stukken in het dossier kan worden gesteld dat verdachte onzorgvuldig en nalatig is geweest bij het accepteren en uitvoeren van de transportopdracht van ‘ [bedrijf 6] ’, maar de overtuiging ontbreekt dat verdachte oogmerk had op het wegnemen (stelen) van de ladingen King- en Snow Crab of dat hij (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op de verduistering daarvan. De rechtbank acht daarbij van belang het Whatsapp-bericht dat op 25 april 2018 door verdachte is verstuurd. Daarin staat dat in het geval de lading niet kan worden gelost in Sint Gilles Waas, in het slechtste geval moet worden gelost in Angers (Frankrijk). Dit betreft de eindbestemming volgens de CMR vrachtbrieven. Het voornoemde bericht impliceert dat verdachte zonodig bereid was te lossen in Angers. [bedrijf 5] was feitelijk betrokken bij de diefstal van de King- en Snow Crab, maar de rechtbank acht niet bewezen dat verdachte daar ook wetenschap van had.
4.4.2.
Het oordeel over het onder 2 primair ten laste gelegde
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 2 primair ten laste gelegde feit. Uit het verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg volgt dat CMR vrachtbrieven bepaalde informatie dienen te bevatten, zodat de controlerende instanties hun werk goed kunnen uitvoeren. Verdachte heeft zijn chauffeurs geïnstrueerd dan wel laten instrueren door een andere medewerker om bepaalde gegevens op de CMR vrachtbrief in te vullen, zo is door zijn chauffeurs verklaard. Daarmee heeft verdachte doelbewust de verkeerde gegevens laten invullen en staat vast dat hij opzettelijk heeft gehandeld. De oorspronkelijke opdrachtgever/afzender, vervoerder, ontvanger en bestemming zijn allemaal niet op de handgeschreven CMR vrachtbrieven terug te vinden. De werkelijke gegevens die voor de controlerende instanties van belang zijn kunnen hierdoor niet meer worden achterhaald. De CMR vrachtbrieven kunnen niet meer het daadwerkelijke doel dienen. Het ten laste gelegde kan worden bewezen. Verdachte kan als feitelijk leidinggever van [bedrijf 5] strafrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden.
Ten aanzien van het verweer van verdachte, dat er handgeschreven CMR vrachtbrieven zijn ingevuld omdat er neutraal moest worden gelost en geleverd, overweegt de rechtbank als volgt. Alleen de originele opdrachtgever kan bepalen dat een levering neutraal moet worden geladen en geleverd. De originele CMR (van [bedrijf 2] ) geeft geen blijk van een neutrale levering. Verdachte heeft dit ook niet bij de originele opdrachtgever nagevraagd. Het verweer wordt verworpen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in bijlage 2 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
2. (
primair)
[bedrijf 5] op 25 april 2018 te Etten-Leur, geschriften, bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten twee CMR vrachtbrieven met betrekking tot 21 pallets met 480 dozen en 19 pallets met 452 dozen King Crab en Snow Crab (zie p. 232-233) heeft vervalst, door op deze CMR vrachtbrieven in strijd met de waarheid
  • [bedrijf 2] als afzender,
  • [bedrijf 6] als transporteur/vervoerder,
  • [bedrijf 7] als geadresseerde/ontvanger,
  • Sint Gillis Waas als bestemming en
  • een handtekening namens [bedrijf 2] als afzender
te vermelden of op te nemen met het oogmerk om deze geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, aan welke verboden gedraging verdachte feitelijk leiding heeft gegeven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 (achttien) maanden.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit en de rechtbank verzocht geen straf aan verdachte op te leggen. Indien de rechtbank tot een veroordeling komt, heeft de raadsman de rechtbank verzocht te volstaan met een geldboete, eventueel naast een taakstraf. De raadsman heeft de rechtbank gevraagd rekening te houden met het feit dat verdachte zijn leven zowel op zakelijk als op persoonlijk vlak weer op de rit heeft. Een gevangenisstraf zal deze positieve ontwikkeling doorkruisen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het feitelijk leidinggeven aan het plegen van valsheid in geschrift. Dit is een ernstig feit, omdat er in het (internationale) handelsverkeer op de inhoud van CMR vrachtbrieven moet kunnen worden vertrouwd. Uit de uitlatingen van verdachte op zitting volgt dat hij zich nog steeds niet realiseert hoe ernstig dit is.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie betreffende verdachte, waaruit volgt dat verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf ter zake van schuldheling en verboden wapenbezit, gepleegd in 2014. Verdachte liep ten tijde van het plegen van onderhavig feit nog in de proeftijd van die straf, wat hem niet heeft weerhouden van het plegen van het feit.
Omdat de rechtbank tot een vrijspraak komt voor feit 1, de meest ernstige beschuldiging, komt de rechtbank tot een andere en veel lagere straf dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank acht een voorwaardelijke gevangenisstraf gecombineerd met een forse geldboete passend en geboden.De rechtbank acht het van belang dat verdachte een stok achter de deur heeft, om hem ervan te weerhouden opnieuw de fout in te gaan. Verdachte moet ervan zijn doordrongen dat hij de bedrijfsvoering van [bedrijf 5] anders moet organiseren.

9.De vordering van de benadeelde partij

De benadeelde partij, [bedrijf 2] (vertegenwoordigd door [naam] ) zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat verdachte ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde wordt vrijgesproken.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24c, 51, 225 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 2 primair:
feitelijk leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van valsheid in geschrift.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
1 (één) week.
Beveelt dat deze
straf niet zal worden ten uitvoer gelegd,
tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Veroordeelt verdachte voorts tot een geldboete van
€ 2.000,-(tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 30 (dertig) dagen.
Verklaart [bedrijf 2] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.M.M. Gabel, voorzitter,
mrs. C.C.M. Oude Hengel en M.E.M. James-Pater, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.E. van der Burg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 november 2019.

Voetnoten

1.Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1100-2018-079706-1 van 7 mei 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , p. 1 zaaksdossier.
2.Een proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige] met nummer LEFC818007-15 van 15 mei 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , p. 162 zaaksdossier.
3.Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer LEFC818007-46 van 18 juli 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , p. 344 zaaksdossier.
4.Een geschrift, te weten een vertaling van een Duits proces-verbaal met nummer 602000-032238-18/1 van 15 mei 2018, p. 189 zaaksdossier.
5.Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer LEFC818007-46 van 18 juli 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , p. 345 zaaksdossier.