Op 1 februari 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan België op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 3 december 2018 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie en illegale handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat hij zowel de Nederlandse als de Russische nationaliteit heeft. De rechtbank heeft de detentieomstandigheden in België beoordeeld, maar oordeelde dat er geen reëel gevaar voor schending van mensenrechten is aangetoond. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en er geen weigeringsgronden zijn. De beslissing is genomen door de rechters E.G. Fels, C. Klomp en Ch.A. van Dijk, en is uitgesproken in het openbaar.