Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
hij als bestuurder van [naam BV 1] (hierna: [naam BV 1] ) ter bedrieglijke verkorting van de schuldeisers van [naam BV 1] , lasten heeft verdicht, goederen aan de boedel heeft onttrokken en één of meerdere schuldeisers heeft bevoordeeld;
hij als bestuurder van [naam BV 1] , ter bedrieglijke verkorting van de schuldeisers van [naam BV 1] , niet heeft voldaan aan de verplichting om een administratie te voeren, te bewaren en/of te voorschijn te halen;
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Ten aanzien van feit 2 (primair) geldt dat verdachte met het niet uitleveren van de volledige administratie eveneens bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de rechten van schuldeisers zijn verkort. Uit de aangifte van de curator volgt dat verdachte niet de volledige administratie ter beschikking heeft gesteld of tevoorschijn heeft gebracht. De inspanningen die verdachte wel zegt te hebben verricht, zijn pas na de aangifte van de curator gedaan.
Ten aanzien van het overboeken van geldbedragen naar [naam beheer] is wel bewezen dat sprake is van (de ook ten laste gelegde) bevoordeling van schuldeisers en met betrekking tot het wegenemen van de winkelvoorraad is wel sprake van het (ook ten laste gelegde) onttrekken van goederen aan de boedel.
De rechtbank merkt op dat op grond van art. 6:127 BW verrekening tussen twee (rechts)personen van onderlinge vorderingen en schulden zeer wel mogelijk is. Zo kan [naam BV 1] vorderingen op en schulden aan anderen met elkaar verrekenen.
Zoals hierboven reeds geconcludeerd heeft verdachte – zonder daarbij opzettelijk ter bedrieglijk verkorting van de schuldeisers te hebben gehandeld – niet voldaan aan het voeren en tevoorschijn brengen van de administratie, zodat het subsidiair ten laste gelegde – de eenvoudige bankbreuk - bewezen kan worden.
5.Bewezenverklaring
6.Het bewijs
7.De strafbaarheid van de feiten
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straffen en maatregelen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
6 (zes) maanden.