Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
voordathij met de tang aan het zwaaien was hardhandig met zijn hoofd tegen de grond zou zijn geslagen. Uit de beschrijving van de camerabeelden blijkt dit namelijk niet. Van buitenproportioneel geweld van aangever of andere omstanders naar verdachte toe is dus niet gebleken. De rechtbank is daarom van oordeel dat er op het moment dat verdachte [persoon] met de tang heeft bedreigd geen sprake is geweest van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van verdachte, waartegen verdachte zich mocht verdedigen. Het beroep op noodweer wordt verworpen.
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
6 (zes) maanden.
3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.