ECLI:NL:RBAMS:2019:8516

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 november 2019
Publicatiedatum
13 november 2019
Zaaknummer
7908938 CV EXPL 19-15387
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een vordering tot betaling op basis van onvoldoende onderbouwing van een koopovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 15 november 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Billink Financial Solutions B.V. (eisende partij) en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 79,95, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een koopovereenkomst die zou zijn gesloten met de gedaagde partij. De procedure begon met een dagvaarding op 28 juni 2019, waarin de eisende partij stelde dat de gedaagde partij goederen had gekocht en geleverd, maar de dagvaarding voldeed niet aan de eisen van artikel 111 en 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd om de vordering te onderbouwen. De eisende partij heeft enkel verwezen naar algemene voorwaarden en heeft geen bewijs geleverd van de totstandkoming van de overeenkomst of de naleving van de (pre)contractuele informatieverplichtingen. Ondanks de mogelijkheid om aanvullende informatie te verstrekken, heeft de eisende partij niet voldaan aan de vereisten van de wet.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering afgewezen en de eisende partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij op nihil zijn begroot. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige onderbouwing van vorderingen in civiele procedures, vooral wanneer het gaat om consumentenkoop en de bijbehorende wettelijke verplichtingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7908938 CV EXPL 19-15387
vonnis van: 15 november 2019
fno.: 393

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Billink Financial Solutions B.V.

gevestigd te Rotterdam
eisende partij
gemachtigde: E.A.P. van Lith
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
niet verschenen

Verloop van de procedureBij exploot van dagvaarding van 28 juni 2019 heeft eisende partij gevorderd dat gedaagde partij zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 79,95 met nevenvordering(en), één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.

Gedaagde partij heeft niet (tijdig) geantwoord en evenmin uitstel gevraagd, zodat tegen deze verstek is verleend.
Gedaagde partij is consument, althans wordt vermoed consument te zijn.
Bij tussenvonnis van 29 augustus 2019 is eisende partij in de gelegenheid gesteld om het bijgevoegde informatieformulier in te vullen, dit ingevulde formulier en de daarin aangeven stukken in het geding te brengen en een kopie hiervan aan gedaagde partij te sturen met de mededeling dat deze hierop kan reageren.
Eisende partij heeft op 13 september 2019 een akte ingediend.
Gedaagde partij heeft niet gereageerd.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Gronden van de beslissingEisende partij vordert betaling van € 79,95 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten.

Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
Daaraan voldoet de dagvaarding niet.
Eisende partij stelt bij dagvaarding slechts – kort weergegeven – dat de Healthclub een koopovereenkomst heeft gesloten, uit hoofde waarvan gedaagde partij goederen heeft gekocht en geleverd, zoals nader gespecificeerd en in rekening gebracht met de factuur d.d. 13 juni 2018. Gedaagde heeft bij de bestelling een e-mail adres opgegeven.
De betalingstermijn is 14 dagen. Gedaagde partij heeft ondanks herhaalde aanmaning niets betaald.
De Healthclub heeft haar vordering verkocht en gecedeerd aan de besloten vennootschap Billink B.V, waarvan gedaagde partij bij toegezonden factuur in kennis is gesteld. Billink B.V heeft de vordering verkocht aan eisende partij, ook van deze cessie is mededeling gedaan aan gedaagde partij.
Als productie heeft eisende partij een kopie van een factuur overgelegd en de “veertien dagen brief”.
Bij dagvaarding is niet gesteld hoe de overeenkomst tot stand is gekomen en een kopie van de overeenkomst is niet overgelegd. In de overgelegde factuur staat vermeld dat gedaagde partij “
bij inhoudelijke vragen over deze factuur zoals levering, retourneren of annulering wordt geadviseerd contact op te nemen met de leverancier, per e-mail via info@healthyfitplus.nl”. Op grond van deze factuur en de stelling van eisende partij dat gedaagde partij bij de bestelling een e-mailadres heeft opgegeven vermoedt de kantonrechter dat de onderhavige vordering waarschijnlijk een koop op afstand betreft en dat er waarschijnlijk ook een overeenkomst tot uitgestelde betaling tot stand is gekomen.
Eisende partij is in de gelegenheid gesteld haar vordering alsnog te onderbouwen met alle voor de beslissing van belang zijnde feiten door invulling van de vragen van het formulier, waar nodig de vragen toe te lichten en de daarin aangegeven stukken in het geding te brengen.
Eisende partij heeft de vragen van het formulier beantwoord, waarin zij stelt dat de koop buiten verkoopruimte, namelijk online is gesloten. Voorts stelt eisende partij dat aan de precontractuele en contractuele verplichtingen van artikel 6:230m lid 1 BW is voldaan maar verwijst uitsluitend naar de algemene voorwaarden. Eisende partij heeft haar stellingen verder niet onderbouwd.
Onvoldoende gesteld en niet gebleken is dat, en zo ja op welke wijze, aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen ter zake van de aan de vordering ten grondslag liggende online koopovereenkomst is voldaan. Eisende partij heeft niets gesteld met betrekking tot de mogelijke overeenkomst tot uitgestelde betaling, de aard van deze overeenkomst tot uitgestelde betaling en ten aanzien van de vraag of, voor zover van toepassing, aan de bepalingen van titel 7:2A BW is voldaan, dan wel gemotiveerd waarom deze bepalingen niet op deze overeenkomst van toepassing zijn. Eisende partij heeft de algemene voorwaarden waar zij bij akte naar verwijst niet overgelegd. Kopieën van de overeenkomsten zijn ook niet overgelegd.
Naar het oordeel van de kantonrechter voldoet ook deze toelichting van eisende partij niet aan de voorschriften van de artikelen 21 Rv en 111 Rv. De vordering wordt daarom als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
Mitsdien wordt beslist als volgt.

Beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eisende partij in de proceskosten die aan de zijde van gedaagde partij tot op heden begroot worden op nihil.
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 november 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter