ECLI:NL:RBAMS:2019:8438

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 oktober 2019
Publicatiedatum
11 november 2019
Zaaknummer
671888 KG ZA 19-935
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsprocedure Gemeente Amsterdam en uitsluiting inschrijver op basis van esthetische eisen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres sub 1], vertegenwoordigd door mr. H.A. Schenke, en de Gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. E. van der Hoeven. De zaak betreft een aanbestedingsprocedure voor de levering van natuursteen voor de openbare ruimte in de Houthaven, waarbij [eiseres] de laagste prijs had ingeschreven. Echter, de Gemeente heeft de inschrijving van [eiseres] ongeldig verklaard op basis van het niet voldoen aan de esthetische eisen zoals gesteld in de aanbestedingsdocumenten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Gemeente niet het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat de opdracht aan [eiseres] zou worden gegund, ondanks de mededeling dat zij de laagste prijs had ingeschreven. De rechter heeft vastgesteld dat de Gemeente de inschrijving van [eiseres] op juiste gronden heeft uitgesloten en dat er geen schending van aanbestedingsrechtelijke beginselen heeft plaatsgevonden. De vorderingen van [eiseres] zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/671888 / KG ZA 19-935 FB/TF
Vonnis in kort geding van 22 oktober 2019
in de zaak van
1. de vennootschap onder firma
[eiseres sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats] (gemeente [gemeente] ),
3.
[eiser sub 3],
wonende te [woonplaats] (gemeente [gemeente] ),
4.
[eiser sub 4],
wonende te [woonplaats]
eisers bij dagvaarding van 5 september 2019,
advocaat mr. H.A. Schenke te Nijmegen,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelend te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. E. van der Hoeven te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en de Gemeente worden genoemd.

1.De procedure

Ter zitting van 7 oktober 2019 heeft [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. De Gemeente heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren voor zover van belang aanwezig:
aan de zijde van [eiseres] : [eiser sub 4] met mr. Schenke,
aan de zijde van de Gemeente: [medewerker Gemeente Amsterdam] ( [functie] ) met mr. Van der Hoeven.

2.De feiten

2.1.
Eisers onder 2, 3 en 4 zijn de vennoten van [eiseres sub 1] .
2.2.
De Gemeente heeft in mei 2019 een openbare Europese aanbesteding uitgeschreven voor “ Levering natuursteen voor openbare ruimte Houthaven, gemeente Amsterdam” (contract AI 2017-340). Het gaat om de levering van natuursteen, grijs graniet, dat zal worden toegepast voor de afwerking van kademuren en het maaiveld (onder andere bestrating). Op de aanbesteding is het Aanbestedingsreglement Werken 2016 (ARW 2016) van toepassing. De Gemeente bepaalt de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de laagste prijs.
Op 27 mei 2019 heeft een startbijeenkomst over deze aanbesteding plaatsgevonden.
2.3.
In paragraaf 5.1.1 ‘Toetsing geldigheid inschrijvingsmonsters’ staat dat de ontvangen inschrijvingsmonsters worden getoetst op geldigheid en dat bij het niet voldoen aan de eisen (zie paragraaf 6.9) dit uitsluiting tot gevolg heeft.
In paragraaf 5.1.2 “ Toetsing technische specificaties” van de Leidraad staat:
“De inschrijver dient voor de aanbesteding een aantal inschrijvingsmonsters aan te leveren. De inschrijvingsmonsters zullen worden getoetst op de technische en esthetische specificaties zoals deze gesteld zijn in het Programma van Eisen.
Indien de inschrijvingsmonsters niet aan de technische en esthetische specificaties in het Programma van Eisen voldoen heeft dit uitsluiting voor verdere deelname aan deze aanbestedingsprocedure tot gevolg.
De toetsing wordt uitgevoerd door onafhankelijke kwaliteitscontroleurs en ontwerpers van de openbare ruimte Houthaven.
Het toetsingsteam is tot en met hun eindoordeel niet op de hoogte welke inschrijvingsmonsters van welke inschrijver zijn. Het toetsingsteam is tevens tot en met het eindoordeel niet op de hoogte van de inschrijvingsprijzen.”
2.4.
In paragraaf 6.9 van de Leidraad “Inschrijvingsmonsters” staat, zover van belang, het volgende:
“ Als onderdeel van de inschrijving dient inschrijver naast de digitale documenten een inschrijvingsmonster voor de toetsing aan de technische specificaties in te dienen. De ingediende inschrijvingsmonsters dienen als referentie voor alle in de toekomst te leveren producten binnen de opdracht.
(…)
Het indienen van de inschrijvingsmonsters dient aan de volgende eisen te voldoen:
(…)
 Elk monster incl. de verpakking ervan dient anoniem te zijn en mag geen verwijzing van welke aard dan ook bevatten waarmee de herkomst te herleiden is en/of waarmee te herleiden is van welke inschrijver het inschrijvingsmonster is.
Indien het inschrijvingsmonster niet voldoet aan bovenstaande eisen zal aanbesteder de inschrijving terzijde leggen.
Aanbesteder zal na opening van de verpakking van het pakket aan inschrijvingsmonsters de inschrijvingsmonsters voorzien van een anoniem kenmerk zodat de toetsing van de monsters aan de inschrijvers gekoppeld kunnen worden. Dit kenmerk wordt aangebracht door andere personen dan het toetsingsteam.
2.5.
In het Programma van Eisen (PvE) staan de minimale eisen en specificaties opgenomen voor de aanbesteding. Hierin staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…)
2
Technische eisen
(…)
De natuursteen betreft graniet.
(…)
2.1
Beeldkwaliteit
(…)
- Eis K2: Het natuursteen heeft een structuur met een gelijkmatig verdeel patroon van de zwarte vlekjes en zwarte spikkels:
(…)
- Eis K8: De stenen moeten een zo gelijkvormig mogelijke structuur hebben (in de afzonderlijke steen en tussen de stenen onderling) maar toch met voldoende motief zodat levend en toch uniform straatbeeld ontstaat;
(…)
Esthetische eigenschappen
Textuur
De textuur is per element beschreven bij de onderstaande omschrijving van het uiterlijk. (…) “
2.6.
In de in de Leidraad vermelde bijlage 11 “ESTHETISCHE EISEN GRANIET ten behoeve van de aanleg van de OPENBARE RUIMTE V.D. HOUTHAVENS” van 29 januari 2018 staat, voor zover van belang, het volgende:
“Esthetische eisen Graniet
t.b.v. het bestek voor aanbesteding van graniet in de Houthavens
Doel van dit document
Dit document geeft een omschrijving van de esthetische eisen van het toe te passen graniet in de openbare ruimte van de Houthaven.
Het dient ter aanvulling op het bestek en het Houthavenbrede detailboek van het maaiveld. (…)
Omschrijving structuur
Het graniet heeft kleine kristallen en moet een gelijkmatige fijne en dichte structuur hebben.
Er is bewust niet gekozen voor een wollige of gevlamde structuur of voor materiaal met grote fossielen omdat juist gestreefd wordt naar een rustig en gelijkmatig totaalbeeld.
(…)
 De kristallen moet allen een gelijkmatige afmeting hebben, er mogen geen uitzonderlijke grootten kristallen tussen zitten. (…)
De omschrijvingen zijn in de bijlage ondersteund door foto’s van verschillende kleuren en structuren.
2.7.
In de derde Nota van Inlichtingen (NvI) van 28 juni 2019 is de tekst van de paragrafen 5.1.2 en 6.9 in de Leidraad gewijzigd.
De eerste zes regels van het onder 2.3 genoemde citaat uit paragraaf 5.1.2 zijn vervangen door de tekst:
“De inschrijver dient voor de aanbesteding een aantal inschrijvingsmonsters aan te leveren. De inschrijvingsmonsters zullen worden getoetst op de esthetische specificaties zoals deze gesteld zijn in het Programma van Eisen.
Indien de inschrijvingsmonsters niet aan de esthetische specificaties in het Programma van Eisen voldoen heeft dit uitsluiting voor verdere deelname aan deze aanbestedingsprocedure tot gevolg.
Latere contractuele leveringen kunnen worden getoetst op zowel de technische als esthetische specificaties zoals gesteld in de Aanbestedingsleidraad en het Programma van Eisen.
De eerste vier regels van regels van het onder 2.4 genoemde citaat uit paragraaf 6.9 is vervangen door de tekst:
Als onderdeel van de inschrijving dient inschrijver naaste de digitale documenten een inschrijvingsmonster voor de toetsing aan de
esthetischespecificaties in te dienen. De ingediende inschrijvingsmonsters dienen als referentie voor alle in de
toekomst te leveren producten binnen de opdracht.
2.8.
[eiseres] heeft ingeschreven op de opdracht.
2.9.
Op 9 juli 2019 is de Gemeente overgegaan tot het openen van de inschrijvingen. In het Proces Verbaal van opening van de inschrijvingen staan de inschrijvers met hun inschrijfsom vermeld. Uit dit Proces Verbaal blijkt dat [eiseres] met de laagste prijs heeft ingeschreven. Het is dezelfde dag aan alle inschrijvers verstrekt.
2.10.
Op 9 juli 2019 heeft de Gemeente een schriftelijk bericht met als onderwerp “Opvragen bewijsmiddelen inschrijving AI 2017-0340” aan [eiseres] gestuurd met, voor zover van belang, de volgende inhoud:
“(…) Dank voor uw inschrijving.
Graag ontvangen wij binnen de gestelde termijnen conform de uitvraag AI 2017-0340 de bewijsmiddelen ter beoordeling van uw inschrijving:
  • Gedrags Verklaring Aanbesteden (niet ouder is dan 2 jaar);
  • Verklaring Belastingdienst (niet ouder is dan 6 mnd);
  • Ondertekende Concept Overeenkomst. (…)”
2.11.
In een e-mail van 1 augustus 2019 heeft [eiseres] aan de Gemeente voor zover van belang het volgende geschreven:
“(…) Op 9 juli jl. is het proces verbaal ontvangen van de aanbesteding AI 2017-0340. Hieruit bleek dat wij de laagste inschrijver zijn. Op 10 juli jl. hebben we de gevraagd bewijsstukken ingeleverd. Kunt u aangeven wat de status van de aanbesteding op dit moment is? (…)”
2.12.
In een e-mail van 9 augustus 2019 heeft de Gemeente aan alle inschrijvers voor zover van belang het volgende geschreven:
“(…) De administratieve afwikkeling van de aanbesteding voor het contract AI 2017-340 Levering Natuursteen voor de openbare ruimte Houthaven vergt meer tijd dan vooraf voorzien.
Dit heeft tot gevolg dat de voorlopige gunningsbeslissing niet op maandag 12 augustus wordt gepubliceerd. (…)”
2.13.
In een e-mail van 12 augustus 2019 heeft [eiseres] aan de Gemeente voor zover van belang het volgende geschreven:
“(…) Kunt u aangeven wanneer u wel de voorlopige gunning kan publiceren? Als de opdracht later gegund wordt, worden de eerste leveringen ook naar achter geschoven? In de productie moeten wij hier rekening mee houden. (…)”
2.14.
In de gunningsbeslissing van 19 augustus 2019 heeft de Gemeente aan [eiseres] meegedeeld dat haar inschrijving ongeldig is en dat zij de opdracht aan een andere inschrijver zal gunnen.
In de gunningsbeslissing staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…) Bij de beoordeling van de rechtsgeldigheid, conformiteit en volledigheid van uw inschrijving, is geconstateerd dat uw inschrijving terzijde zal worden gelegd vanwege het niet voldoen van de inschrijvingsmonsters aan de gestelde esthetische eisen (zie bijgevoegde bijlage: Al 2017-340 Proces Verbaal Toetsing Inschrijvingsmonsters). (…)”
2.15.
In het Proces Verbaal Toetsing Inschrijvingsmonsters van 9 juli 2019 staat over de inschrijving van [eiseres] , voor zover van belang het volgende:
“(…)
Vandaag heeft toetsing van de inschrijvingsmonsters plaatsgevonden (…).
Toetsing inschrijvingsmonsters op geldigheid
(…)
De ontvangen inschrijvingsmonsters zijn door (…) getoetst op geldigheid. Van een aantal inschrijvingsmonster is geconstateerd dat technisch niet precies de monsters zijn geleverd zoals in paragraaf 6.9 van de Leidraad is omschreven. Zo ontbreken bij enkele inschrijvingsmonsters de hol en dol en afronding. Aangezien deze aspecten onderdeel zijn van een technische toetsing na opdrachtverlening en geen deel uitmaken van de esthetische toetsing, worden alle inschrijvingsmonsters geldig verklaard. De geleverde inschrijvingsmonsters voldoen in voldoende mate om een gedegen esthetische toetsing te doen.
(…)
Toetsing van de inschrijvingsmonsters aan de minimumeisen
Toetsing van de inschrijvingsmonster heeft op dinsdag 9 juli plaatsgevonden door een toetsingscommissie, bestaande uit de volgende personen:
(…) Ontwerper Houthaven
(…) Werkvoorbereider Houthaven
(…) Projectleider Houthaven
(…) Adviseur RHDH
De inschrijvingsmonsters zijn door de commissie getoetst op de esthetische specificaties zoals deze gesteld zijn in het contract.
(…)
Het unanieme oordeel van de toetsingscommissie is als volgt:
(…)
2. [eiseres sub 1] , [vestigingsplaats] voldoet NIET
Voldoet niet op basis van structuur. Het inschrijvingsmonster heeft een open en grove structuur met grote witte spots/kristallen. Door de onregelmatige afmetingen van de spots/kristallen en de ongelijkmatige verdeling ontstaat een onrustig en ongelijkmatig totaalbeeld. Op basis van bovenstaande voldoet partij 2 niet aan de eis.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – de Gemeente te gebieden:
primair
geen uitvoering te geven aan de gunningsbeslissing van 19 augustus 2019 en alsnog tot gunning aan [eiseres] over te gaan, met inachtneming van door de voorzieningenrechter hieraan te verbinden voorwaarden,
subsidiair
geen uitvoering te geven aan de gunningsbeslissing van 19 augustus 2019 en tot herbeoordeling over te gaan, met inachtneming van door de voorzieningenrechter hieraan te verbinden voorwaarden.
[eiseres] vordert daarnaast de Gemeente te veroordelen in de kosten van dit geding (inclusief nakosten), te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiseres] stelt hiertoe – samengevat – dat de gang van zaken bij deze aanbesteding incorrect en onrechtmatig is. Door het voeren van een onzuivere procedure zijn aanbestedingsrechtelijke beginselen geschonden.
Ten eerste mocht zij erop vertrouwen dat de opdracht aan haar gegund zou worden nadat op 9 juli 2019 bekend was gemaakt dat zij de inschrijver met de laagste prijs was en later op de dag om overlegging van bewijsmiddelen werd gevraagd, waaronder een conceptcontract. Door de mededeling over de laagste prijs (zie hiervoor in 2.9) vertrouwde [eiseres] erop dat de toetsing van technische en esthetische aspecten van de aangeleverde monsters al was gedaan. De gunningsbeslissing van 19 augustus 2019 kwam dan ook als een complete verrassing. Dit terwijl op 9 juli 2019 de toetsing van de inschrijvingsmonster waarbij [eiseres] werd uitgesloten, al had plaatsgevonden. De mededeling dat zij met de laagste prijs had ingeschreven, bleek dus achteraf zonder belang en had beter niet kunnen worden verstuurd.
Ook de wijze waarop volgens het Proces Verbaal Toetsing Inschrijvingsmonsters van 9 juli 2019 de ingeleverde monsters zijn getoetst is onjuist. Ten eerste is de technische toetsing van de inschrijfmonsters achterwege gebleven. Dat is in strijd met paragraaf 6.9 van de Leidraad. De reden die wordt genoemd voor het achterwege laten van deze toetsing is dat de technische aspecten onderdeel zijn van een technische toetsing na opdrachtverlening. Dit is onduidelijk en niet transparant. Bovendien is het nadelige effect hiervan dat de winnaar van de aanbesteding op grond van de toetsing van artikel 6.9 van de Leidraad (waaronder de afmetingen en tekeningen gebaseerd op bijlage 1 van het PvE) alsnog in het eindstadium wordt uitgesloten. De omstandigheid dat in de derde NvI is vermeld dat de technische eisen in artikel 5.1.2 van de Leidraad als vervallen moeten worden beschouwd, doet hieraan niet af. Dit betreffen immers niet de technische criteria uit bijlage 1 bij het PvE.
Ten tweede heeft de Gemeente ten onrechte geoordeeld dat de monsters van [eiseres] niet aan de gestelde esthetische eisen voldeden. De toetsing is immers subjectief geweest, zonder objectieve aanknopingspunten. Er was geen systeem van toetsing.
Ten derde is de gunningsbeslissing onvoldoende gemotiveerd. Uit het bijgevoegde Proces Verbaal volgt wel waarom [eiseres] niet voldeed, maar niet waarop de monsters van de andere inschrijvers zijn getoetst en waarom zij wel voldeden aan de esthetische eisen. Dit is in strijd met het transparatie- en gelijkheidsbeginsel.
Ten vierde kunnen de personen die de inschrijvingsmonsters hebben getoetst niet als onafhankelijk worden beschouwd. Drie van de vier zijn in dienst van de Gemeente. Een vierde persoon was aanwezig bij de startbijeenkomst. Er is dus geen sprake geweest van een objectieve beoordeling.
3.3.
De Gemeente voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van [eiseres] vloeit voort uit de aard van de vorderingen.
De procedure
4.2.
In deze aanbesteding vindt gunning plaats aan de inschrijver die met de laagste prijs heeft ingeschreven en die aan de minimum esthetische eisen voldoet.
De gang van zaken in deze aanbestedingsprocedure is geweest dat op 9 juli 2019 aan [eiseres] het “Proces-verbaal van opening van de inschrijvingen” is gestuurd waaruit bleek dat zij met de laagste prijs had ingeschreven en dat dezelfde dag de Gemeente haar heeft verzocht om ter beoordeling van haar inschrijving bewijsmiddelen te verstrekken. De Gemeente heeft hiermee bij [eiseres] niet het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de opdracht aan haar was of zou worden gegund. Uit het in deze aanbesteding aangekondigde verloop van de procedure blijkt immers dat er ook nog een esthetische toetsing zou plaatsvinden; daarvan was de uitslag nog niet meegedeeld. Bovendien is in de Leidraad en de (vervolg)correspondentie erop gewezen dat uiteindelijk een gunningsbeslissing zou volgen. Hoewel het op het eerste gezicht niet onmiddellijk voor de hand ligt dat de beoordeling op onderdelen afzonderlijk kenbaar wordt gemaakt, zijn daaraan geen overwegende bezwaren verbonden, mits de te volgen procedure voldoende duidelijk aan de inschrijvers is meegedeeld. Dat laatste is het geval; bovendien heeft de Gemeente onweersproken betoogd dat het gangbaar en praktisch is om van elkaar te onderscheiden toetsingsonderdelen naast elkaar te laten lopen. Vooralsnog zal daarvan worden uitgegaan.
4.3.
De omstandigheid dat de Gemeente al op 9 juli 2019 de monsters van [eiseres] heeft getoetst op de esthetisch specificaties en heeft geoordeeld dat die op basis van de structuur niet voldoen, maar deze uitslag niet tegelijk met de mededeling omtrent de laagste prijs aan [eiseres] heeft kenbaar heeft gemaakt, is niet in alle opzichten gelukkig te noemen. Maar dat is niet beslissend; het gaat erom dat dit in het licht van het voorgaande niet als onzuiver of onjuist kan worden aangemerkt. Na de toetsing op 9 juli 2019 moest immers nog interne besluitvorming plaatsvinden. Als behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver had [eiseres] moeten begrijpen dat de Gemeente strikt de gepubliceerde procedure volgde en pas met de gunningsbeslissing zou komen - op de tevoren aangekondigde datum van 19 augustus 2019 - als alle stappen van deze procedure waren voltooid.
4.4.
Bovendien blijkt uit de e-mails van 1 en 12 augustus 2019 dat [eiseres] ook zelf ervan uitging dat de voorlopige gunning nog moest worden afgewacht. Zij heeft zelfs gevraagd of bij een latere gunning de levering van het graniet ook naar achteren zou worden geschoven. Van enige onduidelijkheid over de te volgen procedure is dus bij haar geen sprake geweest.
De wijze van toetsing
4.5.
Ter toetsing lag voor of het graniet waarmee werd ingeschreven voldeed aan de esthetische eisen zoals omschreven in het PvE en uitgewerkt in de in de Leidraad op pagina 45 genoemde Bijlage 11 ‘Esthetische eisen graniet’. Omdat de Gemeente een uniforme uitstraling wenst heeft zij hoge minimumeisen gesteld aan onder andere de beeldkwaliteit, waaronder de structuur. [eiseres] heeft bezwaar tegen de wijze van toetsing aan deze eisen.
Primair verweer van de Gemeente: rechtsverwerking
4.6.
Niet is gebleken dat [eiseres] over de wijze van toetsing vragen heeft gesteld. De Gemeente stelt dat [eiseres] op grond van jurisprudentie en paragraaf 3.8 van de Leidraad [eiseres] daartoe gehouden was. Nu paragraaf 3.8 echter handelt over het mededingingsrecht wordt ervan uitgegaan dat de Gemeente doelt op paragraaf 3.10 van de Leidraad.
Hoewel niet valt uit te sluiten dat [eiseres] haar recht heeft verwerkt om in dit stadium van de aanbestedingsprocedure nog te klagen over de te volgen procedure, kan daarvan voorshands niet worden uitgegaan. Tijdens de zitting is het debat daarover immers niet of nauwelijks gevoerd.
De vier klachten van [eiseres]
4.7.
[eiseres] stelt ten eerste dat in de artikel 5.1.1 en 6.9 van de Leidraad staat dat er eerst een technische beoordeling moest plaatsvinden en dat die door de Gemeente ten onrechte niet is verricht. Dit standpunt wordt niet gevolgd. Weliswaar staat in paragraaf 5.1.1 van de Leidraad (zie hiervoor in 2.3) dat inschrijvingsmonsters worden getoetst op geldigheid aan de hand van de eisen onder paragraaf 6.9, maar dit betreffen geen technische eisen aangaande de natuursteen waarmee wordt ingeschreven. Het gaat hier om eisen die zijn gesteld aan de inschrijvingsmonsters. Uit het Proces Verbaal Toetsing Inschrijvingsmonster van 9 juli 2019 volgt dat deze toets heeft plaatsgevonden en dat alle inschrijvingsmonsters in zoverre geldig zijn verklaard. Vervolgens moest door een onafhankelijk toetsingsteam worden beoordeeld of de inschrijvingsmonsters voldeden aan de gestelde eisen.
4.8.
Hoewel de Leidraad aanvankelijk inhield dat toetsing aan esthetische eisen en aan technische eisen tegelijk zou plaatsvinden, blijkt uit de in de derde NvI gedane tekstaanpassingen dat eerst de esthetische toetsing ten aanzien van alle monsters zou plaatsvinden en dat de technische toetsing pas aan de orde kwam na de voorlopige gunning, en wel alleen ten aanzien van de als eerste geëindigde inschrijving. De reden was volgens de Gemeente dat bij nader inzien geen adequate technische toetsing op de inschrijvingsmonsters kon plaatsvinden. In de derde NvI is dit alles voldoende duidelijk tot uitdrukking is gebracht. Daartoe is immers paragraaf 5.1.2 in die zin aangepast dat daaruit het woord “technische” is geschrapt, waardoor overblijft dat wordt getoetst op esthetische kwalificaties. Verder staat in deze paragraaf dat latere contractuele leveringen worden getoetst op technische specificaties. Paragraaf 6.9 is eveneens aangepast in die zin dat in de laatste versie staat dat de inschrijver een inschrijvingsmonster indient voor de toetsing van de esthetische specificaties en dus niet ook ten aanzien van de technische specificaties.
4.9.
Uit dit alles volgt dat het eerste bezwaar van [eiseres] geen doel treft.
4.10.
Ten tweede beroept [eiseres] zich erop zij ten onrechte is uitgesloten omdat de door haar ingediende monsters wel degelijk voldoen aan de esthetische eisen en omdat in strijd met de aanbestedingsrechtelijke beginselen een volstrekt subjectieve toetsing heeft plaatsgevonden.
Ook dit standpunt wordt niet gevolgd. De Gemeente heeft de subjectieve beoordeling van de esthetische kwaliteiten en wat ‘mooi’ is in voldoende mate weten te objectiveren. In het PvE en Bijlage 11 zijn de eisen zo concreet mogelijk omschreven en voor de inschrijvers was duidelijk wat de Gemeente wel of niet wenste. Voor de beeldkwaliteit zijn specifiek in paragraaf 2.1 van het PvE, zoals Eis K8, en Bijlage 11, bij “omschrijving structuur” eisen opgenomen en worden in Bijlage 11 door middel van foto’s de bandbreedtes getoond waarbinnen het graniet moet vallen.
Het is voorts begrijpelijk dat is geoordeeld de inschrijving van [eiseres] , gelet op de structuur van het door haar ingediende monster, niet voldeed aan de gestelde esthetische eisen. De hiervoor onder 2.15 weergegeven foto in het Proces Verbaal spreekt voor zichzelf. Gelet op de eis dat het graniet klein kristallen en een gelijkmatige, fijne en dichte structuur moest hebben, is begrijpelijk dat de grote witte kristallen die op de foto zichtbaar zijn, meebrachten dat de monsters niet aan de gestelde eisen voldeden. Dit past immers niet binnen hetgeen in bijlage 11 bij ‘structuur’ wordt beschreven.
4.11.
Het derde bezwaar van [eiseres] , dat inhoudt dat de gunningsbeslissing onvoldoende is gemotiveerd omdat onduidelijk is hoe de andere inschrijvers zijn beoordeeld, slaagt evenmin. Uit het Proces Verbaal Toetsing Inschrijvingsmonsters blijkt dat twee inschrijvers voldeden aan de eisen en de twee andere niet. Ten aanzien van de afvallers is omschreven waarom hun inschrijvingen niet voldeden. De Gemeente heeft hiermee voldoende duidelijk gemaakt waarom de inschrijving van [eiseres] niet voldeed. Het voert te ver om daarnaast nog te eisen dat zou worden gemotiveerd waarom de inschrijvingen van de twee andere inschrijvers wel voldeden. Het gaat in deze aanbesteding immers niet een om een vergelijkende beoordeling van de monsters. [eiseres] heeft de hier bedoelde informatie dus niet nodig om te kunnen beoordelen of zij op goede gronden is uitgesloten.
4.12.
Het vierde bezwaar, dat de leden van het toetsingsteam niet onafhankelijk zijn en dat geen onafhankelijke toetsing heeft plaatsgevonden, treft evenmin doel. De te beoordelen monsters zijn anoniem aan de beoordelaars voorgelegd. Zij hadden ook geen kennis van de inschrijfprijzen. Bovendien was de wijze van toetsing vooraf bekend en op een zodanige wijze ingericht dat de onafhankelijkheid van de beoordelaars was gewaarborgd. In dit licht is de enkele omstandigheid dat drie van de vier leden van het toetsingsteam in dienst zijn van de Gemeente en dat een van de leden ook in het voortraject van de aanbesteding een rol speelde, voorshands geen reden om aan hun onafhankelijkheid te twijfelen. Daarvoor moeten concrete aanwijzingen zijn, die ontbreken.
4.13.
Het voorgaande betekent dat de Gemeente de inschrijving van [eiseres] heeft uitgesloten op gronden die haar oordeel kunnen dragen en dat niet is gebleken dat aanbestedingsrechtelijke beginselen zijn geschonden. De vorderingen van [eiseres] zullen dan ook worden afgewezen.
4.14.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op:
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 1.619,00
4.15.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 1.619,00,
5.3.
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 157,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 82,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.B. Bakels, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G.H. Felix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2019. [1]

Voetnoten

1.type: GHF