Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
[verzoeker]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Verzoeken en verweren
Beoordeling
- dat dat de maatbekers niet zorgvuldig werden bewaard en het aantal beschikbare bekers in het rek wisselend was zodat [verzoeker] niet kon controleren of er een beker ontbrak;
- dat de plastic scherven mogelijk afkomstig zijn van een maatbeker uit een andere tank dan die waarin de door hem begeleide productieorder werd bereid;
- dat iemand anders de maatbeker in de tank heeft laten vallen nadat de dienst van [verzoeker] om 14.00 uur geëindigd was. De scherven in de filter van de tank werden die dag immers pas omstreeks 20.00 uur ontdekt;
- dat de werkgever onvoldoende onderzoek heeft gedaan;
- dat de druk voor [verzoeker] in het laatste gesprek te veel werd en hij letterlijk heeft gezegd: “Jullie willen graag horen dat ik wist dat er een maatbeker weg was, dus dan zeg ik dat maar”. Dit is een onjuiste verklaring die per direct heeft geleid tot zijn ontslag, aldus [verzoeker] .
- De operator pakt in de controlekamer een maatbeker en een scheplepel van een rek en loopt daarmee naar de gekoelde hal met de blendingtank.
- Op acht meter hoogte brengt de operator de scheplepel in een ‘mangat’ en haalt vloeistof uit de tank naar boven.
- De operator plaatst de scheplepel met vloeistof in de maatbeker.
- De operator loopt met de lepel in de maatbeker terug naar de controlekamer, waar de vloeistof in een monsterpot wordt gegoten ten behoeve van beoordeling in het laboratorium.
- Daarna wordt de lepel en maatbeker door de operator afgewassen en op een rek teruggeplaatst.
Uit hetgeen [verweerster] verder heeft aangevoerd en door [verzoeker] niet is betwist blijkt dat de tanks gewoonlijk zijn afgesloten en dat het zogenoemde ‘mangat’ slechts wordt geopend om een monster te kunnen nemen van het product. De enige gelegenheid waarbij een maatbeker in de tank kan belanden is wanneer een medewerker een uit de controlekamer meegebrachte beker bij het nemen van een monster in de tank laat vallen. Het is zonder beker niet goed mogelijk om een gevulde scheplepel zonder knoeien (lopend over roosters hoog boven de grond) naar de controlekamer te vervoeren, noch om de inhoud over te hevelen in een monsterbuis.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het zeer onwaarschijnlijk is dat een operator tijdens de monstername niet zou opmerken dat de maatbeker ontbreekt omdat zonder maatbeker geen monster kan worden genomen, althans niet zonder te knoeien.
niet bij kennis was’) en daarom het voorval niet heeft gemeld. Tijdens een volgend gesprek op 3 juni 2019 met productiemanager [betrokkene 5] en plantmanager [betrokkene 2] herhaalde [verzoeker] dat hij zich er niet van bewust was dat de maatbeker in de tank was gevallen. Na doorvragen gaf hij toe dat hij bij het nemen van het tweede monster de maatbeker kwijt was geweest. Op 5 juni 2019 tenslotte volgde een gesprek met plantmanager [betrokkene 5] en HRM manager [betrokkene 1] , in aanwezigheid HR adviseur [betrokkene 6] . Na de mededeling dat hij op staande voet was ontslagen zei [verzoeker] dat hij het betreurde dat hij het gebeuren niet had durven melden en dat dit ontslag een belangrijke les voor hem was.
niet bij kennis’ was zal vraagtekens hebben opgeroepen. Uit niets blijkt dat [verweerster] [verzoeker] onvoldoende in de gelegenheid heeft gesteld te vertellen wat hij van de omstandigheden met betrekking tot het incident vond. Dat [verzoeker] aan een ‘kruisverhoor’ is onderworpen, of dat hij op andere wijze door [verweerster] onder druk is gezet om een onjuiste verklaring af te leggen blijkt evenmin. Ter zitting is toegelicht dat de gesprekken ieder maximaal 20 minuten hebben geduurd. [verzoeker] heeft tussen de gesprekken door tijd gehad zich op de situatie te bezinnen en eventueel juridische hulp in te schakelen. Al met al wordt de stelling dat [verzoeker] onder druk een valse verklaring heeft afgelegd als onvoldoende onderbouwd worden verworpen.