ECLI:NL:RBAMS:2019:8331

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 november 2019
Publicatiedatum
6 november 2019
Zaaknummer
13/650453-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging ramkraak en heling van een gestolen voertuig met heroïnebezit

Op 5 november 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 24-jarige man, die betrokken was bij een poging ramkraak op een KPN bedrijfspand in Amsterdam op 29 augustus 2017. De verdachte werd beschuldigd van het voorbereiden van de ramkraak met een gestolen auto, een Land Rover, en het in bezit hebben van heroïne. Tijdens de zitting op 22 oktober 2019 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. P.C. Velleman, gehoord, evenals de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. E.J. van Gils. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen een ramkraak heeft geprobeerd te plegen, waarbij de gestolen auto werd gebruikt om de toegang tot het bedrijfspand te forceren. De verdachte is op heterdaad aangehouden in de nabijheid van de plaats delict, en er zijn sterke aanwijzingen dat hij betrokken was bij de ramkraak. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan heling van de auto en het opzettelijk beschadigen van goederen van KPN. Daarnaast werd hij ook schuldig bevonden aan het bezit van heroïne. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de schadevergoeding aan KPN toegewezen, terwijl de vordering van de benadeelde partij [naam 1] niet-ontvankelijk werd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummer: 13/650453-17
Datum uitspraak: 5 november 2019
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 oktober 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. P.C. Velleman, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. E.J. van Gils, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 28 augustus 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, alsmede met een valse sleutel (te weten met een autosleutel die niet aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (merk Land Rover, model Range Rover) en/of een of meerdere fiets(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair:
hij op of omstreeks 29 augustus 2017 te Amsterdam en/of Duivendrecht (gemeente Ouder-Amstel), in elk geval in Nederland, een auto (merk Land Rover, model Range Rover) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door diefstal, in elk geval een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij op of omstreeks 29 augustus 2017 te Amsterdam en/of Duivendrecht (gemeente Ouder-Amstel), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk Land Rover, model Range Rover), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 29 augustus 2017 te Amsterdam en/of Duivendrecht (gemeente Ouder-Amstel), in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan KPN en/of [naam 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, opzettelijk met zijn mededader(s), althans alleen, naar dat bedrijf is toegegaan, waarna hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), althans een of meer van hen,
- een of meerdere vluchtscooter(s) heeft/hebben klaargezet en/of
- ( vervolgens) tweemaal met een (gestolen) voertuig achteruit tegen de gevel
en/of tegen een of meerdere rolluik(en) is/zijn aangereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair:
hij op of omstreeks 29 augustus 2017 te Amsterdam en/of Duivendrecht (gemeente Ouder-Amstel), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een overheaddeur en/of een of meerdere rolluik(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan KPN en/of [naam 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
4.
hij op of omstreeks 25 oktober 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 0,84 gram, in elk geval een hoeveelheid, heroïne, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
De rechtbank gaat op grond van de inhoud van het procesdossier uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 29 augustus 2017 omstreeks 05.30 uur heeft een poging ramkraak plaatsgevonden bij het bedrijfspand van KPN gevestigd aan [vestigingsadres] . Bij de ramkraak is gebruik gemaakt van een rode Range Rover, voorzien van kenteken [kenteken] . Met de Range Rover is getracht het bedrijfspand van KPN binnen te komen waardoor aan die Range Rover aanzienlijke schade is toegebracht. Kort na de melding van de poging ramkraak zijn verbalisanten naar de plaats delict gereden. Onderweg, aan het Christiaan Huygensplein, werd een scooter zonder verlichting gezien met daarop drie personen. Deze drie personen waren allen in het donker gekleed en droegen capuchons. De bestuurder van de snorfiets droeg een soort sweatshirt met capuchon, dit sweatshirt was iets lichter van kleur dan de kleding van de andere twee opzittenden, vermoedelijk blauw. De verbalisanten volgden de scooter die uiteindelijk crashte en waarbij drie personen ter hoogte van de Avogadrostraat wegrenden, ieder een andere kant op. Hierop is positie ingenomen op de kruising Archimedesweg met het Galileiplantsoen, waardoor zicht was op het Galileiplantsoen in de richting van de Radioweg. Na enkele minuten zag de verbalisant een man over het Galileiplantsoen lopen. De man droeg een donkerkleurig, blauw trainingspak met capuchon en had een telefoon in zijn hand. De man was bezweet en gedroeg zich tijdens zijn staande houding zenuwachtig. Op zijn rug/heup zaten vegen van plant resten. Tevens zat een gat in zijn trainingsbroek ter hoogte van de knie. De man verklaarde [verdachte] te heten en vervolgens werd hij om 05.50 uur door de verbalisanten aangehouden.
Na de aanhouding is de mobiele telefoon met telefoonnummer [nummer] van [verdachte] onderzocht. Uit analyse van telefoonnummer [nummer] blijkt dat vlak voor de poging ramkraak dit telefoonnummer meerdere contactmomenten heeft gehad met het telefoonnummer [nummer] , dat in gebruik is van ene [naam 3] . Het telefoonnummer [nummer] maakt gebruik van Cell-id’s [ID nummer 1] en [ID nummer 2] , bij de locatie [locatie] , in de zeer nabije omgeving van waar de poging ramkraak heeft plaatsgevonden. Het telefoonnummer [nummer] peilt op dat moment tevens uit in Duivendrecht, locatie [locatie] en [locatie] . Op 16 september 2017 is een telefoongesprek tussen [naam 3] met een onbekend persoon getapt. In dit gesprek heeft [naam 3] het over een actie in Duivendrecht, dat hij bij die actie een klapper heeft gemaakt met een brommer en dat ene [bijnaam] is gepakt en naar een cellencomplex is gebracht.
Op de camerabeelden van het bedrijf KPN is waargenomen dat op 29 augustus 2017 om 04.44 uur de Range Rover parkeerde met de voorzijde van het voertuig richting het genoemde KPN bedrijfspand en dat er personen uit de Range Rover stapten. Kort daarna kwamen er twee snorfietsen het terrein opgereden die zichvoegde bij de personen die uit de Range Rover waren gestapt. Om 5.27 uur kwam de Range Rover in beweging en de verlichting scheen op onder meer een persoon die geheel in het donkerblauw was gekleed. De donkerblauwe kleding van de afgebeelde verdachte op de plaats delict Spaklerweg vertoonde een sterke overeenkomst met de kleding die [verdachte] droeg tijdens zijn aanhouding. Nadat er twee keer met de achterzijde van de Range Rover tegen het rolluik van het bedrijfspand van KPN was gereden, renden zes personen naar scooter 1 en scooter 2. Drie personen stapten op scooter 1 en drie personen stapten op scooter 2. Om 5.29 uur reden de scooters weg over het fietspad van de Van der Madeweg in de richting van metrostation Van der Madeweg. De Range Rover werd achtergelaten. Op de deurstijl van de Range Rover werd een afdruk van een handpalm aangetroffen. Uit (een door verdachte niet betwist) onderzoek blijkt dat een zeer grote mate van overeenkomst is geconstateerd met de handpalm van [verdachte] . Na onderzoek van het kenteken blijkt dat de Range Rover op naam stond van [naam 1] en op 28 augustus 2017 omstreeks 22.00 uur is gestolen.
Op 25 oktober 2017 heeft voorts een doorzoeking plaatsgevonden, in perceel [adres perceel] te [plaats] , waar [verdachte] begeleid woonde. In een jaszak, die in een kast hing in zijn kamer, werden zes zakjes bruin poeder aangetroffen, wat na onderzoek heroïne bleek te zijn.
Op basis van voornoemde feiten en omstandigheden – in onderling verband en samenhang bezien en in het bijzonder gelet op het korte tijdsverloop tussen de gepleegde poging ramkraak en het aantreffen van verdachte in de omgeving van de plaats delict en de hiervoor beschreven bevindingen van de verbalisanten – gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte betrokken was bij de poging ramkraak met behulp van een gestolen auto die bij die poging is beschadigd. Verdachte had er van uit kunnen en moeten gaan dat bij een dergelijk misdrijf gebruik wordt gemaakt van een gestolen auto, zoals hier ook is gebeurd. Voor zover hij dit al niet met zekerheid zou hebben geweten had hij voorwaardelijk opzet op het medeplegen van heling van die auto.
Mede in het licht van de uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:HR:2016:1323), is hier sprake van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten, dat kan worden gesproken van medeplegen.
De verdediging heeft gesteld dat als de rechtbank zal aannemen dat de Range Rover door verdachte is geleverd ten behoeve van de ramkraak dit wellicht een medeplichtigheidshandeling oplevert. De rechtbank wijst erop dat het totaal van handelen in combinatie met voornoemde omstandigheden wijst op medeplegen en dat het aan verdachte is aannemelijk te maken dat zijn rol zo zeer afweek van die van de mededader(s) dat hij slechts als medeplichtige kan worden beschouwd. Verdachte heeft dit niet gedaan. In tegendeel, hij ontkent iedere betrokkenheid en evenmin komt hij, mede omdat hij niet op alle vragen van de rechtbank wil antwoorden, met een begin van aannemelijkheid over zijn eventuele rol als medeplichtige. De verklaring van verdachte dat hij op het moment van de aanhouding aan het Galileiplantsoen vanaf het huis van zijn ouders naar zijn auto aan het lopen was, acht de rechtbank op grond van de hierboven uiteengezette feiten en omstandigheden niet aannemelijk. Hij kan deze verklaring met niets onderbouwen en wil of kan niet eens verklaren waar zijn auto op dat moment precies geparkeerd stond. Daarbij is de door verdachte gestelde door hem gevolgde looproute niet logisch en verdachte geeft hier geen aannemelijke verklaring voor.
De raadsman stelt zich vervolgens op het standpunt dat verdachte ontkent wetenschap te hebben gehad van de aanwezigheid van heroïne en dat [naam vriendin] , zijn toenmalige vriendin, ook overal toegang toe had in de woning. [naam vriendin] ontkent echter de heroïne in haar bezit te hebben gehad. Daarnaast heeft verdachte niet aannemelijk gemaakt dat de jas waarin de zakjes met heroïne werd aangetroffen, toebehoort aan [naam vriendin] , noch dat de jas niet van hem zelf is. De rechtbank passeert dan ook het verweer van de raadsman en acht verdachte verantwoordelijk voor de in zijn kamer aangetroffen verdovende middelen.
3.2.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen onder feit 1 primair is ten laste gelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
3.3.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte onder
1. subsidiair
op 29 augustus 2017 in Nederland, een auto, merk Land Rover, model Range Rover, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en het voorhanden krijgen wist dat het een door diefstal verkregen goed betrof;
2.
op 29 augustus 2017 te Amsterdam en/of Duivendrecht (gemeente Ouder-Amstel), tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk en wederrechtelijk een auto, merk Land Rover, model Range Rover, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] , heeft beschadigd;
3. primair
op 29 augustus 2017 te Amsterdam en/of Duivendrecht (gemeente Ouder-Amstel), ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen, toebehorend aan KPN en zich daarbij de toegang tot dat weg te nemen geld en/of goederen te verschaffen door middel van braak, opzettelijk met zijn mededaders naar dat bedrijf is toegegaan, waarna hij, verdachte, en zijn mededaders,
- vluchtscooters hebben klaargezet en
- tweemaal met een gestolen voertuig achteruit tegen de gevel en tegen rolluiken zijn aangereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
op 25 oktober 2017 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 0,84 gram heroïne.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

4.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem onder 1 subsidiair, 2, 3 primair en 4 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [naam 1] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard en dat de vordering van de benadeelde partij KPN volledig dient te worden toegewezen met daarbij het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan heling van een Range Rover, die vervolgens als middel werd gebruikt bij een ramkraak. De verdachte en zijn medeverdachten hebben zich met grof geweld, door met de Range Rover tegen rolluiken te rammen, getracht toegang tot het bedrijfspand van KPN te verschaffen. Met deze handelwijze hebben verdachte en zijn medeverdachten blijk gegeven geen respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van anderen. Tevens heeft verdachte (financiële) overlast veroorzaakt voor de betrokkenen. Bovendien veroorzaken dergelijke feiten gevoelens van angst en onrust in de samenleving.
Daarnaast heeft verdachte, in een pand waarin hij en anderen begeleid woonde, een hoeveelheid heroïne voorhanden gehad, een voor de volksgezondheid schadelijke stof.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie van 22 oktober 2018, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van overtreding Opiumwet.
Bij de straftoemeting heeft de rechtbank de overschrijding van de redelijke termijn in aanmerking genomen. In een zaak als onderhavige geldt als uitgangspunt dat binnen een termijn van twee jaar na aanvang van de redelijke termijn vonnis dient te worden gewezen. In de onderhavige zaak gaat de rechtbank uit van het moment waarop verdachte voor de eerste keer in deze zaak in verzekering is gesteld als het moment dat de redelijke termijn is aangevangen, te weten 29 augustus 2017. Tussen die datum en de datum van het vonnis – 5 november 2019 – ligt een periode die de redelijke termijn met ruim 2 maanden overschrijdt. Dit tijdsverloop is niet aan de verdediging toe te rekenen, terwijl het ook niet kan worden gerechtvaardigd door bijvoorbeeld de ingewikkeldheid van de zaak.
In beginsel acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden passend en geboden. Echter, rekening houdend met de hiervoor geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank deze straf in duur met één maand matigen.
Het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS ) heeft oriëntatiepunten opgesteld die als leidraad kunnen worden gehanteerd bij het bepalen van een passende en geboden straf voor feiten als het onderhavige. De rechtbank is van oordeel dat in hetgeen door en namens verdachte als persoonlijke omstandigheden is aangevoerd en zijn beperkte strafblad grond kan worden gevonden om bij de strafoplegging de verdachte in een lichtere dan de standaardcategorie, als bedoeld in genoemde LOVS-oriëntatiepunten, in te delen. Dit houdt in dat de rechtbank ten gunste van verdachte zal afwijken van de straf die de officier van justitie heeft geëist.
Ten aanzien van de benadeelde partijen
De benadeelde partij,
KPN B.V.,vordert
€ 6.498,80(zes duizend en vierhonderd en achtennegentig euro en tachtig eurocent) aan materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Vast staat dat aan de benadeelde partij door het onder 3 primair bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht.
De raadsman betwist de schadepost overheaddeur van € 3.720 omdat uit het dossier niet valt af te leiden dat aan de overheaddeur schade is toegebracht. Ook ligt bij de vordering van de benadeelde partij hierover geen onderbouwing.
De rechtbank concludeert dat de vordering tot materiële schadevergoeding tot een bedrag van in totaal € 2.778,90 (twee duizend en zevenhonderd en achtenzeventig euro en negentig eurocent) voor schade aan rolluik en tijdelijke noodvoorziening overheaddeur aannemelijk is te achten en zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. De behandeling van de vordering levert voor dit deel een onevenredige belasting van het strafgeding op omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd en het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De benadeelde partij kan het resterende deel van haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank ziet geen aanleiding de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, nu de benadeelde partij geacht kan worden zelf haar toegewezen vordering te kunnen innen.
De benadeelde partij,
[naam 1], zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat aan verdachte voor de betreffende beschuldiging, diefstal van de auto van de benadeelde partij, geen straf of maatregel is opgelegd.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 47, 55, 57, 311, 350, 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

9.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1. primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het onder 1 subsidiair, 2 en 3 primair bewezen verklaarde levert op:
Eendaadse samenloop van
opzetheling
en
medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen
en
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
11 (elf) MAANDEN.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij,
KPN B.V.gevestigd in Den Haag, toe tot een bedrag van
€ 2.778,90(twee duizend en zevenhonderd en achtenzeventig euro en negentig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 29 augustus 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte aan KPN B.V. voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Verklaart de benadeelde partij,
[naam 1] ,niet-ontvankelijk in haar vordering.
Verklaart de volgende goederen retour aan verdachte:
. STK Personenauto [kenteken] , Volkswagen Polo 2006 Kl: Zwart 5347353
Geld Euro - (5471776) euro 196,35 (8x20; 3x10; 1x5; 1,35)
Geld Euro- (5471925) euro 840,70 (12x50; 12x20; 0,70)
Geld Euro – (5471927) euro 500,- (10x50)
Geld Euro 1x5; 1x1 euro en 0.50 Kleingeld 5472098
8. 1.
1. STK Zaktelefoon kl: zwart, Alcatel One Touch 5472060
8. 1.
1. STK Sleutel, Italië, kruiskop sleutel 5472758
8. 1.
1. STK Papier, briefje met aantekeningen 5472466
8. 1.
1. STK Zaktelefoon Kl: roze, REDMI NOTE, 5471970

1. STK Sleutel, 5472112

15. 1. STK Trainingspak, NIKE, 5472050

16. 1. STK Broek Kl: blauw, ADIDAS, donkerblauw 5441811
17. 1. STK Jas Kl: blauw, ADIDAS, donkerblauw met capuchon
18. 1. STK Shirt, 5441816
19. 1. STK Trainingspak, LACOSTE, 5472044
20. 1. STK Sleutelbos, 4 sleutels aan karabijnhaak 5472001
24. 1. STK Zaktelefoon Kl: zilver Iphone barsten in scherm 5471936
25. 1. STK Navigator Kl: zwart TOM TOM 5471938
27. 1. Stk Computer Kl:zwart HP 5471947
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.P.C. Janssen, voorzitter,
mrs. C. Klomp en S. Djebali, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.C. Hofstra, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 november 2019.