Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 november 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
de minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
- het belang van de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wob);
- het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob);
- persoonlijke beleidsopvattingen uit intern beraad (artikel 11, eerste lid, van de Wob).
- i) de inventarisatie van de aanwezige documentatie is onvolledig;
- ii) van persoonlijke beleidsopvattingen uit intern beraad is geen sprake; en
- iii) de internationale betrekkingen worden niet geschaad door openbaarmaking.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 170,- aan eiser te vergoeden.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 november 2019.