In deze zaak heeft de politierechter te Amsterdam op 2 juli 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het beledigen van twee ambtenaren tijdens de uitoefening van hun functie. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 30 mei 2019, waarbij de verdachte de woorden "Met jou praat ik helemaal niet met je lelijke hoofd. Je bent lelijk" zou hebben geuit tegen een van de verbalisanten. De politierechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren om de vervolging te schorsen. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie betoogd dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan belediging, wat wettig en overtuigend bewezen kon worden met het proces-verbaal van bevindingen. De verdediging heeft echter aangevoerd dat de verdachte onder invloed was en zich niet kon herinneren wat er gezegd was, en dat de beledigende woorden niet als zodanig opgevat hadden moeten worden.
De politierechter heeft in haar oordeel de verklaringen van de verbalisanten en het proces-verbaal in overweging genomen. De rechter oordeelde dat de verdachte inderdaad de beledigende woorden had geuit en dat deze woorden als beledigend konden worden aangemerkt. De politierechter heeft de verdachte schuldig bevonden aan eenvoudige belediging van een ambtenaar in functie en heeft de strafbaarheid van de feiten vastgesteld. De rechter heeft de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoon van de verdachte meegewogen in de strafoplegging. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van 100 euro, met een proeftijd van twee jaar, waarbij de tenuitvoerlegging van de geldboete niet zal plaatsvinden tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.