Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
gezichtsherkenningonmiskenbaar de hoogste diagnostische waarde. Het gezicht is immers uit zijn aard uniek en de meeste mensen zijn uitstekend in staat gezichten te herkennen. De rechtbank heeft bij de beoordeling de volgende uitgangspunten gehanteerd.
4.Bewezenverklaring
terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door zonder daartoe gerechtigd te zijn met een ten name van voornoemde [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] gestelde pinpassen en/of creditcards contant geld uit pinautomaten te pinnen en/of betalingen te verrichten.
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregelen
8.Beslag
9.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
40 (veertig) maanden.
[slachtoffer 1], wonende te Amsterdam, toe tot
€ 140,10(honderdveertig euro en tien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 11 juni 2019, tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 1]aan de Staat
€ 140,10(honderdveertig euro en tien cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, 11 juni 2019, tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 2 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 2], wonende te Hoofddorp, toe tot
€ 124,75(honderdvierentwintig euro en vijfenzeventig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 24 mei 2019, tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 2]aan de Staat
€ 124,75(honderdvierentwintig euro en vijfenzeventig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 24 mei 2019, tot aan de dag der algehele voldoening, te vervangen door hechtenis van 2 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 7], wonende te [woonplaats] , toe tot
€ 209,94(tweehonderdnegen euro en vierennegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 24 mei 2019, tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 7]aan de Staat
€ 209,94(tweehonderdnegen euro en vierennegentig cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, 24 mei 2019, tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 4 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 10], wonende te [woonplaats] , toe tot
€ 210,33(tweehonderdtien euro en drieëndertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 7 juni 2019, tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 10]aan de Staat
€ 210,33(tweehonderdtien euro en drieëndertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, 7 juni 2019, tot aan de dag der algehele voldoening, te vervangen door hechtenis van 4 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.