ECLI:NL:RBAMS:2019:7985

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 oktober 2019
Publicatiedatum
28 oktober 2019
Zaaknummer
7889915 CV EXPL 19-14734
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis ambtshalve toetsen consumentenrecht met betrekking tot online koopovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 oktober 2019 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de eisende partij, vertegenwoordigd door gemachtigde R. Slagman, en de gedaagde partij, Zalando SE, die niet is verschenen. De eisende partij had bij exploot van dagvaarding op 27 juni 2019 gevorderd dat de gedaagde partij zou worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 203,01, met nevenvorderingen. De gedaagde partij, vermoedelijk een consument, heeft niet tijdig gereageerd op de dagvaarding, waardoor verstek is verleend.

Bij tussenvonnis van 26 augustus 2019 is de eisende partij in de gelegenheid gesteld om een informatieformulier in te vullen en relevante stukken in te dienen. Op 5 september 2019 heeft de eisende partij een akte ingediend, maar de gedaagde partij heeft niet gereageerd. De kantonrechter heeft vervolgens de zaak ter beoordeling genomen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet voldeed aan de vereisten van artikel 111 lid 2 en artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De eisende partij heeft onvoldoende onderbouwd dat aan de wettelijke informatieverplichtingen is voldaan met betrekking tot de online koopovereenkomst. De vordering is afgewezen omdat de toelichting en de overgelegde producties niet aan de wettelijke eisen voldeden. De kantonrechter heeft de eisende partij bovendien veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij tot op heden op nihil zijn begroot.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
verstek
Afdeling privaatrecht CV
zaaknummer: 7889915 CV EXPL 19-14734
kenmerk: 19.11052
vonnis van: 21 oktober 2019
doc: Vvs

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e

de rechtspersoon naar buitenlands recht Zalando SE

wonende te / gevestigd te Berlijn, Duitsland
eisende partij
gemachtigde: R. Slagman
t e g e n

[gedaagde]

wonende te / gevestigd te [postcode] [woonplaats] , [adres]
gedaagde partij
niet verschenen.

Verloop van de procedureBij exploot van dagvaarding van 27 juni 2019 heeft eisende partij gevorderd dat gedaagde partij zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 203,01 met nevenvordering(en), één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.

Gedaagde partij heeft niet (tijdig) geantwoord en evenmin uitstel gevraagd, zodat tegen deze verstek is verleend.
Gedaagde partij is consument, althans wordt vermoed consument te zijn.
Bij tussenvonnis van 26 augustus 2019 is eisende partij in de gelegenheid gesteld om het bijgevoegde informatieformulier in te vullen, dit ingevulde formulier en de daarin aangeven stukken in het geding te brengen en een kopie hiervan aan gedaagde partij te sturen met de mededeling dat deze hierop kan reageren.
Eisende partij heeft op 5 september 2019 een akte ingediend.
Gedaagde partij heeft niet gereageerd.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Gronden van de beslissingEisende partij vordert betaling van € 159,95 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten.

Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
Daaraan voldoet deze dagvaarding niet.
Eisende partij stelt bij dagvaarding slechts – kort weergegeven – dat Zalando een detailhandel is, waarbij klanten via internet bestellingen kunnen plaatsen. De klant moet een account aanmaken waarbij de klant onder meer moet aangeven dat hij/zij akkoord gaat met de algemene voorwaarden. Eisende partij biedt aan op eerste verzoek een exemplaar van de algemene voorwaarden over te leggen. Verder citeert eisende partij artikel 6 “Herroepingsrecht” van de algemene voorwaarden en biedt zij aan op eerste verzoek een exemplaar van de algemene voorwaarden over te leggen. Zij legt een kopie van een factuur over.
Bij dagvaarding is niet gesteld en is ook niet gebleken dat, en zo ja op welke wijze, aan de wettelijke (pre) contractuele informatieverplichtingen ter zake van de aan de vordering ten grondslag liggende online koopovereenkomst is voldaan. De overeenkomst en de algemene voorwaarden zijn ook niet overgelegd.
Eisende partij is vervolgens in de gelegenheid gesteld haar vordering alsnog te onderbouwen met alle voor de beslissing van belang zijnde feiten door invulling van het aan haar verstrekte formulier, waar nodig de vragen toe te lichten en de daarin aangegeven stukken in het geding te brengen.
Eisende partij heeft de vragen vermeld in het formulier met ja/nee beantwoord en verwezen naar hetgeen is gesteld en geciteerd bij dagvaarding. Als productie is de dagvaarding en een exemplaar van de algemene voorwaarden overgelegd.
Naar het oordeel van de kantonrechter voldoet ook deze toelichting en de overgelegde producties van eisende partij niet aan de voorschriften van de artikelen 21 Rv en 111 Rv. De vordering wordt daarom als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
Mitsdien wordt beslist als volgt.

Beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eisende partij in de proceskosten die aan de zijde van gedaagde partij tot op heden begroot worden op nihil.
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 oktober 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter