ECLI:NL:RBAMS:2019:7933

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2019
Publicatiedatum
25 oktober 2019
Zaaknummer
13/204614-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijke geweldpleging door broers tegen vermeende minnaar van hun moeder

Op 25 oktober 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een 25-jarige man, die samen met zijn twee broers werd beschuldigd van openlijke geweldpleging tegen de vermeende minnaar van hun moeder. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek ter terechtzitting op 11 oktober 2019. De officier van justitie, mr. J. Schutte, had een vordering ingediend, en de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.J. Veldheer.

De tenlastelegging omvatte verschillende vormen van geweld, waaronder slaan met een ijzeren buis, duwen, trappen, schoppen en wurgen van het slachtoffer. De feiten zouden zich hebben afgespeeld op of omstreeks 15 oktober 2017 in Amsterdam, specifiek op de Marga Klompelaan en in de omliggende omgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat er verschillende verklaringen zijn over de gebeurtenissen, maar dat deze verklaringen te uiteenlopend zijn om tot een eenduidige conclusie te komen.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel de broers de aangever hebben belaagd en hij letsel heeft opgelopen, het niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld wat er precies is gebeurd en of het gedrag van de verdachte strafbaar is. Daarom heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde openlijke geweldpleging. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. G.H. Marcus, en de uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier mr. A.M.G. Thijssen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.204614.18
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/204614-18
Datum uitspraak: 25 oktober 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer strafkamer, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
ingeschreven en wonende op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 oktober 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. J. Schutte, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. J.J. Veldheer, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 15 oktober 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, op de openbare weg, te weten de Marga Klompelaan en/of de omliggende omgeving, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] , welk geweld bestond uit het een of meerdere malen:
- slaan (met een ijzeren buis) en/of duwen tegen die voorgenoemde [slachtoffer] en/of,
- trappen en/of schoppen tegen die voorgenoemde [slachtoffer] en/of,
- wurgen van die voorgenoemde [slachtoffer] met de riem van die [slachtoffer] zijn tas en/of verdachtes arm.

3.Vrijspraak

De rechtbank is van oordeel dat niet is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging.
Op 17 oktober 2017 bevonden de verdachte en zijn medeverdachten, zich in de buurt van de [adres 1] . In het dossier bevinden zich verschillende verklaringen over wat zich heeft afgespeeld tussen de drie verdachten, allen broers, en aangever, de vermeende minnaar van hun moeder. De politie neemt ter plaatse letsel waar bij aangever. De rechtbank heeft de overtuiging dat de broers aangever hebben belaagd en dat aangever door hun toedoen letsel heeft opgelopen. Op basis van het dossier kan echter niet met vol-doende zekerheid worden vastgesteld wat er precies is gebeurd en waar dit zou zijn gebeurd. De verklaringen die zijn afgelegd zijn daarvoor te uiteenlopend. Alle drie de verdachten zijn op enigerlei wijze betrokken maar of ieders afzonderlijke gedrag strafbaar is en of het geheel kan worden gekwalificeerd als openlijke geweldpleging kan niet worden vastgesteld. Dit brengt mee dat verdachte dient te worden vrijgesproken.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het tenlastegelegde niet bewezen en
spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.H. Marcus, voorzitter,
mrs. F. Dekkers en P.P.C.M. Waarts, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.M.G. Thijssen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 oktober 2019.
De jongste rechter is buiten staat mede te ondertekenen.