Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Vrijspraak
4.Beslissing
spreekt verdachte daarvan vrij.
Rechtbank Amsterdam
Op 25 oktober 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige man, die samen met zijn twee broers werd beschuldigd van openlijke geweldpleging tegen de vermeende minnaar van hun moeder. De zaak werd behandeld in een meervoudige strafkamer, waarbij het onderzoek ter terechtzitting plaatsvond op 11 oktober 2019. De officier van justitie, mr. J. Schutte, heeft zijn vordering gepresenteerd, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. J. Gunning, hun verweer hebben gevoerd.
De tenlastelegging omvatte verschillende vormen van geweld, waaronder slaan met een ijzeren buis, duwen, trappen, schoppen en wurgen van het slachtoffer. De feiten zouden zich hebben afgespeeld op of omstreeks 15 oktober 2017 in Amsterdam, specifiek op de Marga Klompelaan en in de omliggende omgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat er verschillende verklaringen in het dossier zijn opgenomen over de gebeurtenissen, maar dat deze verklaringen te uiteenlopend zijn om tot een eenduidige conclusie te komen.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel de broers de aangever hebben belaagd en hij letsel heeft opgelopen, het niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld wat er precies is gebeurd en of het gedrag van de verdachte strafbaar was. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet schuldig was aan openlijke geweldpleging, en hij werd dan ook vrijgesproken. De beslissing werd genomen door de voorzitter mr. G.H. Marcus en de rechters mrs. F. Dekkers en P.P.C.M. Waarts, met mr. A.M.G. Thijssen als griffier.