Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 oktober 2018 met bijlagen (hierna: producties);
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 15 mei 2019, waarbij een verschijning (hierna: comparitie) van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 19 juli 2019 met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Artikel 1 – De Lening
Leninggever verstrekt hierbij aan Leningnemer een geldlening (hierna: de “Lening”) ten bedrage vanEURO 100.000,-.
3.Het geschil
- € 268.218,44, te vermeerderen met 20% rente per jaar;
- € 3.116,09 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de beslagkosten, proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis.
4.De beoordeling
Leningsovereenkomst
5.De beslissing
2 oktober 2019voor uitlating door [eiser] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen;
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op maandagen, dinsdagen, donderdagen en vrijdagen in de maanden november 2019 tot en met januari 2020 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;