Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid,
- de conclusie van antwoord in het incident.
2.De feiten voor zover van belang in het incident
Hierbij bevestigen wij de aan ons kantoor verstrekte opdracht tot advisering naar aanleiding van de beschikking van de Ondernemingskamer van 2 augustus 2018, waarbij u onder meer als bestuurders van [naam BV] . geschorst bent. De opdracht zal zich voorshands beperken tot advisering op de achtergrond en incidentele contacten met de tijdelijk bestuurder en de tijdelijk beheerder van de aandelen. (…)
12. De rechtsverhouding tussen de opdrachtgever en [eiseres] , alsmede iedere rechtsverhouding die in verband met de uitvoering van een opdracht zou kunnen ontstaan, op welke grond dan ook, tussen enerzijds de opdrachtgever en anderzijds de Partners, de Stichting Beheer Derdengelden [eiseres] en/of Medewerkers [eiseres] , inclusief hun eventuele rechtsopvolgers, is onderworpen aan Nederlands recht. Alle geschillen die uit deze rechtsverhoudingen voortvloeien zullen aan de bevoegde rechter te Amsterdam worden voorgelegd.”
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.Het geschil in het incident
5.De beoordeling in het incident
6.De beslissing
21 augustus 2019voor conclusie van antwoord.