Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
- de dagvaarding van 3 oktober 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord van 24 december 2018;
- het tussenvonnis van 14 januari 2019, waarin is bepaald dat schriftelijk wordt voortgeprocedeerd;
- de conclusie van repliek van 15 maart 2019, met producties;
- de conclusie van dupliek van 7 juni 2019.
2.De feiten
De opdrachtgever
Tenzij uit doorhalingen anders blijkt, stemt de opdrachtgever ermee in dat:
[betrokkene] , Uw assistente heeft ons opgebeld tijdens ons afwezig zijn. We zijn al zes maanden bezig en constateren zelf geen vooruitgang, dus hebben wij aan onze zwager
Wil u dat ik hem bel voor het maken van bezichtigingsafspraken?” Hierop hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] niet gereageerd.
Na via [betrokkene] te hebben vernomen dat er een claim is gesteld, delen wij u het volgende mede:
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Toestemming andere echtgenoot
600,00(2 punten × tarief € 300,00)