IV. Per kwartaal in het werkrooster inroosteren van alle bij de takenpakketten en oplegprofielen behorende niet repressieve taken
26. Vanwege de lange doorlooptijd van een jaarrooster is het volgens Brandweer Amsterdam-Amstelland niet mogelijk alle niet-repressieve activiteiten (opleiding, oefening, OR-activiteiten) in het werkrooster op te nemen. Als gevolg daarvan moet een beroep op medewerkers buiten het rooster om worden gedaan, hetgeen tot aanpassingen leidt. In combinatie met het werken met een kwartaalrooster werkt dit meer efficiënt en transparant voor wat betreft de inzet van de beschikbare uren.
27. De ondernemingsraad vraagt zich af welk probleem wordt opgelost. Veel activiteiten zijn repeterend en daarom vooraf in een jaarrooster in te plannen. Ten tweede voert de ondernemingsraad aan dat ook Brandweer Amsterdam-Amstelland wil nastreven dat alle niet repressieve taken binnen de 24-uursdienst worden gerealiseerd. Dit geldt ook voor opleidingsactiviteiten. Het nadeel dat iemand vanwege de paraatheid af en toe een opleiding moet staken vanwege een uitruk weegt niet op tegen het voordeel dat dit heeft voor de beschikbaarheid van medewerkers in vergelijking met de uitroostering van een 24-uursdienst.
Beoordeling deelonderwerpen I, III en IV.
28. Deelonderwerpen I. en III. en IV. zullen gezamenlijk worden beoordeeld, vanwege de (deels) overlappende argumenten.
28. De belangrijkste wijziging in het voorstel voor de uitgangspunten van het jaarrooster betreft de invoering van een kwartaalrooster. Het argument van de ondernemingsraad dat medewerkers in een jaarrooster ruim van tevoren weten wanneer zij beschikbaar moeten zijn voor hun dienst en hun privéleven daarop kunnen inrichten is legitiem en belangrijk. Daarom zal in de eerste plaats moeten worden gewogen of de belangen die de Brandweer Amsterdam-Amstelland hiertegenover zet zwaarder dienen te wegen. Daarbij dient ook acht te worden geslagen op het argument van de ondernemingsraad dat de gewenste flexibiliteit kan worden bereikt binnen het huidige jaarrooster. Volgens de ondernemingsraad heeft Brandweer Amsterdam-Amstelland onvoldoende toegelicht waarom de flexibiliteit niet kan worden gerealiseerd binnen het jaarrooster.
30. De ondernemingsraad heeft verder als argument tegen het voornemen aangevoerd dat thans al wordt geëxperimenteerd met een driemaandsrooster in de proeftuinkazerne, met behulp van een systeem van zelfroostering en dat de ondernemingsraad niet begrijpt waarom de uitkomsten van die proef niet kunnen worden afgewacht. Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft ontkend dat wordt gewerkt met een driemaandsrooster, volgens Brandweer Amsterdam-Amstelland wordt enkel met een rooster van een andere lengte dan 24-uur geëxperimenteerd op basis van zelfroostering. De ondernemingsraad heeft daarop niet onderbouwd dat in de proeftuinkazerne wél wordt gewerkt met een driemaands rooster. Daarvan kan daarom niet worden uitgegaan en faalt het standpunt dat het voorgenomen besluit vanwege het experiment prematuur is.
31. In het rooster van 2018 zijn 52.386 diensten ingeroosterd en daarbinnen hebben, veelal door middel van ruiling, 30.682 mutaties plaatsgevonden. Dat is meer dan de helft. Volgens de ondernemingsraad blijkt daaruit dat dit rooster voldoende flexibiliteit biedt om veranderingen door het jaar heen op te vangen. Daarbij berust de regie echter bij de medewerkers en ontstaan tussen hen afhankelijke relaties. Feitelijk wordt er binnen een jaarrooster een apart rooster gevormd en gedraaid. Brandweer Amsterdam-Amstelland vindt dit ongewenst. Zij heeft er in dit verband onbetwist op gewezen dat bepaalde medewerkers bijvoorbeeld nog diensten tegoed hadden van collega’s die al uit dienst waren getreden. Afhankelijkheid van elkaar is een gegeven als onderling van dienst wordt geruild en niet alle medewerkers zullen hun diensten even gemakkelijk kunnen ruilen. Dat leidt tot onderscheid en ook dat is niet wenselijk, aldus Brandweer Amsterdam-Amstelland. Dat Brandweer Amsterdam-Amstelland dat wil terugdringen en ruiling gelet op de omvang daarvan wil beperken is tegen de achtergrond van voormelde toelichting naar het oordeel van de kantonrechter begrijpelijk en legt daarom in het kader van de belangenafweging een zwaar gewicht in de schaal.
32. Het is weliswaar mogelijk voor Brandweer Amsterdam-Amstelland om in het huidige systeem zonder extra kosten wijzigingen door te voeren uiterlijk één maand voor de dienst, maar zij heeft aangevoerd daar liever geen gebruik van te maken omdat dit juist nadelig kan uitpakken voor de medewerkers en op verzet zal stuiten als dit instrument (vaak) wordt ingezet. Gezien de argumentatie van de ondernemingsraad en de belangen die hij schetst, acht de kantonrechter dat inderdaad niet ondenkbaar. Bovendien leidt dat instrument ertoe dat medewerkers juist niet weten waar zij aan toe zijn, omdat mutaties nog op het laatste moment kunnen worden doorgevoerd.
32. Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft toegelicht dat een kwartaalrooster tot meer flexibiliteit binnen de organisatie leidt. Op zichzelf behoeft het geen betoog dat met een rooster dat voor een kortere periode wordt vastgesteld makkelijker kan worden ingespeeld op veranderingen binnen het personeelsbestand of de inzet van het personeel en op veranderingen binnen de organisatie. Weliswaar zullen een aantal zaken/activiteiten al ruim van tevoren bekend zijn en zou dat kunnen worden ingepast binnen een jaarrooster, maar dat geldt niet voor alle ontwikkelingen. Hier kan bijvoorbeeld worden gewezen op het opnemen van zorgverlof of wijzigingen in het personeelsbestand. Ook zullen bepaalde activiteiten die in een jaar zullen plaatsvinden (bijvoorbeeld opleiding) van tevoren vast staan, maar niet steeds zal al lang vooraf duidelijk zijn wanneer dat precies zal zijn. De ondernemer heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat met een kwartaalrooster beter kan worden ingespeeld op de actualiteit en dat dat de organisatie meer flexibel maakt. Er zijn van de kant van de ondernemingsraad geen (andere) argumenten aangedragen dat de flexibiliteit met een jaarrooster kan worden bewerkstelligd.
32. Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft voorts toegelicht dat medewerkers 3 tot 6 maanden van tevoren weten wanneer zij ingeroosterd zijn. Daarbij is erop gewezen dat zes maanden voordat het rooster moet ingaan, wordt gestart met het bouwen van het rooster en dat (uiterlijk) drie maanden voor aanvang het rooster wordt opgeleverd. Deze termijn komt de kantonrechter redelijk voor om wijzigingen in privé situaties te kunnen opvangen. Bovendien heeft Brandweer Amsterdam-Amstelland gewezen op een hardheidsclausule zodat in bijzondere situaties (co-ouderschap en zorgverlof) maatwerk kan worden geleverd; en verder dat de vakanties voor een jaar worden vastgesteld na input van medewerkers. Medewerkers weten dan ook ruim van tevoren wanneer ze vakantie hebben. Er blijft dus, zo begrijpt de kantonrechter, ook na invoering van de nieuwe roostersystematiek, op verschillende gebieden ruimte om rekening te houden met de persoonlijke wensen
35. De ondernemingsraad heeft nog betoogd dat als met een vakantiejaarrooster wordt gewerkt, naast de kwartaalroosters ook een jaarrooster moet worden gemaakt. Dit is volgens de ondernemingsraad ook noodzakelijk om te bezien of de ATW/ATB wordt gerespecteerd. Volgens de ondernemingsraad moet dat binnen een doorlooptijd van 26 weken worden getoetst en daarom kan het niet anders dan dat daarvoor naast een kwartaalrooster ook met een jaarrooster wordt gewerkt. Anders kan het rooster een probleem opleveren in latere kwartalen, volgens de ondernemingsraad.
36. Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft ter zitting betoogd dat een schaduwrooster niet nodig is, omdat de planner de beschikking heeft over een softwarepakket dat rekening houdt met de ATW en de ATB en dat het systeem controleert of dat wat de planner wenst, ook in verband met de regelgeving mogelijk is.
37. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat roosteren per kwartaal in verband met de bepalingen van de ATW/ATB niet mogelijk zou zijn. Het is uiteraard aan Brandweer Amsterdam-Amstelland om de ATW en ATB te respecteren en ervoor zorg te dragen dat het rooster zodanig wordt vorm gegeven dat er voldoende capaciteit is in alle kwartalen van het jaar.
38. Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft verder als argument nog naar voren gebracht dat er binnen het jaarrooster sprake is van zowel over- als onderbezetting en dat onderbezetting ertoe heeft geleid dat in 90 gevallen voertuigen niet konden worden bemand. De ondernemingsraad voert aan dat dit niet is onderbouwd. Volgens de ondernemingsraad komt het buiten gebruik stellen van voertuigen bovendien niet door het werken met een jaarrooster, maar ligt dat aan het capaciteitsprobleem op zichzelf.
39. Aan de ondernemingsraad kan worden toegegeven dat geen inzicht is gegeven in de conclusie dat het kwartaalrooster ertoe leidt dat het probleem van het niet in dienst kunnen nemen van voertuigen is ondervangen. Het komt de kantonrechter voor dat het met name een organisatiebelang is dat de voertuigen wél in dienst kunnen worden genomen. Dat niet duidelijk is geworden dat dit probleem in de nieuwe opzet niet is opgelost, maakt echter niet dat het voorgenomen besluit ten aanzien van de deelonderwerpen I, III en IV op enkel deze grond als onredelijk moet worden aangemerkt. Dit geldt temeer daar de ondernemingsraad heeft aangevoerd dat de ondercapaciteit niet zozeer aan het werken met een jaarrooster ligt, maar meer aan de onderbezetting. Daarmee boet het argument om (ook) om deze reden niet in te stemmen aan kracht in. Dat staat immers los van de gewenste wijziging van de roostersystematiek.
40. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de beslissing van de ondernemingsraad om, gelet op de argumenten over en weer, instemming aan de punten I. III. en IV. te onthouden niet redelijk is en dat vervangende toestemming zal worden verleend.