4.1.1.Feiten en omstandigheden ten aanzien van zaak A
Het opsporingsonderzoek 13Zomergem is gestart op 2 juli 2018, naar aanleiding van tips die het Team Criminele Inlichtingen van de Eenheid Amsterdam ontving. Deze hielden in dat er vanuit de woning op het adres [adres 1] door Nigerianen werd gehandeld in verdovende middelen/cocaïne. Er zou gebruik worden gemaakt van telefoonnummers [nummer] (hierna: # [nummer] ) en [nummer] (hierna: # [nummer] ).
Aan de hand van telefoontaps en observaties kwam [verdachte] in beeld als gebruiker van deze telefoonnummers. De persoon sprak over zijn zoontje genaamd [naam zoontje] en had onder meer telefonisch contact met een persoon die gebruik maakte van telefoonnummer [nummer] (hierna: # [nummer] ).
Deze laatstbedoelde persoon bleek een huisgenoot van [verdachte] te zijn, genaamd: [medeverdachte 1] , medeverdachte in dit onderzoek. De sleutels die [medeverdachte 1] op het moment van zijn aanhouding bij zich droeg, pasten op de slaapkamer waarvan hij, [medeverdachte 1] , had aangegeven dat hij daar verbleef. De telefoons die beide verdachten onder zich hadden op het moment van aanhouding waren gekoppeld aan voornoemde telefoonnummers waarmee zij eerder in verband werden gebracht.
In afgeluisterde telefoongesprekken, met zowel Nederlandse als buitenlandse telefoonnummers, wordt gesproken over hoeveelheden, kostprijzen, geldtransacties, kwaliteit, “spul”, “dat ding/die dingen”, “blok(vorm)”, “steen(vorm)”, “olie”, “charlie”, “wit”, “het ruikt”, “mensen die het vanachter zouden uitscheiden”, “het via de bagage zouden brengen”, wat “per vracht zou worden gebracht” of “in de pussy zou worden gezet en meegenomen” en leveren/levering, maar ook over andere landen, zoals “het land van Eliza”, Zwitserland en Denemarken.
Aan de hand van telefoongesprekken gevoerd met het nummer # [nummer] , in gebruik bij [verdachte] , op 16 en 17 oktober 2018, kreeg de politie het vermoeden dat een levering van verdovende middelen zou plaatshebben. Hierop is op 18 oktober 2018 een observatie gestart en is vervolgens [verdachte] aangehouden. [verdachte] bleek ten tijde van zijn aanhouding 200 gram slikkersbollen met cocaïne verstopt te hebben in zijn onderbroek.
[verdachte] is aangehouden in een auto. Deze werd op dat moment bestuurd door een snorder: [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] maakt gebruik van telefoonnummer [nummer] (hierna: # [nummer] ). Bij de fouillering van [medeverdachte 3] is een geldbedrag van € 1.240,- (twaalfhonderdveertig euro) aangetroffen.
In de woning op het adres [adres 1] is op 18 oktober 2018 een doorzoeking geweest. Daarbij zijn versnijdingsmiddelen aangetroffen en andere goederen die kunnen worden gebruikt bij het bereiden en bewerken van verdovende middelen, zoals blenders, gramweegschaaltjes, een zeef, een pan (voorzien van wit poeder aan de binnenzijde), ammoniak, grote hoeveelheden plastic zakken en een gasbrander.
In de afgeluisterde telefoongesprekken kwamen gesprekken voor waarin werd gerefereerd aan een persoon die “ [bijnaam 1] ” wordt genoemd. Gebleken is dat dit [medeverdachte 2] is. [medeverdachte 2] heeft in de ten laste gelegde periode gebruik gemaakt van diverse telefoonnummers: eerst [nummer] (hierna: # [nummer] ), dan [nummer] (hierna: # [nummer] ) en tot slot [nummer] (hierna: # [nummer] ).
[medeverdachte 2] is op 19 september 2018 aangehouden op grond van de Vreemdelingenwet 2000, waarbij er op zicht geen verdovende middelen werden aangetroffen in de woning waar hij op dat moment verbleef, [adres 2] . [medeverdachte 2] is de volgende dag heengezonden. Er is op 20 september 2018 naar aanleiding van nieuwe tapgesprekken die betrekking hadden op de aanwezigheid van politie in deze woning op 19 september 2018, alsnog een doorzoeking verricht op het adres [adres 2] .
Op meerdere plekken in de woning [adres 2] werden cocaïne, heroïne, MDMA pillen en versnijdingsmiddelen aangetroffen. Als ook diverse goederen die kunnen worden gebruikt bij het bereiden en bewerken van verdovende middelen, waaronder een blender (met poederresten), digitale weegschalen en boterhamzakjes. In één van de slaapkamers (genummerd als slaapkamer 3) is een koffer aangetroffen met daarin een factuur op naam van [medeverdachte 2] . Uit een kledingkast in dezelfde slaapkamer werd door [medeverdachte 2] in bijzijn van de politie zijn portemonnee gepakt. [medeverdachte 2] is aangehouden op 20 november 2018.
Bij zijn fouillering is een hoeveelheid van 122,16 gram heroïne aangetroffen, verpakt in slikkersbollen, een geldbedrag van €3.220,80 en een mobiele telefoon met daarin een simkaart met het nummer # [nummer] .
Op 20 november 2018 zijn ook drie andere personen aangehouden, die zich op het moment van hun aanhouding bevonden in de woning op het adres [adres 3] , de vermoedelijk nieuwe verblijfplaats van [medeverdachte 2] . Twee mannen, [naam 1] en [naam 2] , en een vrouw, [naam 3] . [naam 3] bevond zich ten tijde van de aanhouding in een slaapkamer, op bed met een ontbloot onderlichaam onder een deken. Op de plek waar zij lag is een slikkersbol aangetroffen met daarin 6,75 gram cocaïne. Uiteindelijk zijn er in haar ontlasting 27 slikkersbollen aangetroffen, met daarin een totaalgewicht van 182,25 gram cocaïne. [naam 2] , die zich op het moment van de aanhouding in dezelfde slaapkamer bevond, had een plastic tas vast met daarin 63 slikkersbollen met een totaalgewicht van 424 gram cocaïne. Verder zijn er in deze woning onder meer het volgende aangetroffen: 129,93 gram cocaïne, 4,15 gram heroïne, diverse versnijdingsmiddelen en andere goederen die kunnen worden gebruikt bij het bereiden en bewerken van verdovende middelen. In deze woning wordt tevens een telefoon aangetroffen met daarin een simkaart die is gekoppeld aan het telefoonnummer # [nummer] , in gebruik bij [medeverdachte 2] . [naam 1] (13/654182-18), [naam 2] (13/654181-18) en [naam 3] (13/654183-18) zijn op 14 maart 2019 door deze rechtbank veroordeeld in verband met de Opiumwet.