Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[handelsnaam],
[handelsnaam],
- de dagvaarding van 13 februari 2019 van [eiseres 1] , met producties;
- de conclusie van antwoord van 4 april 2019 van [gedaagde] , met producties;
- het vonnis van 18 april 2019, waarin is beslist dat schriftelijk wordt voortgeprocedeerd;
- de incidentele conclusie tot voeging van 17 mei 2019 van [eiseres 2] ;
- de conclusie van antwoord in incident van 17 mei 2019 van [eiseres 1] ;
- de conclusie van antwoord in het incident van 14 juni 2019 van [gedaagde] , met producties.
1.Het geschil
in de hoofdzaak
- € 8.483,10, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 december 2018;
- eventueel nog te maken en gemaakte buitengerechtelijke kosten, en proceskosten, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de 15e dag na dagvaarding.
2.De beoordeling
23 augustus 2019voor een akte aanvulling conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde] ,