Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
mr. R. Bosman, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. D. Bektesevic, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
3. Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van het feit en van verdachte
split secondte beslissen wat nu de beste handeling is, maar dat neemt niet weg dat verdachte veel te ver is doorgeschoten in zijn handelen door [slachtoffer 1] met zoveel kracht in het bovenlichaam te steken.
6.Motivering van de straf
7.Beslag
8.Vordering van de benadeelde partij
“Zij, die om in een burgerlijk geding in recht te verschijnen, bijstand behoeven of vertegenwoordigd moeten worden, hebben om zich overeenkomstig het eerste lid te voegen, in het strafproces de bestand of vertegenwoordiging eveneens nodig. Een machtiging van de kantonrechter, als bedoeld in artikel 349, lid 1, Boek 1, van het Burgerlijke Wetboek, is voor die vertegenwoordiger niet vereist. Ten aanzien van de verdachte zijn de bepalingen betreffende bijstand of vertegenwoordiging, nodig in burgerlijke zaken, niet van toepassing.”
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstraf van 2 (twee) jaar.
onttrokken aan het verkeer:
€ 5.755,83 (vijfduizendzevenhonderdvijfenvijftig euro en drieëntachtig eurocent)te betalen. Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 15 april 2019, zijnde het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag dat het gehele bedrag is betaald. De rechtbank stelt de vervangende hechtenis bij niet-betaling op 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis zorgt er niet voor dat de betalingsverplichting daarmee komt te vervallen.