Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
mr. R. Bosman, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. F. Dölle, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
Rechtbank Amsterdam
Op 15 oktober 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 66-jarige man, die werd beschuldigd van poging tot moord en mishandeling. De zaak was ontstaan naar aanleiding van een steekpartij in april 2019 in een park in Amsterdam-Zuidoost. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een schermutseling heeft plaatsgevonden, maar dat het vastpakken van kleding niet kan worden gekwalificeerd als mishandeling. De verdachte is vrijgesproken van de poging tot moord op slachtoffer 1, omdat niet bewezen kon worden dat hij zelf een handeling heeft verricht die heeft bijgedragen aan het steken. Ook kon niet worden aangetoond dat hij wist dat zijn zoon, die als medeverdachte werd aangemerkt, van plan was om slachtoffer 1 te steken.
Wat betreft de mishandeling van slachtoffer 2, heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte en zijn zoon weliswaar betrokken waren bij een worsteling, maar dat het gedrag van de verdachte niet kan worden gekwalificeerd als mishandeling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen sprake was van een zeer onaangename fysieke ervaring die nodig is voor een bewezenverklaring van mishandeling. De benadeelde partij, slachtoffer 1, had een vordering ingediend voor schadevergoeding, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.