Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
- € 639,00 aan griffierecht en
- € 980,00 aan salaris advocaat,
- € 639,00 aan griffierecht en
- € 980,00 aan salaris advocaat,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die op 5 september 2019 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, vorderde eiser, [eiser], de afwijzing van de geplande executieverkoop van zijn woning door ABN AMRO en Stichting Laurier. Eiser had een huurovereenkomst met Stichting Laurier en was in gebreke gebleven met betalingen, wat leidde tot een conservatoir beslag op zijn woning. Ondanks een vaststellingsovereenkomst waarin hij zich verplichtte een bedrag van € 400.000,00 te betalen, voldeed hij hier niet aan. Stichting Laurier en ABN AMRO voerden verweer en stelden dat zij recht hadden op executie van de woning. De voorzieningenrechter oordeelde dat ABN AMRO geen misbruik maakte van haar bevoegdheid om de executie over te nemen, aangezien zij een hypotheekhouder was en recht had op de opbrengst van de verkoop. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van een onevenredige aantasting van de belangen van eiser, omdat hij niet aan zijn verplichtingen had voldaan en er geen juridische of feitelijke misslagen waren die de executie konden tegenhouden. De vorderingen van eiser werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.