Op 10 oktober 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 juni 2016 in Diemen een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, bestuurder van een personenauto, was onder invloed van cannabinoïden en heeft zich zodanig onvoorzichtig gedragen dat dit leidde tot een aanrijding met een motorfiets, bestuurd door een ander, die daarbij zwaar lichamelijk letsel opliep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een bijzondere manoeuvre heeft uitgevoerd door te keren op een plaats waar dit verboden was, zonder rekening te houden met het overige verkeer. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een taakstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid. De verdediging pleitte voor vrijspraak, onder andere vanwege een vermeend vormverzuim bij het bloedonderzoek naar het THC-gehalte. De rechtbank oordeelde dat de waarborgen voor het bloedonderzoek niet waren nageleefd, waardoor het bewijs van de invloed van cannabinoïden niet kon worden gebruikt. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het onder invloed zijn, maar oordeelde dat hij wel schuld had aan het ongeval door zijn onvoorzichtige rijgedrag. De rechtbank legde een taakstraf op en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor een bepaalde periode.