ECLI:NL:RBAMS:2019:7495
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van bestuurder vrachtauto na verkeersongeval met voetganger
Op 10 oktober 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vrachtwagenchauffeur die betrokken was bij een verkeersongeval op 9 mei 2018. Bij dit ongeval kwam een 84-jarige voetganger, die met een rollator de straat overstak, om het leven. De verdachte werd beschuldigd van het niet verlenen van voorrang aan de voetganger, wat leidde tot haar overlijden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks het niet verlenen van voorrang, de nodige voorzichtigheid had betracht en niet aanmerkelijk onoplettend of onvoorzichtig had gehandeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte het slachtoffer niet had kunnen zien en dat er geen sprake was van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar werd hij wel schuldig bevonden aan het subsidiair ten laste gelegde, namelijk het veroorzaken van gevaar op de weg, waarvoor hij werd ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet strafbaar was, gezien de omstandigheden van het ongeval en zijn gedrag als ervaren chauffeur.