In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Eday Housing Services BV en een particuliere verhuurder, hierna aangeduid als [eiser]. De zaak betreft de vraag of [eiser] verplicht is om de btw te betalen die door Eday in rekening is gebracht voor de dienstverlening bij het vinden van een huurder voor zijn appartement. De verhuurder, [eiser], heeft op 5 november 2018 een overeenkomst tot dienstverlening gesloten met Eday, waarin een courtage van 8% van de huurprijs werd afgesproken. Echter, in de overeenkomst werd niet expliciet vermeld dat deze courtage exclusief btw was, wat leidde tot onduidelijkheid over de uiteindelijke kosten.
Tijdens de comparitie op 10 september 2019 is [eiser] verschenen, terwijl Eday niet aanwezig was. [eiser] heeft zijn standpunt toegelicht en aangegeven dat hij ervan uitging dat de btw was inbegrepen in de courtage. Eday heeft in een brief na de zitting aangegeven dat de directeur niet kon verschijnen en dat de factuur met btw terecht was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] als consument moet worden aangemerkt, aangezien hij de overeenkomst niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft gesloten.
De kantonrechter oordeelde dat Eday essentiële informatie over de kosten, inclusief btw, niet had verstrekt, wat in strijd is met de regels omtrent misleidende handelspraktijken. Hierdoor heeft [eiser] niet de kans gekregen om een weloverwogen beslissing te nemen over de overeenkomst. De rechter heeft de overeenkomst voor wat betreft de btw vernietigd en Eday veroordeeld tot terugbetaling van een bedrag van € 282,24 aan [eiser]. Daarnaast is Eday veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van transparantie in overeenkomsten en de bescherming van consumenten tegen misleidende praktijken.