Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 maart 2019,
- het proces-verbaal van comparitie van 22 augustus 2019 en de daarin genoemde stukken,
- de brief/fax van 5 september 2019 van mr. T. de Waard met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal,
- de brief/fax van 10 september 2019 van mr. B.W. Wijnstekers met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
brokers. Kingstone en Atureon zijn aandeelhouders van Kirchberginvest Holding. Kirchberginvest Holding heeft nog andere (in)directe dochtervennootschappen en gerelateerde fondsen, maar die zijn geen partij in deze procedure en zullen hierna buiten beschouwing worden gelaten.
over the counter(hierna: OTC), ofwel onderhands buiten de effectenbeurs om.
management buy outhebben de toenmalige managers [naam 1] en [naam 2] (hierna: [naam 2] ) de aandelen van Kirchberginvest Holding verworven via hun houderstermaatschappijen. De overdracht van aandelen vond plaats op basis van een Share Purchase Agreement van genoemde datum (hierna: de SPA). De activiteiten die Kirchberginvest Holding destijds als onderdeel van AAB verrichtte, zijn daarmee voortgezet buiten AAB.
Master Clearing Agreements(hierna: de MCA’s of in enkelvoud MCA), gesloten met alle entiteiten van de Kirchberg groep. Op basis van deze overeenkomsten, die tevens als raamovereenkomsten gelden, verleende AACB diverse clearing diensten. Deze overeenkomsten bevatten, voor zover van belang, de volgende bepalingen, waarbij de entiteiten van de Kirchberg groep steeds als ‘Client’ worden aangeduid en de overige termen die beginnen met een hoofdletter in een
schedulebij de MCA’s gedefinieerd zijn:
22.Termination
Group Credit Facility Agreement(hierna: de GCFA), gesloten met Trading Switzerland, Trading, Principal en Saxon. Deze overeenkomst regelt de voorwaarden waaronder de transacties van laatstgenoemden door AACB gefinancierd worden en bevat, voor zover van belang, de volgende bepaling:
Give Up Agreements(hierna: de GUA’s), gesloten met Kirchberginvest Holding en/of Trading en verschillende
brokers. Op basis van een GUA (een driepartijenovereenkomst) kon een
brokerop rechtsreeks verzoek van Kirchberginvest Holding en/of Trading een derivatentransactie verrichten die vervolgens aan AACB werd doorgegeven voor opname in het orderboek en verdere afwikkeling.
closing transactions) en geen nieuwe posities meer innemen. Verder is meegedeeld dat vanaf dat moment voor alle transacties voorafgaande goedkeuring is vereist.
pre-arranged tradesen
dividend-stripping. Voorts is opgenomen, voor zover van belang:
tradesin de fondsen Novartis en Hermes. Deze
tradeszijn in de week van 22 februari 2016 geplaatst.
brokersgeïnformeerd over de beëindiging van, onder meer, de GUA’s.
tradesin onder meer RTL, SES en Nestlé. Per e-mail van 29 maart 2016 aan onder meer [naam 2] heeft AACB deze goedkeuring geweigerd.
3.Het geschil
tradesuit. Vervolgens werd het Kirchberg c.s. echter niet toegestaan die uitstaande
tradesuit te (laten) voeren op gelijke wijze waarop Kirchberg c.s. dat in de vijf jaar daarvoor kon doen. Gezien de gemaakte afspraken levert dit een tekortkoming althans een onrechtmatig daad op van AAB c.s. jegens Kirchberg c.s. en is AAB c.s. aansprakelijk voor de als gevolg daarvan geleden schade, aldus Kirchberg c.s.
pre-arranged tradesdie niet gemeld waren aan AACB,
cross book hedging (handel tussen entiteiten binnen de Kirchberg groep in hetzelfde fonds) en handel rondom dividend data aanleiding gaf voor genoemde instructies en dat van een tekortkomen of onrechtmatig handelen geen sprake is. Daarnaast is geen sprake van schade en ontbreekt causaal verband. Meerdere eiseressen hebben opgehouden te bestaan, zodat zij geen partij in deze procedure kunnen zijn en niet ontvankelijk verklaard moeten worden. Aan AAB wordt geen specifiek verwijt gemaakt zodat de vordering jegens haar sowieso niet ontvankelijk is. Tot slot was Atureon geen aandeelhouder van Kirchberginvest Holding toen AACB diensten verleende en geldt voor Kingstone en Atureon dat de door hen gevorderde schade kwalificeert als afgeleide schade en dat die niet voor vergoeding in aanmerking komt.
4.De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
exceptio plurium litis consortium.Hiertoe voert zij aan dat de vordering door Kirchberg c.s. is ingesteld als hoofdelijke schuldeisers en dat een deel van de eiseressen niet meer rechtsgeldig in het geding kan worden geroepen. De rechtbank passeert dit verweer. Het enkele gegeven dat twee of meer eiseressen dezelfde vordering instellen, maakt nog niet dat sprake is van een ondeelbaarheid van een rechtsverhouding in die zin dat daaromtrent door een rechter slechts kan worden beslist in een geding waarin alle bij deze rechtsverhouding betrokkenen partijen zijn betrokken (vgl. HR 26 maart 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0911). Dat in dit geval (om andere redenen) sprake is van genoemde ondeelbaarheid is verder niet aangevoerd of gebleken.
non-binding tradesdie in februari 2016 uitstonden moest kunnen afronden gedurende de opzegperiode en wel op de wijze zoals zij dat eerder heeft mogen dan wel kunnen doen. Omdat AACB instructies had gegeven aan Kirchberg c.s., die er op neerkwamen dat Kirchberg c.s. anders moest gaan werken dan de vijf jaar daarvoor, heeft zij dat niet kunnen doen. Uit de ter comparitie gegeven toelichting van Kirchberg c.s. heeft de rechtbank begrepen dat dit anders werken dan de vijf jaar daarvoor er met name op ziet dat Kirchberg c.s. steeds
vooraf goedkeuringmoest vragen voor een
trade. Die instructies heeft AACB op 12 februari 2016 gegeven (zie 2.8) en op 22 februari 2016 herhaald (zie 2.11). Daarnaast heeft AACB de GUA’s per 29 februari 2016 beëindigd. Dit had tot gevolg dat Kirchberg c.s. niet meer rechtstreeks aan
brokerseen opdracht voor een
tradekon geven maar dat zij de voorgenomen
tradessteeds via AACB moest inzetten na verkregen goedkeuring én dat de
brokerswerden geïnformeerd dat Kirchberg c.s. niet meer rechtstreeks bij hen opdrachten voor
tradesmocht geven, wat in de praktijk betekende dat de
brokersandere partijen gingen zoeken om de
tradeste doen, aldus Kirchberg c.s.
cross book hedginggeldt het volgende. Naar aanleiding van de Osram-transactie en de instructie van AACB van 3 februari 2016 heeft [naam 2] reeds op 4 februari 2016 aan AACB toegezegd dat per direct geen
cross book hedgingmeer gedaan zou worden (zie 2.5 tot en met 2.7). Daarmee is deze beperking nader overeengekomen en kan zij niet ten grondslag worden gelegd aan de vordering in deze procedure. [naam 2] heeft ter zitting nog verklaard dat hij deze toezegging onder druk heeft gedaan aangezien hij niet anders kon tegenover een clearing bank. Een beroep op een wilsgebrek (zoals misbruik van omstandigheden) slaagt niet, alleen al omdat niet valt in te zien waarom de Kirchberg groep door de in artikel 3:44 lid 4 BW genoemde bijzondere omstandigheden bewogen zou zijn tot het doen van de toezegging. Evenmin is gebleken waarom AACB zich had behoren te onthouden van het geven van de instructie die leidde tot de toezegging van [naam 2] .
schedulesen
annexenvan de MCA’s, waaronder de GCFA, eveneens eindigen, tenzij anders aangegeven (zie 2.4). De GCFA kent daarnaast een eigen, directe beëindigingsmogelijkheid (zie 2.4). Na de opzegging van de GCFA door AACB op 12 februari 2016 (zie 2.11) zijn partijen in aanloop naar het eerste kort geding nader overeengekomen dat de relatie tussen AACB en de Kirchberg groep in ieder geval per 30 juni 2016 zou eindigen. Daarover, en over de redelijkheid van de beëindiging zelf, gaat dit geschil dus niet.
in its discretion (…) necessary or desirable). AACB was daarbij niet gehouden een reden op te geven voor deze instructies (zie 2.4).
pre-arranged trades,
cross book hedgingen handel rondom dividenddata zonder duidelijke economische rationale, waardoor het vermoeden van verboden
dividend strippinggerechtvaardigd was. Daarbij heeft AACB in het bijzonder gewezen op de Osram-transactie, waaruit
cross book hedgingblijkt. De gegeven instructies, waaronder de instructie voorafgaande toestemming te vragen, zagen vooral op het voorkomen van genoemde
pre-arranged trades, cross book hedgingen
dividend stripping. Kirchberg c.s. stelt weliswaar dat zij niet handelde in strijd met de geldende (beurs)regels en dat daarom een noodzaak tot het geven van nadere instructies ontbrak (de Osram-transactie zou een incident zijn geweest), maar heeft deze stelling onvoldoende onderbouwd. Zij heeft in dit kader immers hoofdzakelijk gewezen op het feit dat de Kirchberg groep haar handelspraktijk al jaren zo uitvoerde en dat
brokersen banken in de markt op gelijke wijze handelden. Dit laatste mag zo zijn, maar laat onverlet dat dit handelen in strijd met de (beurs)regels kan zijn en dat AAB c.s. er belang aan hechtte om daarbij niet betrokken te raken. Dat Kirchberg c.s. de verdenking op zich laadde van handelen in strijd met de beursregels (en zich ervan bewust was dat dit zo was), blijkt wel uit de wijze waarop [naam 2] op 4 februari 2016, een dag na het verzoek daartoe, zonder voorwaarden vrijwillig heeft ingestemd om per direct
cross book hedgingachterwege te laten en zich te verontschuldigen voor het veroorzaakte ongemak. Kirchberg c.s. heeft dan ook onvoldoende onderbouwd dat de noodzaak voor en de redelijkheid van de gegeven instructies ontbrak. Hierbij wordt betrokken dat AAB c.s. onbetwist heeft aangevoerd dat, nu de
tradesveelal op naam van AACB werden verricht, AACB een direct financieel belang had én een reputatierisico liep als
tradesin strijd met de geldende regels zouden zijn.
tradesin Novartis en Hermes (zie 2.12), zijnde een aantal van de 98
non-binding tradesdie Kirchberg c.s. uit had staan. Dat en waarom zij dit niet met betrekking tot de overige
tradesheeft kunnen doen, heeft Kirchberg c.s. niet nader toegelicht. De enkele omstandigheid dat het voor de Kirchberg groep ongewenst was om vooraf goedkeuring vragen, met als gevolg dat AACB nadere vragen kon stellen en de Kirchberg groep vooraf verantwoording moest afleggen over de voorgenomen
trades, leidt niet tot de conclusie dat het doen van
trades– binnen de gegeven instructies – onmogelijk was.
tradesnog eenmaal om goedkeuring is verzocht, namelijk voor
tradesin RTL, SES en Nestlé op 23 maart 2016 (zie 2.15). Deze
tradeszijn geweigerd, waartegen Kirchberg c.s. niet heeft geageerd. Dat doet de vraag rijzen of AACB wel in verzuim is komen te verkeren ten aanzien van de niet uitgevoerde
trades. Ook tegen de beëindiging van de GUA per 29 februari 2016 heeft Kirchberg c.s. niet geageerd.
brokersdoor misgelopen
trades€ 3.500.000,- schade hebben geleden betekent, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet dat Kirchberg c.s. die schade heeft geleden. Voorts heeft Kirchberg c.s. niet duidelijk gemaakt waarom AAB c.s. aansprakelijk is voor de gestelde reputatieschade. Dit volgt in ieder geval niet uit de zakelijke mededeling van AACB aan de
brokersdat de GUA’s zijn beëindigd.
€ 1.000.000,- overstijgt.
7.712,00(2,0 punten × tarief € 3.856,00)