Op 11 oktober 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 22-jarige man, die werd verdacht van poging tot doodslag en mishandeling van twee slachtoffers in een eetgelegenheid in Amsterdam op 12 augustus 2018. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot doodslag en zware mishandeling, omdat niet kon worden vastgesteld met welk voorwerp het slachtoffer was gestoken en of de kans op de dood aanmerkelijk was. De rechtbank oordeelde dat het letsel van het slachtoffer niet als zwaar lichamelijk letsel kon worden gekwalificeerd. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan de mishandeling van een tweede slachtoffer, omdat de verklaring van dit slachtoffer werd ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank legde een geldboete op van € 350,-, met vervangende hechtenis van 7 dagen bij niet-betaling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, maar dat er geen aanleiding was voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij in voorlopige hechtenis had gezeten.