Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
633,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 september 2019 een vonnis gewezen in een kort geding tussen Liander N.V., een netbeheerder gevestigd te Arnhem, en de bewoners van drie woningen in Amsterdam-Centrum. De bewoners zijn bij verstek veroordeeld om Liander toe te laten tot hun woningen. De procedure vond plaats ter zitting op 26 september 2019, waar Liander haar vorderingen heeft gepresenteerd. De gedaagden zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Liander niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen. De gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.353,83, te vermeerderen met de kosten van de in artikel 61 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorgeschreven advertentie. Tevens is Liander gemachtigd om de noodzakelijke werkzaamheden aan de elektriciteits- en gasinfrastructuur in de woningen uit te voeren, en zijn de gedaagden verplicht om medewerking te verlenen aan deze werkzaamheden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.