ECLI:NL:RBAMS:2019:7348

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 september 2019
Publicatiedatum
4 oktober 2019
Zaaknummer
C/13/672431 / KG ZA 19-976
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstrekking van toegang tot woningen door netbeheerder Liander N.V. in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 30 september 2019, is Liander N.V., een netbeheerder gevestigd te Arnhem, als eiseres opgetreden in een kort geding tegen de bewoners van drie woningen in Amsterdam-Centrum. De bewoners zijn bij verstek veroordeeld om Liander toegang te verlenen tot hun woningen. Tijdens de zitting op 26 september 2019 was gedaagde 1 aanwezig als informant, maar heeft hij geen juridisch inhoudelijk verweer gevoerd. De overige gedaagden zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Liander niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. De gedaagden zijn veroordeeld om medewerking te verlenen aan de werkzaamheden van Liander, die noodzakelijk zijn voor het beheer van het elektriciteits- en gastransportnet. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.353,83, te vermeerderen met wettelijke rente en kosten van de voorgeschreven advertentie. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/672431 / KG ZA 19-976 FB/BB
Vonnis in kort geding van 30 september 2019
in de zaak van
de naamloze vennootschap
LIANDER N.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres bij dagvaarding van 18 september 2019,
advocaat mr. P. Courtens te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
2.
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE WONING AAN DE [gedaagden sub 2] ,
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

Ter zitting van 26 september 2019 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Van gedaagden onder 2 is op de zitting niemand verschenen. Gedaagde 1 was als eventuele informant ter zitting aanwezig, maar heeft te kennen gegeven geen juridisch inhoudelijk verweer te willen voeren in verband met de kosten, zodat hij wordt geacht rechtens niet te zijn verschenen. Tegen de niet verschenen gedaagden is verstek verleend. Vervolgens heeft eiseres verzocht vonnis te wijzen.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 81,83
- griffierecht 639,00
- salaris advocaat
633,00
Totaal € 1.353,83
te vermeerderen met de kosten van de in artikel 61 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) voorgeschreven advertentie.
Deze kosten waren al door eiseres gemaakt voordat gedaagde onder 1 als informant ter zitting aanwezig was.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagden om, na betekening van dit vonnis, op een door eiseres vast te stellen datum die door eiseres minimaal een week van te voren aan gedaagden zal worden meegedeeld, aan eiseres medewerking te verlenen om de woning aan de [gedaagden sub 2] te betreden en aan eiseres zodanige medewerking te verlenen dat eiseres alle handelingen kan verrichten aan het door haar beheerde elektriciteits- en gastransportnet en de in de woning aanwezige elektriciteits- en gasinfrastructuur die eiseres noodzakelijk acht uit hoofde van haar wettelijke taken en contractuele verplichtingen,
3.2.
machtigt eiseres om de onder 3.1 genoemde werkzaamheden te verrichten en veroordeelt gedaagden om te gedogen dat eiseres deze werkzaamheden verricht in de onder 3.1 genoemde woning,
3.3.
veroordeelt gedaagden om, voor zover noodzakelijk ten behoeve van de hiervoor genoemde werkzaamheden, na betekening van dit vonnis, de woning te ontruimen voor de duur van die werkzaamheden, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 Rv bepaalde,
3.4.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.353,83, te vermeerderen met de kosten van de in artikel 61 Rv voorgeschreven advertentie en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten, met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.B. Bakels, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. B.P.W. Busch, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2019. [1]

Voetnoten

1.type: BPWB