Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
"geef me 30 euro of ik steek een mes in je lijf". Getuigen [ getuige 1] en [getuige 2] hebben dat voorwerp niet gezien. Wel heeft [ getuige 1] verklaard dat hij aan de houding en het gezicht van aangever zag dat deze bang en geschrokken was. Verdachte is vrijwel meteen nadat aangever het geld had afgegeven door verbalisanten aangehouden en onderzocht aan de kleding. Hierbij werd in de kontzak van verdachtes broek een zilverkleurige schaar zonder handvat aangetroffen. De rechtbank gaat er van uit dat deze schaar het ‘scherpe zilverkleurige voorwerp’ is dat verdachte aan aangever heeft getoond. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de omschreven situatie past in de door de politie omschreven bekende modus operandi van verdachte en is 15 euro bij verdachte aangetroffen, exact het bedrag waarvan aangever zegt dat hij dit aan verdachte onder bedreiging heeft moeten afgeven.
4.Bewezenverklaring
5.Bewijs
6.Strafbaarheid van het feit
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
géénvoorwaardelijke straf op te leggen, omdat verdachte volstrekt niet gemotiveerd op hem overkomt. Daarnaast is volgens de deskundige een voorwaardelijke straf niet nodig om verdachte bij het [instelling] te kunnen plaatsen. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen. Hierbij speelt mee dat verdachte ook tijdens zijn schorsing niet mee heeft willen werken aan de in dat kader opgelegde voorwaarde dat hij mee zal werken aan het opstellen van een Pro Justitia rapportage.
9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
gevangenisstraf voor de duur van 4 dagen, met bevel dat deze straf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op 2 jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
8 (acht) maanden.
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) dagen.