Op 11 september 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen en munitie. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A.M. Lobregt, en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J.S.W. Boorsma. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een wapen van categorie III en munitie van dezelfde categorie, gepleegd op 28 augustus 2019 in Amsterdam. De rechtbank oordeelde dat het wapen en de munitie rechtmatig in beslag waren genomen, ondanks de verdediging die stelde dat het bewijs onrechtmatig was verkregen. De rechtbank achtte de tenlastegelegde feiten bewezen en oordeelde dat de verdachte strafbaar was.
De rechtbank overwoog bij de strafoplegging dat het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen in het openbaar ernstige gevolgen kan hebben voor de veiligheid in de samenleving. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 9 maanden geëist, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank besloot tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden, met 5 maanden voorwaardelijk. De rechtbank hield rekening met de nieuwe Amsterdamse oriëntatiepunten voor vuurwapens en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn bereidheid om mee te werken aan reclassering. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op aan de voorwaardelijke straf, waaronder meldplicht bij de reclassering en behandeling door zorgverleners. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 11 september 2019.