Veroordeeldeheeft aangevoerd dat hij anders denkt over de begeleiding dan in het reclasseringsadvies is weergegeven. Toen veroordeelde de kliniek uit ging, voelde hij zich goed. Ondanks zijn detentie en opname, heeft hij gewoon gewerkt en is hij verhuisd. Maar sinds hij bij Fivoor kwam, ging het mis. Vanaf het begin kreeg veroordeelde het gevoel dat hij niet als mens werd gezien. Veroordeelde heeft bij Fivoor meermalen aangegeven dat hij last heeft van een eetstoornis en dat hij bewust middelen gebruikt om onder meer deze eetstoornis tegen te gaan. In het rapport staat dat veroordeelde is doorverwezen voor een behandeling voor zijn eetstoornis, maar niet dat die doorverwijzing pas zes maanden later kwam, nadat hij een klacht had ingediend, terwijl hijzelf toch degene is die het beste voelt en ziet wat er met hem aan de hand is. Ook het feit dat veroordeelde meerdere klachten heeft ingediend en aanvaringen met de reclassering had, staan niet in het rapport vermeld.
Op de – herhaalde – vragen om uit te leggen waarom veroordeelde op de in het reclasseringsadvies genoemde data niet bij de reclassering is verschenen, erkent hij dat hij in het begin niet op een afspraak is gekomen. Hij weet dat het reclasseringscontact en behandeling niet vrijblijvend was omdat hij een veroordeling had. Hij was toen echter mentaal erg in de war en weet waardoor het mis is gegaan. Veroordeelde heeft het gevoel dat hij een zelfmoordpoging heeft overleefd, maar in het politiedossier staat alleen maar dat hij gevaarlijk gedrag vertoonde. Veroordeelde heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis en daar valt ook een angststoornis onder. Veroordeelde had paniekaanvallen en verlatingsangst en heeft dat tot in de meest heftige sensaties in zijn lichaam gevoeld. Of zijn gedrag nu een zelfmoordpoging was of dat gewoon het licht uit ging, weet hij niet. Wel heeft hij, ondanks dat hij geen steun ontving, vaak nagedacht over zijn gedrag.
Het klopt dat veroordeelde diverse malen niet op de afspraken is verschenen, maar hij moest ook zijn leven op orde krijgen. Daarvan was sprake toen hij de eerste afspraak miste. Veroordeelde had toen veel issues met zijn broer die hem het leven zuur maakte. Dat heeft de reclassering in het rapport maar gewoon weg gelaten. Dat lijstje met data waarop veroordeelde niet is verschenen, klopt, maar de oorzaken waren op dat moment ook de aanvaringen die hij met de reclassering had. Veroordeelde wil juist wel hulp, en is daarom naar een raadsman gegaan en heeft meerdere klachten ingediend bij de reclassering. Dat kan worden gezien als tegenwerking, maar veroordeelde ziet dat als signaal. Hij heeft zelfs een goede vriend meegenomen naar de reclassering. Deze begrijpt hem wel. Overigens is ook dit niet vermeld in het rapport. Veroordeelde heeft aangegeven bereid te zijn om over het delict te praten, maar pedofilie is het punt helemaal niet. Dat speelde bij een eerdere veroordeling en sindsdien speelt dit niet meer. Veroordeelde heeft wel deze gevoelens, maar heeft daar niets mee gedaan. Het is nu meer een vadergevoel geworden. Over de pedofilie wordt echter wel doorlopend gesproken, terwijl de tijd die er voor een reclasseringscontact is, maar kort is en er dan geen tijd resteert om over de andere dingen te praten. Veroordeelde gaf echter aan dat hij aan zijn eetstoornis wilde werken. Dit betreft een verslaving die al 30 jaar duurt en daar komen veel emoties bij vrij. Zijn lijf staat onder spanning over en door de eetstoornis. Hier heeft hij het meeste last van en hier wil hij dus hulp voor.
Veroordeelde erkent dat hij zijn behandelaar/toezichthouder heeft uitgescholden. Daarin is hij veel te ver gegaan, maar dit werd veroorzaakt door stress en een te grote spanning op dat moment.
Veroordeelde heeft het erg moeilijk gehad, maar wilde wel meewerken met de behandeling. Dat heeft hij in Heiloo ook gedaan. Hij is nog steeds bereid mee te werken aan behandeling. De focus daarbij ligt voor hem op een eetstoornis. Zijn lijf geeft aan dat dat belangrijk is. Als de rechtbank zegt dat ook behandeling nodig is in verband met de brandstichting of als zijn pedofiele gevoelens niet worden vertrouwd, dan is hij bereid ook mee te werken aan behandeling in dat kader, maar de focus ligt op de eetstoornis.
Veroordeelde heeft verklaard het liefst gewoon rust te willen en zichzelf te willen heroriënteren op wat hij wil en nodig heeft. Hij werkt aan zijn eigenwaarde en oriënteert zich op werk. Als de rechtbank het daar niet mee eens is, verzoekt veroordeelde de kans te krijgen om alsnog een behandeltraject in te gaan, maar dan graag een voorzichtig traject.