ECLI:NL:RBAMS:2019:7134
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechters in civiele procedure niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 16 september 2019 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoekster. Het verzoek tot wraking was ingediend naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechters op 6 september 2019, waarbij het wrakingsverzoek van de verzoekster tegen mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, was afgewezen. De verzoekster was het niet eens met deze beslissing en heeft een nieuw wrakingsverzoek ingediend, waarbij zij verzocht om de behandeling van haar zaak door de rechtbank Haarlem of de rechtbank Den Haag, omdat zij het vertrouwen in de rechtspraak geschaad achtte.
De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat een wrakingsverzoek alleen kan worden gericht tegen de rechters die daadwerkelijk de zaak in behandeling hebben. Aangezien de rechters in deze zaak al een uitspraak hadden gedaan voordat het wrakingsverzoek werd ingediend, was het verzoek niet-ontvankelijk. De wrakingskamer heeft de verzoekster in haar verzoek tot wraking niet ontvankelijk verklaard, met de overweging dat de rechters het wrakingsverzoek niet meer in behandeling hadden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.