ECLI:NL:RBAMS:2019:703

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2019
Publicatiedatum
4 februari 2019
Zaaknummer
AWB - 18 _ 4200
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot correctie van justitiële gegevens na veroordeling in Duitsland

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 31 januari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die in Duitsland was veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar, en de minister van Justitie en Veiligheid. Eiser had verzocht om correctie van zijn justitiële gegevens, specifiek om twee verboden die automatisch van kracht zijn in Duitsland, te laten verwijderen uit zijn Nederlandse justitiële documentatie. De rechtbank oordeelde dat de verboden, die voortvloeien uit de Duitse veroordeling, wel degelijk als justitiële gegevens kunnen worden aangemerkt volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wsjg). De rechtbank stelde vast dat de registratie van deze verboden ter zake dienend is voor het doel van de verwerking, namelijk het bieden van een volledig beeld van het strafrechtelijk verleden van eiser. Eiser had aangevoerd dat de verboden niet door de Duitse rechter waren opgelegd en daarom niet als justitiële gegevens konden worden beschouwd. De rechtbank verwierp deze stelling, aangezien de verboden voortvloeien uit de Duitse wetgeving en relevant zijn voor de veroordeling. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 18/4200

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 januari 2019 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. T.E. Korff),
en

de minister van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.A. Zoet en mr. S.S.M. Fermont).

Procesverloop

Bij besluit van 9 november 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiser om enige op hem betrekking hebbende justitiële gegevens, die in de justitiële documentatie zijn verwerkt, te corrigeren, afgewezen. Het daartegen gemaakte bezwaar is bij besluit van 17 mei 2018 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard.
Op 26 juni 2018 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiser tegen dit besluit ontvangen. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 december 2018. Eiser is verschenen, bijgestaan door [naam] , als waarnemer van zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn voornoemde gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

Feiten en achtergrond van de zaak
1. Eiser is op 27 juni 2016 door de Duitse rechtbank te [plaatsnaam] strafrechtelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar. Dit staat ook vermeld op het Nederlands uittreksel justitiële documentatie van eiser. Op het uittreksel staat ook vermeld:
- verlies/schorsing van het recht om een bepaald openbaar ambt uit te oefenen;
- verbod om met minderjarigen te werken of activiteiten uit te oefenen.
2. Eiser heeft per e-mail van 11 oktober 2017 verzocht om het uittreksel justitiële documentatie te corrigeren, in die zin dat de twee verboden die zijn opgenomen worden verwijderd.
Verweerders afwijzing
3. Verweerder heeft het verzoek in het primaire besluit, gehandhaafd in het bestreden besluit, afgewezen. Volgens verweerder worden de verboden die in Duitsland automatisch van kracht zijn, aangemerkt als justitiële gegevens. Ook is verweerder van oordeel dat de registratie van de verboden ter zake dienend zijn voor het doel van de verwerking ervan. Het volledige beeld van het strafrechtelijk verleden behelst alle justitiële gegevens, dus naast de strafrechtelijke veroordeling ook alle overige gegevens die betrekking hebben op een onherroepelijke veroordeling. Verweerder heeft in het bestreden besluit wel aangegeven ten aanzien van het subsidiaire verzoek dat eiser heeft gedaan tijdens de hoorzitting, dat hij de registratie zal aanvullen met de toevoeging: “de hierboven vermelde verboden zijn van rechtswege in Duitsland opgelegd.”
Eisers beroep
4. Eiser voert aan dat de verboden die in Duitsland automatisch van kracht zijn vanwege de veroordeling in Duitsland, geen justitiële gegevens zijn in de zin van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wsjg) en het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens (Bsjg). De verboden zijn niet door de Duitse rechter opgelegd. Het zijn verboden die automatisch van kracht zijn naast de straf voor bepaalde ernstige misdrijven. Verder voert eiser aan dat verweerder ten onrechte heeft overwogen dat de registratie van desbetreffende, van rechtswege van kracht zijnde verboden, ter zake dienen voor het doel van de verwerking daarvan en niet in strijd zijn met een wettelijk voorschrift. Verweerder heeft niet nader gemotiveerd dat het niet relevant is dat de registratie met betrekking tot het aanvragen van de verklaring omtrent het gedrag niet ter zake dienend is.
Relevante regelgeving
5. Het in deze zaak relevante juridische kader is opgenomen in de bijlage. Deze bijlage maakt deel uit van deze uitspraak.
Oordeel rechtbank
6. In geschil is de vraag of de verboden die in Duitsland automatisch van kracht zijn vanwege de veroordeling in Duitsland, justitiële gegevens zijn in de zin van de Wsjg. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat dit het geval is. Hiertoe is van belang dat de verboden van een andere lidstaat ontvangen gegevens zijn die betrekking hebben op de onherroepelijke veroordeling wegens een strafbaar feit van een Nederlandse onderdaan en van de nadien met betrekking tot die veroordeling genomen maatregelen ten aanzien van die onderdaan, zoals bedoeld in artikel 37 van het Bsjg. Deze verboden staan in de Duitse wet en hebben betrekking op de veroordeling. Verweerder heeft deze gegevens ontvangen van de centrale autoriteiten van Duitsland. Op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel is verweerder gehouden om deze verboden ook op te slaan in de justitiële documentatie. Dat de Nederlandse wetgeving deze verboden niet kent, maakt niet dat het geen justitiële gegevens zijn in de zin van de Wsjg. De beroepsgrond slaagt niet.
7. Ook als sprake is van justitiële gegevens in de zin van de Wsjg, kan iemand alsnog verzoeken om verwijdering van deze gegevens indien deze niet ter zake dienend zijn. Verweerder heeft ter zitting een toelichting gegeven wat ter zake dienend is. Volgens verweerder moet artikel 22 van de Wsjg strikt worden uitgelegd. Degene die gegevens opvraagt uit de justitiële documentatie moet van deze gegevens uit kunnen gaan. Het volledige beeld van het strafrechtelijk verleden behelst alle justitiële gegevens. Er wordt niet snel aangenomen dat het niet ter zake dienend is, aldus verweerder. Ter zitting heeft eiser toegelicht dat eiser deze verboden graag wil laten verwijderen omdat deze in zijn hoofd een associatie oproepen met een delict waarvoor hij niet veroordeeld is. Eiser vreest dat hij in de toekomst op grond van de vermelding van deze verboden in verband wordt gebracht met delicten waarvoor hij niet veroordeeld is. Desgevraagd heeft eiser toegelicht dat hij een verklaring omtrent het gedrag heeft verkregen en dat hij tot nu toe geen belemmeringen heeft ondervonden van deze opgenomen verboden. De rechtbank is van oordeel dat de vrees die eiser heeft, niet bewaarheid is aangezien eiser een verklaring omtrent het gedrag heeft verkregen en kan werken. Iedereen die eisers strafblad inkijkt, zal zien dat de veroordeling betrekking had op een drugsdelict en dat de verboden van rechtswege zijn opgelegd in Duitsland. De associatie met andere delicten is niet gegeven en is daarom geen omstandigheid om de verboden te verwijderen. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat de ten aanzien van eiser verwerkte gegevens voor het doel van de verwerking wel ter zake dienend zijn. Doel is een goede strafrechtspleging door volledig inzicht te verschaffen in het strafrechtelijk verleden van eiser. Deze beroepsgrond slaagt evenmin.
8. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling of veroordeling van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J.M. Baldinger, rechter, in aanwezigheid van mr. E.D. Dalman, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2019.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (adres: Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC 's-Gravenhage). Naast de vereisten waaraan het beroepschrift moet voldoen op grond van artikel 6:5 van de Awb (zoals het overleggen van een afschrift van deze uitspraak) dient het beroepschrift ingevolge artikel 85, eerste lid, van de Vw 2000 een of meer grieven te bevatten. Artikel 6:6 van de Awb (herstel verzuim) is niet van toepassing.
JURIDISCH KADER
Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens
Artikel 22
1. Een ieder over wiens persoon justitiële gegevens worden verwerkt kan de verantwoordelijke schriftelijk verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen indien deze feitelijk onjuist, voor het doel van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn, dan wel in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
[…]
Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
Artikel 7:
1. Voor zover van toepassing worden als justitiële gegevens als bedoeld in de artikelen 2, 3, 4 en 9 aangemerkt:
a. alle beslissingen die door het openbaar ministerie of de rechter zijn genomen, met uitzondering van:
1°. de beslissing tot niet vervolgen omdat de betrokken persoon ten onrechte als verdachte is aangemerkt;
2°. de beslissing tot niet vervolgen na vaststelling van een rechtmatige geweldsaanwending van een ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren;
[…]
Artikel 9:
1. Op grond van internationale verplichtingen worden beslissingen die door andere dan Nederlandse rechters zijn gewezen als justitiële gegevens aangemerkt.
[…]
Artikel 37
De van een centrale autoriteit van een andere lidstaat ontvangen gegevens die betrekking hebben op de onherroepelijke veroordeling wegens een strafbaar feit van een Nederlandse onderdaan en van de nadien met betrekking tot die veroordeling genomen maatregelen ten aanzien van die onderdaan, worden opgeslagen in de justitiële documentatie.