ECLI:NL:RBAMS:2019:702
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering verklaring van geen bezwaar voor vertrouwensfunctie op Schiphol wegens onvoldoende gegevens uit veiligheidsonderzoek
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 29 januari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een functie op Schiphol ambieert, en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De eiser heeft in de periode van twintig maanden in Suriname verbleven, wat complicaties met zich meebracht voor het vereiste veiligheidsonderzoek door de AIVD. De AIVD heeft geen samenwerkingsrelatie met de Surinaamse inlichtingen- en veiligheidsdienst, waardoor de benodigde gegevens voor het veiligheidsonderzoek niet konden worden verkregen. De rechtbank oordeelt dat de minister in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de verklaring van geen bezwaar te weigeren, omdat er onvoldoende waarborgen zijn dat de eiser de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende plichten onder alle omstandigheden getrouwelijk zal volbrengen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser in de periode van zijn verblijf in Suriname niet voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld in de Beleidsregel veiligheidsonderzoeken. De eiser heeft aangevoerd dat hij in het verleden altijd een verklaring van geen bezwaar heeft gekregen, maar de rechtbank benadrukt dat elke aanvraag een nieuw toetsmoment is. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de nieuwe Beleidsregel niet van toepassing is op de eiser, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden van het uitzonderingsbeleid. De rechtbank verklaart het beroep van de eiser ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.