ECLI:NL:RBAMS:2019:7000

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 september 2019
Publicatiedatum
24 september 2019
Zaaknummer
C/13/670669 / KG ZA 19-849 AB/EB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op onrechtmatige uitlatingen en inbreuk op privacy in kort geding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 september 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagden. Eiseres, die van 2003 tot 2019 directeur was van Dutch Solar Systems B.V. (DSS), heeft gedaagde 1 aangeklaagd wegens onrechtmatige uitlatingen die inbreuk maken op haar privacy. Gedaagde 1 had in het openbaar beschuldigingen geuit over eiseres, waaronder beschuldigingen van fraude en betrokkenheid bij de porno-industrie, die hij niet kon onderbouwen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagde 1 onrechtmatig heeft gehandeld door deze beschuldigingen te uiten en heeft hem verboden om dergelijke uitlatingen te doen. Daarnaast is het gedaagden verboden om privégegevens van eiseres te zoeken of te gebruiken, en zijn er dwangsommen opgelegd voor eventuele overtredingen van deze verboden.

De zaak kwam voort uit een conflict tussen eiseres en gedaagde 1, die een relatie hadden gehad en daarna in een vriendschappelijke verhouding verkeerden. Gedaagde 1 had, op basis van informatie van zijn nieuwe vriendin, beschuldigingen geuit over eiseres die leidden tot een kort geding. Eiseres had eerder al een rectificatie van gedaagde 1 geëist, maar deze bleef in het openbaar volharden in zijn beschuldigingen. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de uitlatingen van gedaagde 1 onrechtmatig waren, gezien het gebrek aan bewijs en de impact op de privacy van eiseres. De rechter heeft de vorderingen van eiseres grotendeels toegewezen en gedaagden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/670669 / KG ZA 19-849 AB/EB
Vonnis in kort geding van 24 september 2019
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding van 30 augustus 2019,
advocaten mr. P.L. Tjiam en mr. L.M. van Schuylenburch te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUTCH SOLAR SYSTEMS B.V.,
gevestigd te Enschede,
gedaagden,
advocaat mr. J. Boogaard te Middelburg.
Eiseres zal hierna [eiseres] worden genoemd. Gedaagden worden gezamenlijk [gedaagden] genoemd en afzonderlijk [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en DSS.

1.De procedure

1.1.
Het verzoek van [gedaagden] tot sluiting van de deuren is ter zitting afgewezen. Het verwijt in deze zaak is nu juist dat in het openbaar beschuldigingen zijn gedaan die de persoonlijke levenssfeer raken. Er is geen reden de beoordeling van die beschuldigingen buiten de openbaarheid te houden.
1.2.
Ter zitting van 10 september 2019 heeft [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding en akte houdende wijziging eis. [gedaagden] hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnota’s.
Na verder debat hebben zij verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting was [eiseres] aanwezig met mr. Tjiam en mr. Van Schuylenburch.
Aan de zijde van [gedaagden] waren [gedaagde 2] en mr. Boogaard aanwezig. [gedaagde 1] zelf is direct na de weigering van zijn verzoek om de deuren te sluiten vertrokken.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is van 2003 tot 2019 directeur geweest van DSS, een bedrijf van [gedaagde 1] . Zij gaf ook leiding aan Wagner Solar GmbH, een zustervennootschap van DSS.
2.2.
[eiseres] heeft gedurende een aantal jaren een relatie met [gedaagde 1] gehad. Daarna zijn zij goed bevriend gebleven. Inmiddels heeft [gedaagde 1] een nieuwe vriendin, [naam 1] , die zich bezig houdt met cybercriminaliteit.
2.3.
[gedaagde 1] meent dat [eiseres] bij DSS heeft gefraudeerd en miljoenen euro’s heeft weggesluisd naar Gambia, en dat zij de oorzaak is geweest van een FIOD-inval bij zijn bedrijf Strukton, begin 2019. Hij gaat daarbij af op mededelingen van [naam 1] . Volgens [gedaagde 1] is de fraude naar voren gekomen uit een onderzoek van de Amerikaanse veiligheidsdienst in samenwerking met de AIVD. [eiseres] is een kort geding tegen [gedaagde 1] gestart om de beschuldigingen aan haar adres stop te zetten. Bij vonnis van 25 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel [gedaagde 1] veroordeeld tot plaatsing van een rectificatie waarin hij verklaart dat er geen bewijs is dat de communicatie tussen [eiseres] en de AIVD – [eiseres] had de AIVD gevraagd of die dienst een onderzoek naar haar had ingesteld – op enigerlei wijze te maken heeft met de inval van de FIOD bij en/of het onderzoek van de FIOD naar Strukton. Aan die veroordeling is een dwangsom verbonden. De voorzieningenrechter vond niet dat [gedaagde 1] [eiseres] heeft beschuldigd van fraude, maar slechts dat hij heeft verklaard op basis van door hem verkregen informatie nader onderzoek naar fraude te willen doen, wat hem vrij stond. [gedaagde 1] is ook daarna in het openbaar blijven verklaren dat [eiseres] de FIOD-inval heeft veroorzaakt. De voorzieningenrechter Overijssel heeft daarop bij vonnis van 2 augustus 2019 geoordeeld dat [gedaagde 1] het maximale bedrag aan dwangsommen (€ 200.000,00) had verbeurd, en heeft de dwangsom verhoogd.
2.4.
[eiseres] zit vanaf 9 april 2019 ziek thuis als gevolg van aan het werk gerelateerde psychische klachten. Zij is bij DSS ontslagen op 16 mei 2019.
2.5.
Per 8 mei 2019 is [gedaagde 2] aangesteld als interim-manager van DSS.
2.6.
[eiseres] heeft zich niet neergelegd bij het ontslag. In de procedure bij de kantonrechter heeft [gedaagde 1] een e-mail overgelegd waarmee op 21 juni 2019 vanaf het e-mailaccount [e-mailaccount] een e-mail van [eiseres] uit november 2018 over de aankoop van een vakantiewoning in Gambia is doorgestuurd aan mr. Boogaard, met kopie aan [gedaagde 2] .
2.7.
Op 16 juli 2019 heeft [eiseres] van een journalist vernomen dat [gedaagde 1] hem e-mails had gestuurd met persoonlijke informatie over haar. Nog diezelfde dag heeft zij [gedaagde 1] (via haar advocaat) gevraagd om opgave van de namen van alle media waaraan de e-mails zijn gestuurd, en hem gevraagd om die media te verzoeken de e-mails te vernietigen en niet te publiceren. In antwoord daarop heeft mr. Boogaard geschreven dat aan Tubantia, het Financieel Dagblad, Follow The Money en de Telegraaf e-mails/WhatsApp berichten zijn verzonden die mogelijk vertrouwelijke informatie over [eiseres] bevatten, en dat de geadresseerden inmiddels zou zijn verzocht die informatie onmiddellijk te vernietigen en niet te publiceren, omdat het privégegevens van [eiseres] (kunnen) zijn.
2.8.
Op 25 en 29 juli 2019 heeft journalist [journalist] (Follow the Money) een aantal e-mails aan [eiseres] voorgelegd met het verzoek om daarop te reageren. Het gaat onder meer om de volgende e-mails:
 een e-mail van [gedaagde 2] aan [gedaagde 1] van 6 juli 2016 met de volgende tekst:
“Ter info:
Bijgaand een opmerkelijke brief van mevrouw [eiseres] inzake een website met content voor 18+ (de HDV website).
Tevens het bijbehorende dossier, hierin zit ook nog een brief van de [naam 2] namens [naam 3] !
Dit ligt deels in lijn met hetgeen [naam 4] vertelde dat [naam 5] (advocaat en partner bij [naam 3] ) heeft verklaard dat mevrouw [eiseres] in het verleden seks-lijnen exploiteerde. (zie mij e-mail van 25-06-2019).”
 een e-mail van [gedaagde 2] aan [gedaagde 1] van 12 juli 2019 met de volgende begeleidende tekst:
“Bijgaand diverse documenten die ik uit het archief heb kunnen halen inzake o.a. [naam 6] ”
(De activiteiten van [naam 6] , een vennootschap van een onder de naam [naam 7] bekend staande pornoactrice, bestaan uit de productie, exploitatie, distributie en verkoop van films en filmrechten. De meegezonden documenten betroffen onder meer processtukken over een door [eiseres] aan [naam 7] geleende geldsom. vzr)
 een e-mail van 12 juli 2019 van [gedaagde 2] aan mr. Boogaard, met kopie aan [gedaagde 1] , waarin hij zijn visie op de betrokkenheid van [eiseres] bij [naam 6] uiteenzet.
 een e-mail van 14 juli 2019 van [gedaagde 1] aan mr. Boogaard, met kopie aan [gedaagde 2] en [naam 8] (werkzaam bij Strukton, een onderneming van [gedaagde 1] ), met de volgende inhoud:
“Bij het terughalen van een verwijderde back-up van DSS is voor 4 tb aan video’s aangetroffen hoofdzakelijk porno video’s/ video’s Afrikanen.
Het lijkt erop dat [eiseres] persoonlijk de activiteiten van [naam 7] , zie bijlage, heeft voortgezet.”
 een e-mail van [gedaagde 1] aan mr. Boogaard van 10 juli 2019 met de volgende inhoud:
“ [naam 17] , [eiseres] had naast de bonus van 3.645 die ze van centric ( [eiseres] was door Centric gedetacheerd bij DSS, vzr.) had in 2012 een bijzondere beloning van 73.492 uitgekeerd.
Er was in 2012 geen winst van 734.000,00
De winst was 36.450, aanzienlijk lager.
De bijzondere beloning ad 73.492 is dus gestolen door [eiseres] .”
 een e-mail van [gedaagde 1] aan [naam 8] van medio juni 2019 met de volgende inhoud:
“ [eiseres] is 16 januari de dag van de boekpresentatie (van “ [naam 10] ”, een nieuw boek van [naam 1] , vzr.) begonnen via tor op twitter met nepnamen en accounts. Dit is slechts 1 dag van haar activiteiten.
Ze is begonnen eind december met Volkskrant, FD en telegraaf. Term cybercharlatan komt van [eiseres] .
En [naam 11] heeft inzake de FIOD inval geen tegenstrijdige verklaring gegeven. Dat was [naam 12] in opdracht van [eiseres] .”
(Bij deze e-mail waren afbeeldingen meegestuurd van door [eiseres] vanuit haar e-mailaccount bij DSS verzonden items. vzr)
 e-mailcorrespondentie van begin juli 2019 tussen [gedaagde 2] , mr. Boogaard en mr. J. Wessels (advocaat van [naam 13] , werknemer van DSS) over door [naam 13] onklaar gemaakte harde schijven van DSS.
 e-mailverkeer van medio maart 2019 tussen een forensisch accountant,
[naam 14] , en [eiseres] over een in opdracht van haar door [naam 14] te verrichten onderzoek naar DSS beheer, Dutch Solar Systems, DSS Service, Wagner Solar GmbH en Wagner Solar Gambia Ltd., met daarbij een e-mail van [gedaagde 1] aan mr. Boogaard van 12 juli 2019 waarin hij passages uit die correspondentie heeft aangehaald en bovenaan in grote letters heeft vermeld:
“Beïnvloeding forensische accountant [naam 14] ”.
 een e-mail van [gedaagde 1] aan [naam 15] (Follow the Money) van 15 juli 2019 waarin hij schrijft:
“Misschien dat de door mij aan u verzonden correspondentie uw blik verruimd. [eiseres] is de slechte vrouw. Niet [naam 1] .
Alles wat [eiseres] op [naam 1] projecteert doet en is ze zelf.
Het is heel triest.
[eiseres] heeft op basis van leugens mij en [naam 1] vanaf november 2018 overal negatief weggezet. Met name ook dat bij de media, ook bij jullie.”
2.9.
[eiseres] heeft [gedaagde 2] , [gedaagde 1] en DSS in een brief van 17 juli 2019
Gesommeerd om de lastercampagne te staken, duidelijk te maken
welke informatie is gedeeld met derden, en de sommatiebrief te ondertekenen ter bevestiging dat zij aan de sommatie zullen voldoen. [gedaagde 2] heeft op 18 juli 2019 als volgt gereageerd:
“In de brief zijn meerdere feitelijke onjuistheden vermeld.
De verklaring zal ik dan ook niet ondertekenen.
Vanzelfsprekend zal ik de privacy van mevrouw [eiseres] respecteren (…)”
2.10.
In reactie op de sommatie heeft mr. Boogaard aan mr. Tjiam geschreven, voor zover hier van belang:
“(…) Door mevrouw [eiseres] is jegens de heer [gedaagde 1] een smaad kort geding aanhangig gemaakt. Daarin is de privacy van de heer [gedaagde 1] door mevrouw [eiseres] geschonden. Zij heeft zich bovendien op zeer lasterlijke wijze uitgelaten over de heer [gedaagde 1] en mevrouw [naam 1] . (…)
Het zal u niet verbazen dat de Autoriteit Persoonsgegevens dit in haar beoordeling zal betrekken en zal concluderen tot ernstige schending van privacygegevens door mevrouw [eiseres] en niet door SDD c.s. en/of de heer [gedaagde 2] en/of de heer [gedaagde 1] . Dit geldt temeer nu in ieder geval het inwinnen van informatie over mevrouw [eiseres] voor DSS c.s. van belang is omdat zij zich dienen te verweren tegen de onrechtmatige handelingen van mevrouw [eiseres] en mevrouw [eiseres] zich verzet tegen haar ontslag. (…)”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert na wijziging van eis, samengevat weergegeven:
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] te verbieden te beweren dat zij actief is in de porno-industrie;
[gedaagde 1] te verbieden te beweren (a) dat zij diefstal heeft gepleegd, (b) dat zij met nepaccounts op Twitter berichten over [naam 1] heeft geplaatst en (c) dat zij terabytes aan porno op de server van DSS heeft geplaatst;
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] te gebieden opgave te doen van (a) alle gestuurde of ontvangen berichten over haar privé-gegevens die zich onder DSS en Wagner Solar bevinden (b) de personen die toegang hebben gehad tot die privé-gegevens, (c) de contactgegevens van [naam 16] , (d) de contactgegevens van degene die de foto’s van het beeldscherm heeft genomen waarop haar in-box zichtbaar is en (e) het aantal kopieën dat van haar e-mailaccount is gemaakt en aan wie die zijn verstrekt;
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] en DSS te gebieden Fox IT opdracht te geven om te onderzoeken hoe het doorzoeken van haar e-mailboxen bij DSS en Wagner Solar is uitgevoerd;
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] en DSS te verbieden (a) haar privé-gegevens te gebruiken, (b) zich toegang te verschaffen tot haar persoonlijke gegevens of (c) derden daartoe toegang te verlenen, met uitzondering van een onafhankelijk en gerenommeerd onderzoeksbureau in het kader van onderzoek naar de gestelde fraude;
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] en DSS te gebieden haar persoonlijke gegevens aan haar af te geven; alles op straffe van verbeurte van dwangsommen en met veroordeling van primair [gedaagde 1] in de volledige proceskosten en subsidiair [gedaagden] hoofdelijk in de geliquideerde proceskosten.
3.2.
[gedaagden] voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Toewijzing van de vorderingen om [gedaagden] te verbieden nog langer bepaalde uitlatingen te doen, zou een beperking vormen van de vrijheid van meningsuiting. Zo’n beperking moet bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam of de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM).
4.2.
Van een beperking die bij de wet is voorzien, is sprake als de uitlatingen onrechtmatig zijn. Om uit te maken of dat het geval is moet een belangenafweging worden gemaakt. Daarbij is het belang van [eiseres] dat zij niet wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Het belang van [gedaagden] is dat zij misstanden (binnen DSS) moeten kunnen aankaarten en daar publiekelijk afstand van moeten kunnen nemen.
4.3.
De door [gedaagden] geopenbaarde informatie over [eiseres] is van persoonlijke aard. In artikel 8 lid 1 EVRM is het recht van een ieder op respect voor privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie verankerd. In de rechtspraak is uitgemaakt dat ook privéberichten die verstuurd zijn vanaf een zakelijk account onder de bescherming van dat artikel vallen. Uitgangspunt is dat het inzien van privécommunicatie een schending van het recht op privacy oplevert. Een dergelijke schending is slechts gerechtvaardigd als daar een legitieme reden voor is.
4.4.
Als reden voor het inzien van de privé correspondentie van [eiseres] hebben [gedaagden] opgegeven dat zij in beeld wilden brengen welke handelingen [eiseres] heeft verricht die niet in het belang zijn van DSS.
4.5.
Op zichzelf genomen moet het voor een werkgever mogelijk zijn om te speuren naar bewijs van eventuele fraude. De aan de pers gezonden informatie heeft echter voor het merendeel niets van doen met de veronderstelde fraude door [eiseres] . Dat geldt met name voor de kwestie [naam 7] , de terabytes aan porno die op de server van DSS zouden zijn aangetroffen en het twitteren met nepnamen over [naam 1] .
4.6.
Daar komt bij dat [gedaagden] hun beweringen over terabytes aan porno en het twitteren met nepnamen over [naam 1] tegenover de gemotiveerde betwisting door [eiseres] in het geheel niet met feiten hebben kunnen staven. Ook het verhaal over het exploiteren van sekslijnen door [eiseres] raakt kant noch wal. [naam 7] was lang geleden haar buurvrouw. De inmiddels overleden man van [eiseres] werkte ooit met zijn ict-bedrijf samen met [naam 7] . Na zijn overlijden in 2001 is zijn bedrijf overgenomen door werknemers. [eiseres] heeft daarbij een schuld van [naam 7] aan dat bedrijf overgenomen en in dat kader een lening aan [naam 7] verschaft, die zij later heeft geprobeerd te innen. Dit is allemaal lang geleden gebeurd en was, zoals [eiseres] onweersproken heeft gesteld, van a tot z bekend bij [gedaagde 1] , die ooit nog kennis heeft gemaakt met [naam 7] . Met het exploiteren van sekslijnen door [eiseres] heeft dit niets van doen. Ten slotte hebben [gedaagden] niet aannemelijk gemaakt dat de bijzondere beloning [eiseres] niet toekwam. Die had uiteraard niet betrekking op het jaar waarin de beloning werd uitgekeerd, maar op de winsten van DSS en DSS at Home in het voorgaande jaar, waarvan de bijzondere beloning precies 10% uitmaakt.
Ook de beschuldiging van fraude mist dus steun in de feiten.
4.7.
Uit de e-mail van [gedaagde 1] van 15 juli 2019 aan [naam 15] (zie r.o. 2.8, laatste bullet) blijkt dat zijn werkelijke bedoeling met het verspreiden van de privégegevens was om [eiseres] in de pers neer te zetten als ‘de slechte vrouw’. Door dat te doen in de vorm van verregaande beschuldigingen die iedere grond blijken te missen handelde [gedaagde 1] onrechtmatig jegens [eiseres] .
Dat wordt niet anders als [eiseres] zich, zoals wordt gesteld, eerder onrechtmatig zou hebben uitgelaten over [gedaagde 1] en [naam 1] . Dit is niet de manier om haar daarop aan te spreken.
4.8.
Het voorgaande is aanleiding om de vorderingen onder i en ii jegens [gedaagde 1] toe te wijzen. Daaraan zal gelet op zijn houding na het eerste vonnis van de voorzieningenrechter Overijssel een flinke dwangsom worden verbonden.
[gedaagde 2] heeft hand- en spandiensten verricht voor [gedaagde 1] en heeft de gevonden informatie doorgestuurd aan [gedaagde 1] en diens advocaat. Dat is echter geen openbaarmaking. De vordering onder i zal jegens hem dan ook worden afgewezen.
4.9.
Het gebruik door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] van de privé-gegevens van [eiseres] is niet alleen niet legitiem, maar moet worden aangemerkt als misbruik. Het zal [gedaagden] dan ook worden verboden nog langer gebruik te maken van, of derden toegang te verlenen tot privé-gegevens die zich bevinden op de
e-mailaccounts van [eiseres] bij DSS en Wagner Solar en van andere privé stukken van [eiseres] die zich nog in die kantoren bevinden. Het uit te spreken verbod staat niet in de weg aan een fraudeonderzoek door een onafhankelijk bureau. [eiseres] heeft haar vorderingen ook zo ingericht dat een dergelijk onderzoek kan worden uitgevoerd.
4.10.
Met deze veroordelingen moet worden voorkomen dat [gedaagde 1] , al dan niet via [gedaagde 2] of DSS, nog verdere privé-gegevens van [eiseres] verspreidt. In zoverre zijn haar belangen voldoende gewaarborgd. Er is geen concrete aanwijzing dat haar nog andere privacy gevoelige openbaarmakingen te wachten staan. Bij een opgave van wat er allemaal is ingezien en verstuurd, door wie en aan wie, heeft [eiseres] daarnaast onvoldoende belang. Hetzelfde geldt voor een onderzoek door een deskundige naar het doorzoeken van haar mailboxen.
Deze vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
4.11.
De dwangsom voor [gedaagde 2] zal worden beperkt zoals in de beslissing is vermeld.
4.12.
Voor een veroordeling in de volledige proceskosten, zoals primair gevorderd, bestaat onvoldoende aanleiding. [gedaagden] zullen als de op hoofdpunten in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de geliquideerde proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 81,83
- griffierecht 297,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 1.358,83

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt [gedaagde 1] met onmiddellijke ingang om op enigerlei wijze publiekelijk te beweren, op welke wijze dan ook, dat [eiseres] :
zich bezighield of bezighoudt met activiteiten in de porno-industrie;
diefstal heeft gepleegd door zichzelf in 2012 een bonus uit te keren van
€ 73.492,00;
met nepnamen en nepaccounts berichten over de boekpresentatie van [naam 1] op Twitter heeft geplaatst;
terabytes aan porno op de server van DSS heeft geplaatst,
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere overtreding van één of meer van de onder 5.1 uitgesproken verboden, tot een maximum van € 500.000,00 is bereikt,
5.3.
verbiedt [gedaagden] met onmiddellijke ingang, en met inachtneming van wat onder 4.8 is overwogen over fraudeonderzoek:
zich toegang te verschaffen of aan derden toegang te geven tot de e-mailaccounts van [eiseres] bij DSS en Wagner Solar of tot privé documenten van [eiseres] die zich nog in dossierkasten bij DSS en Wagner Solar bevinden; en
gebruik te maken van reeds uit deze e-mailaccounts of dossierkasten gehaalde privé-gegevens van [eiseres] , waaronder mede wordt begrepen het delen van die gegevens met derden;
5.4.
veroordeelt [gedaagde 1] en DSS om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere overtreding van één of meer van de onder 5.3 uitgesproken verboden, tot een maximum van € 500.000,00 is bereikt,
5.5.
veroordeelt [gedaagde 2] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van
€ 2.500,00 voor iedere overtreding van één of meer van de onder 5.3 uitgesproken verboden, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.6.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.358,83, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2019. [1]

Voetnoten

1.type: eB