Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 april 2019
- de conclusie van dupliek in reconventie,
- het proces-verbaal van comparitie van 19 juni 2019
- de brief van [gedaagde] van 27 juni 2019 met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de brief van [eiseres] van 9 juli 2019 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
Over de trap naar kelder is veel gediscussieerd en deze is uit eindelijk niet vanuit de trappenfabriek meegenomen en wordt nu in het werk gemaakt, omdat het niet zo kan als op de tekening staat in verband met de liftschacht en de kelderbak welke anders is gemaakt dan op tekening. Het materiaal is besteld en is binnen. Door [eiseres] is echter gekozen om eerst het dakkapel dat nu 3 weken geleden definitief is geworden te maken zodat het gebouw waterdicht wordt voor wat betreft het voorhuis.
Vorige week is de stortkoker verwijderd welke nog is gebruikte voor het slopen voor het dakkapel. Natuurlijk hadden wij wel de overige reparaties kunnen uitvoeren, dus dat is een punt.
Graag aangeven welke balk hiervoor gebruikt kan worden [eiseres] geeft aan dat er geen balk is van deze lengte, dan maken wij hem erin. Of moet er een nieuwe in komen?
Het verwijderen van deze trap is niet opgenomen in de prijsopgave/begroting, konden wij ook niet uit tekening halen en hebben wij niet bemerkt
Hierover was gedurende enige tijd onduidelijkheid m.b.t. wel/niet ventilatie rooster deze zijn nu besteld, maar hadden een aangegeven levertijd van 4 weken. Zijn nu binnen 3 weken binnen echter het glas stond nu ook op 4 weken en komt dus volgende week wo/do binnen waarna het geplaatst kan worden
Dit schilderwerk kan pas worden uitgevoerd als het glas in de kozijnen zit.
[gedaagde] heeft aangegeven dat deze ramen 30 minuten brandwerend glas moeten krijgen van binnen naar buiten en een optie voor brandwerende ventilatie roosters. Hiervan is afgelopen maandag een prijsopgave gestuurd, waarbij de roosters heel prijzig waren. [eiseres] wacht nog op een 2e prijsopgave voor het glas en verwacht het deze week op te geven. Daarna volgt beslissing [gedaagde] . N.b. Wel opgemerkt moet worden dat de draaikiepramen geen bewezen 30 minuten kozijnen zijn, ze hebben wel een diepere sponning dan normale ramen.
Inmiddels bekend dat er geen brandwerend glas in komt, glas kan worden besteld nadat productie tekening gemaakt zijn van de staalconstructie. Op 29-11-2017 is van [naam 5] een controle berekening van de staalconstructie ontvangen zodat het uitwerken van de werktekening van de staalconstructie in gang kan worden gezet. De doorlooptijd exclusief de vakantie zal minimaal 6 weken zijn gezien het coaten en verzinken van het staal
[gedaagde] is bij de smederij geweest en heeft een doorvalbeveiligingstang met knip bevestiging. [eiseres] krijg van [gedaagde] deze door gemaild.
[gedaagde] komt hierop terug
De Mohringer lift is definitief in productie, de montage staat gepland voor start laatste week Februari en duurt ongeveer 3 weken. Dan moet ook een groepenkast met aarde en de juiste afzekering gemaakt zijn, bekabeling naar de lift. Voor de ingebruikname keuring moet verlichting bij de schachtdeuren gereed zijn, telefoonlijn aanwezig.
Sparing op 1e verdieping voorzijde is al door ons aangepast terwijl het niet in het werk zat, de overige sparingen aanpassen is toch echt aanvullend werk, hiervoor moeten (dus kosten berekenen voor de arbeid die hierin gaat.
“Veel extra/lijmmetselwerk uitgevoerd dit verrekend tegen wand tegen beekwilder
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
‘hierin niet inbegrepen de lift, deze zal waarschijnlijk langer duren’.Verder is een uitzondering gemaakt voor overmacht:
‘onvoorziene omstandigheden en uitloop die niet onder zijn invloed valt’.
[gedaagde] stelt dat in het geheel geen oplevering heeft plaatsgevonden. Wel heeft [eiseres] de bouwplaats verlaten.
het gaat om een opdracht tot verbouwing, waarbij het naar blijkt uit de uitvoerige correspondentie tussen opdrachtgever en aannemer en uit de notulen van de bouwvergaderingen niet eenvoudigweg ging om het uitvoeren van de in de offerte genoemde werkzaamheden waarbij alle omstandigheden die bepalend zijn voor de tijdige voltooiing van de werkzaamheden in de risicosfeer van de aannemer liggen.
Immers
- zie o.a. 2.4. glas liftschacht.
Tekenend is in dit verband dat het verslag van de bouwvergadering van 28 november 2017 (volgens [gedaagde] een vergadering kort nadat 80 werkbare dagen waren verstreken) begint met:
“ [gedaagde] heeft een lijstje opgesteld met punten welke naar haar mening gereed hadden kunnen zijn nu de bouw toch langer duurt dan vooraf gezien.”waarna [eiseres] bij elk van die punten op één na redenen opgeeft waarom die werkzaamheden nog niet konden worden verricht, welke redenen niet in zijn invloedsfeer liggen. [gedaagde] heeft daar weer op gereageerd, maar heeft in dat stadium geen expliciet beroep op het boetebeding gedaan. Ook in het verdere verloop van de bouw is wel te zien dat [gedaagde] heeft aangedrongen op spoed en heeft gewezen op zijn financiële belang bij spoedige voltooiing van de bouw, maar daarbij is geen beroep gedaan op het boetebeding, hoewel de oorspronkelijk overeengekomen bouwperiode toen al lang was overschreden.
In het onder 2.7 weergegeven e-mailbericht van 17 mei 2018 heeft [gedaagde] [eiseres] “in gebreke gesteld”, zonder overigens een redelijke termijn voor de nakoming te stellen, zoals voorgeschreven in artikel 6:82 lid 1 BW. Maar ook toen heeft [gedaagde] geen beroep gedaan op het boetebeding.
Daarbij komt dat tussen partijen gedurende de verbouwing niet aan de orde is geweest tot welke bouwtijdverlening bepaalde acties (of het nalaten van bepaalde acties) zouden kunnen leiden en voor wiens rekening de daardoor ontstane bouwtijdverlenging zou komen.
Maar ook als het niet met opzet zou zijn gebeurd, is het gevolg wel geweest dat de genoemde indruk bij [eiseres] ontstond, waardoor ook in dat geval het achteraf alsnog aanspraak maken op de volgens het boetebeding verbeurde boete naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Indien de opdrachtgever het werk afkeurt, dient hij dat schriftelijk of elektronisch te doen onder vermelding van de gebreken die de reden voor afkeuring zijn. Kleine gebreken, die gevoeglijk in de onderhoudstermijn kunnen worden hersteld, zullen geen reden tot afkeuring mogen zijn, mits zij een eventuele ingebruikneming niet in de weg staan.”Te beoordelen is of de gebreken die in de onder 2.9 genoemde mail genoemd zijn afkeuring rechtvaardigen. Dat kan alleen het geval zijn voor zover concrete gebreken worden genoemd, opmerkingen zoals dat het werk ‘niet af’ of ‘ondermaats’ is, zijn onvoldoende om afkeuring te rechtvaardigen. In de genoemde e-mail worden de volgende concrete gebreken genoemd:
- de bevestiging van de balken in het trappenhuis is volgens de constructeur niet deugdelijk, waardoor de stabiliteit van de constructie niet is gewaarborgd (dit komt overeen met punt 3 van de architect)
De rechtbank is van oordeel dat niet is in te zien waarom het aansluiten van de hemelwaterafvoer en het eerste, tweede, vierde en vijfde punt van de architect (aangenomen dat dit gerechtvaardigde klachten zijn) niet in de onderhoudstermijn zouden kunnen worden hersteld. Wat de bevestiging van de balken in het trappenhuis betreft: dit lijkt op het eerste gezicht een ernstiger gebrek, maar gezien het commentaar van [eiseres] (
“wij zullen balkschoenen aanbrengen”) is ook hier zonder nadere toelichting niet in te zien waarom herstel niet binnen de onderhoudstermijn zou kunnen plaatsvinden en dus is ook niet in te zien waarom deze aan ingebruikneming (wat in dit geval inhield het verrichten van de afbouwwerkzaamheden door anderen) in de weg zou staan. Hierop is namens [eiseres] ook gewezen in de onder 2.12 aangehaalde brief.
Ook het onder 2.17 bedoelde rapport van het Bureau Bouwpathologie komt - blijkens de daar aangehaalde lijst van nog te verrichten werkzaamheden - tot de conclusie dat die werkzaamheden zeer beperkt zijn en voor een (gerelateerd aan de aanneemsom) bescheiden bedrag kunnen worden verricht, waarbij opvalt dat ook Bureau Bouwpathologie evenals [eiseres] het alsnog aanbrengen van balkschoenen als nog te verrichten werkzaamheden vermeldt.
Dat betekent dat het beroep op het boetebeding na oplevering heeft plaatsgevonden, zodat gezien hetgeen onder 4.1 tot en met 4.9 is overwogen geen boete is verbeurd.
Het standpunt van partijen over elk van de afzonderlijke meer- en minderwerkwerkposten die in geschil zijn en de beslissing van de rechtbank daarover volgt hierna.
[eiseres] stelt dat in plaats van twee dakkapellen nu drie dakkapellen zijn uitgevoerd, waarvan één gedeeltelijk bestaand en dat de meerprijs netjes is (zeker aangezien er maar € 800 euro in rekening wordt gebracht voor de kozijnen welke reeds gemaakt waren, maar niet meer konden worden gebruikt). Dat de meerprijs naderhand is gemaakt komt door de trage besluitvorming van [gedaagde] en het slechte weer in november 2017 waardoor het wenselijk was dat er snel gehandeld werd. [gedaagde] heeft op dit betoog gereageerd met de opmerking dat de kozijnen nog niet waren gemaakt.
Volgens [eiseres] zijn deze kosten anders ingevuld. Het stalen frame is niet ‘van bovenaf’ maar ‘binnendoor’ op zijn plaats gebracht. Hiervoor is apparatuur gehuurd, twee lange takels en zware rollers, een heftruck en een vrachtwagen met kraan en extra personeel om het frame toch naar binnen te krijgen. De kosten zijn dus wel gemaakt maar op een andere manier ingevuld. [gedaagde] heeft daarop gereageerd door te stellen dat de kosten door een andere uitvoering voor rekening van [eiseres] komen. Verder merkt hij op dat de keuze van [eiseres] om het frame in stukken te zagen sterk afdoet aan het uiterlijk. Bovendien zijn de details afgeraffeld. Hier is herhaaldelijk op gewezen.
4.39. De aanwezigheid van een hijskraan en wat daarmee verband houdt maakt geen deel uit van het te realiseren werk, maar is slechts voorwaardenscheppend. Dat betekent dat als op andere wijze de voorwaarden vervuld worden om het werk te realiseren van minderwerk geen sprake is. Dat is hier zo: het op zijn plaats aanbrengen van het liftframe heeft op andere wijze heeft plaatsgevonden dan oorspronkelijk de bedoeling was. Voor het totstandbrengen van het werk dat was aangenomen maakt de wijze waarop het wordt gerealiseerd niet uit.
Voor zover [gedaagde] klachten had over de kwaliteit van het werk had hij die bij de oplevering moeten uiten.
[eiseres] erkent dat en stelt dat in post 9 de lichtkoepel reeds als minderwerk is opgevoerd en dus verrekend.
[eiseres] stelt dat er een steektrapje staat van een hoger naar een lager vloerdeel en dat dit weer is verwijderd in verband met een andere indeling. [gedaagde] heeft daarop geantwoord dat een bestaande trap verplaatst is en dat er geen sprake is van een andere indeling.
erkent dat en heeft bij wijziging van eis zijn vordering reeds met deze post verminderd.
[eiseres] stelt dat dit een stelpost is die verrekend is.
In reconventie
3.414,00(2,0 punten × factor 1,0 × tarief € 1.707,00).
Dit bedrag is in beginsel toewijsbaar, nu de verrekening van de gestelde tegenvordering niet kan plaatsvinden omdat de vorderingen in reconventie worden afgewezen.
5.De beslissing
2 oktober 2019voor uitlating door [eiseres] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden november 2019 tot en met januari 2020 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenmet betrekking tot de onder 5.2 genoemde bewijsopdracht aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,