3.3.Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraken
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte de bankpassen van [persoon 2] heeft geheeld, omdat niet kan worden vastgesteld dat verdachte - die stelt de passen op straat te hebben gevonden, wist of had moeten vermoeden dat die passen van diefstal afkomstig waren. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het in zaak A onder 3 primair tenlastegelegde.
Ook kan niet worden bewezen dat verdachte heeft ingebroken in de auto van [persoon 3] , het dossier bevat daarvoor onvoldoende bewijs. Daarnaast kan niet worden bewezen dat verdachte de tas met het herenpak heeft geheeld, nu er onvoldoende feiten en omstandigheden zijn waaruit blijkt dat de goederen van diefstal afkomstig waren en verdachte daarvan afwist of had moeten weten. Dat betekent dat verdachte ook zal worden vrijgesproken van het in zaak B onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Bewijsoverweging
Verdachte heeft op de zitting bekend dat hij de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd, met uitzondering van feiten waarvan verdachte wordt vrijgesproken. De bekennende verklaring van verdachte wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen uit het dossier. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals beschreven in rubriek 4. Nu verdachte de feiten heeft bekend en de raadsvrouw hiervoor geen vrijspraak heeft bepleit, kan op grond van artikel 359, derde lid van het Wetboek van Strafvordering met de hierna genoemde opgave van bewijsmiddelen worden volstaan:
Ten aanzien van de feiten zaak A onder 1, 2, 3 subsidiair en 4, in zaak B onder 2 primair en in zaak C onder 1, 2 en 3
1. De bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting.
Ten aanzien van feit 1 in zaak A
2. Een proces-verbaal aangifte door [persoon 1] met nummer PL1300-2019112143-1 van 31 mei 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1] , doorgenummerde pag. 3 e.v.
3. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2019112143-5 van 31 mei 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 2] , [opsporingsambtenaar 3] en [opsporingsambtenaar 4] , doorgenummerde pag. 6 e.v.
Ten aanzien van feit 2 in zaak A
4. Een proces-verbaal aangifte door [persoon 10] namens de Kruidvat met nummer PL1300-2019070268-1 van 8 april 2019 (inclusief bijlage), in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 5] , doorgenummerde pag. 41 e.v.
Ten aanzien van feit 3 subsidiair en feit 4 in zaak A
5. Een proces-verbaal aangifte door [persoon 9] met nummer PL1300-2019080926-1 van 19 april 2019 (inclusief bijlagen), in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 15], doorgenummerde pag. 5 e.v.
6. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2019080926-3 van 10 mei 2019 (inclusief bijlagen), in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 6] , doorgenummerde pag. 15 e.v.
Ten aanzien van feit 2 primair in zaak B
7. Een proces-verbaal aangifte door [persoon 11] namens [persoon 4] met nummer PL1300-2019061976-1 van 26 maart 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 7] , doorgenummerde pag. 5 e.v.
8. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2019061976-6 van 26 maart 2019 (inclusief fotobijlagen), in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 8] en [opsporingsambtenaar 9] , doorgenummerde pag. 10 e.v.
Ten aanzien van feit 1 in zaak C
9. Een proces-verbaal aangifte door [persoon 6] met nummer PL1300-2019091934-1 van 4 mei 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 10] , doorgenummerde pag. 4 e.v.
10. Een proces-verbaal aangifte door [persoon 7] met nummer PL1300-2019092161-1 van 4 mei 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 11] , doorgenummerde pag. 7 e.v.
11. Een proces-verbaal aangifte door [persoon 5] met nummer PL1300-2019091934-11 van 5 mei 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 12] , doorgenummerde pag. 10 e.v.
Ten aanzien van feit 2 in zaak C
12. Een proces-verbaal aangifte door [persoon 8] met nummer PL1300-2019092837-1 van 5 mei 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 11] , doorgenummerde pag. 12 e.v.
Ten aanzien van feit 1 en 2 in zaak C
13. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2019091934-6 van 4 mei 2019 (inclusief fotobijlagen), in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 13] , doorgenummerde pag. 18 e.v.
Ten aanzien van feit 3 in zaak C
14. Een proces-verbaal Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2019091981-2 van 4 mei 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 14] , doorgenummerde pag. 47.
15. Een proces-verbaal Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2019091981-5 van 4 mei 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 14] , doorgenummerde pag. 49.
16. Een proces-verbaal Kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2019091981-4 van 4 mei 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 14] , doorgenummerde pag. 50.
17. Een geschrift, te weten een rapport met nummer 0624N19 van 29 mei 2019, opgemaakt door forensisch expert L.I. Stuyver, pagina ongenummerd.