ECLI:NL:RBAMS:2019:6804
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens voorbereiding liquidatie en diefstal van een iPhone
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 september 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1992, die werd beschuldigd van het medeplegen van de voorbereiding van moord/doodslag en diefstal van een iPhone. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na onderzoek ter terechtzitting op 20 juni en 2 september 2019. De officier van justitie vorderde een veroordeling, maar de rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de voorbereiding van een liquidatie. De verdachte was op 8 oktober 2015 betrapt terwijl hij onder een auto rommelde, wat leidde tot verdenkingen van een liquidatie. Echter, de rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet op de voorbereiding van moord/doodslag. De rechtbank oordeelde dat de GPS-tracker die de verdachte wilde plaatsen niet onder de reikwijdte van artikel 139d van het Wetboek van Strafrecht viel, omdat deze geen gegevens van derden aftapte, maar enkel zijn eigen locatiegegevens doorgaf. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van dit feit.
Ten aanzien van de diefstal van de iPhone, die op 24 september 2015 zou zijn gestolen, oordeelde de rechtbank eveneens dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te koppelen aan de diefstal. De iPhone was aangetroffen in de slaapkamer van de verdachte en zijn broer, maar er was geen bewijs dat de verdachte wist dat de telefoon gestolen was. De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel de diefstal als de heling van de iPhone. De rechtbank besloot ook tot onttrekking aan het verkeer van enkele in beslag genomen voorwerpen, waaronder sleutels, die in strijd met het algemeen belang werden geacht.