Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Uitvaardigende rechterlijke autoriteit en heropening
Director of Public Prosecutionsop de arresten van 27 mei 2019, waarin onder andere het volgende staat vermeld:
Questionnaire on the Impact of the CJEU Judgments in joined cases OG (C-508/18) and PI (C-82/19 PPU) and case PF (C-509/18), compilation of replies’ (hierna: ‘de questionnaire’), afkomstig van Eurojust. Dit stuk is in andere overleveringszaken door het IRC ingebracht. Het stuk is niet overgelegd binnen het kader van de beoordeling van onderhavig EAB. De rechtbank acht het van belang dat ook de raadsman van dit stuk kennis kan nemen.
Justitsministeriette Kopenhagen. Deze brief heeft – zo begrijpt de rechtbank – betrekking op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 27 mei 2019 (C-508/18 en C-509/18) en de gevolgen daarvan voor Denemarken. De rechtbank acht het van belang dat de raadsman en de officier van justitie hiervan kennis kunnen nemen en hierop kunnen reageren.
korte tijdaanhouden.
5.Beslissing
Justitsministeriette Kopenhagen. De rechtbank verzoekt de officier van justitie om de onder 4.3 aangeduide ‘questionnaire’ aan de stukken van het dossier toe te voegen en een exemplaar daarvan aan de raadsman te verstrekken.