ECLI:NL:RBAMS:2019:6531

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 augustus 2019
Publicatiedatum
4 september 2019
Zaaknummer
13/698207-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit van een ingekort enkelloops hagelgeweer en munitie

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 augustus 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een ingekort enkelloops hagelgeweer en bijbehorende munitie. De verdachte, geboren in 1974 en zonder vaste woon- of verblijfsplaats, was gedetineerd in een penitentiaire inrichting. Tijdens de zitting op 13 augustus 2019 heeft de officier van justitie, mr. P. Velleman, het ten laste gelegde feit bewezen geacht, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. T. den Haan, zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 8 mei 2019 in Amsterdam een ingekort enkelloops hagelgeweer van het merk Kassnar-Imports, type Omega 30, kaliber 12, en bijbehorende munitie voorhanden heeft gehad. De rechtbank oordeelde dat het feit wettig en overtuigend bewezen was, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte. De rechtbank heeft de ernst van het feit in overweging genomen, evenals de recidive van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarbij rekening is gehouden met de Amsterdamse oriëntatiepunten voor vuurwapens en explosieven. De rechtbank heeft ook de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de impact op de samenleving in overweging genomen. De uitspraak benadrukt de onacceptabiliteit van het bezit van vuurwapens in Amsterdam, vooral gezien de recente onrust door vuurwapengeweld.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT
VONNIS
Parketnummer: 13/698207-19
Datum uitspraak: 27 augustus 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1974,
zonder vaste woon- of verblijfsplaats in Nederland,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [penitentiaire inrichting] te [plaats] .

1.Onderzoek op de zitting

Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 augustus 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van wat de officier van justitie, mr. P. Velleman, en verdachte en zijn raadsman, mr. T. den Haan, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij op 8 mei 2018 een ingekort enkelloops hagelgeweer (categorie II onder 3) en munitie (categorie III) voorhanden heeft gehad.
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde feit bewezen.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich, gezien de bekennende verklaring van verdachte en de inhoud van het dossier, ten aanzien van de bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht, mede gelet op de bekennende verklaring van verdachte ter zitting, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
op 8 mei 2019 te Amsterdam een wapen van categorie II onder 3, te weten een ingekort enkelloops hagelgeweer (shotgun) van het merk Kassnar-Imports, type Omega 30, kaliber 12, en munitie van categorie III, te weten meerdere patronen van kaliber 12, voorhanden heeft gehad.

5.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte feit heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.

6.Strafbaarheid van de feiten

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
De verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, wordt opgelegd met een proeftijd van 2 jaren.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de straf sterk te matigen, gelet op de ernst van het feit en de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Verdachte is weliswaar eerder veroordeeld voor wapenbezit, maar dit betreft een ouder feit. Hij heeft het wapen alleen in zijn woning aanwezig gehad, zodat de verdediging een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, passend vindt.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straffen gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek op de zitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een zwaar vuurwapen, dat open en bloot onder het bed lag waar ook zijn (ex)vriendin in sliep. Daarnaast was hij in het bezit van bijbehorende munitie, die ook onder zijn bed lag. Het wapen betreft een ingekort hagelgeweer; een vuurwapen dat populair is in het criminele circuit door zijn grote schotkracht en omvang, waardoor het makkelijk is te verstoppen in een jas of een mouw en vaak voor het afdreigen van personen wordt gebruikt. Een dergelijk wapen kan gevoelens van angst en onveiligheid teweegbrengen bij mensen die ermee worden geconfronteerd, maar ook in de samenleving als geheel. Ondanks het feit dat verdachte het feit heeft bekend, heeft hij geen volledige openheid van zaken gegeven over hoe hij aan dit wapen is gekomen en waarom dit samen met de bijbehorende munitie onder zijn bed lag. Verdachte heeft immers in eerste instantie met klem ontkend dat het wapen van hem was, totdat bleek dat zijn DNA op het wapen was aangetroffen.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte van 9 juli 2019, waaruit blijkt dat verdachte een flinke documentatie heeft voor geweldsdelicten en recent nog is veroordeeld voor een overtreding van de Wet Wapens en Munitie. Het baart de rechtbank zorgen dat verdachte een zwaar kaliber vuurwapen voorhanden heeft gehad, terwijl hij in 2016 nog is veroordeeld voor een vergelijkbaar feit. Ook merkt de rechtbank op dat verdachte in 2011 ongewenst is verklaard en sindsdien bewust onder de radar leeft, waarbij het vermoeden bestaat dat hij zich bezig houdt met (zware) criminele activiteiten.
De rechtbank ziet aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie.
In Amsterdam is de laatste jaren veel onrust ontstaan door het veelvuldig gebruik van vuurwapens. Om die reden heeft de rechtbank in mei 2019 de Amsterdamse oriëntatiepunten voor vuurwapens en explosieven opgesteld, met het doel om het toegenomen vuurwapengeweld in Amsterdam een halt toe te roepen en een signaal af te geven dat bezit van vuurwapens in Amsterdam onacceptabel is. In die oriëntatiepunten is het uitgangspunt bij een pistool of revolver in een woning zes maanden gevangenisstraf en bij een automatisch vuurwapen in een woning twaalf maanden gevangenisstraf. De rechtbank zoekt aansluiting bij deze oriëntatiepunten en houdt rekening met het feit dat het hier gaat om een zwaar kaliber vuurwapen, er sprake is van recidive en ook bijbehorende munitie is aangetroffen.
Gelet hierop en mede om de ernst van het feit tot uitdrukking te brengen, vindt de rechtbank een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden.

9.Beslag

De onder verdachte in beslag genomen telefoon zal worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op artikelen 26 en 55 Wet Wapens en Munitie.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4. is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Gelast de
bewaringten behoeve van de rechthebbende van:
1. 1.00 STK Telefoon Samsung (wit)
5747855
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.T.C. de Vries, voorzitter,
mrs. C.A. van Dijk en K.A. Brunner, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. G. Onnink en I. Meulman, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 augustus 2019.
Bijlage I – Tenlastelegging
1
hij op of omstreeks 8 mei 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie II, onder 3, te weten een ingekort enkelloops hagelgeweer (shotgun), van het merk Kassnar-Imports, type Omega 30, kaliber 12, zijnde een vuurwapen en/of (bijbehorende) munitie van categorie III, te weten een of meerdere patronen van kaliber 12, voorhanden heeft gehad.