In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 augustus 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een ingekort enkelloops hagelgeweer en bijbehorende munitie. De verdachte, geboren in 1974 en zonder vaste woon- of verblijfsplaats, was gedetineerd in een penitentiaire inrichting. Tijdens de zitting op 13 augustus 2019 heeft de officier van justitie, mr. P. Velleman, het ten laste gelegde feit bewezen geacht, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. T. den Haan, zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 8 mei 2019 in Amsterdam een ingekort enkelloops hagelgeweer van het merk Kassnar-Imports, type Omega 30, kaliber 12, en bijbehorende munitie voorhanden heeft gehad. De rechtbank oordeelde dat het feit wettig en overtuigend bewezen was, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte. De rechtbank heeft de ernst van het feit in overweging genomen, evenals de recidive van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarbij rekening is gehouden met de Amsterdamse oriëntatiepunten voor vuurwapens en explosieven. De rechtbank heeft ook de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de impact op de samenleving in overweging genomen. De uitspraak benadrukt de onacceptabiliteit van het bezit van vuurwapens in Amsterdam, vooral gezien de recente onrust door vuurwapengeweld.