Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.W.P. Krijnen, advocaat te Roermond.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij zowel de Nederlandse als de Roemeense nationaliteit heeft.
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid, feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Onschuldverweer
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
- deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet.
- medeplegen van het afleveren, verstrekken, vervoeren of voorhanden hebben van stoffen, dan wel het voorhanden hebben van vervoermiddelen, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van de in artikel 11 derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, meermalen gepleegd.
- medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door vervoermiddelen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij zijn bestemd tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
In die situatie staat artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW de overlevering niet toe.
8.Artikel 9, eerste lid onder a, OLW
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Onderzoeksrechter in de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, België.