Op 20 augustus 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 14 juni 2019 en betreft een EAB dat op 24 april 2019 door de onderzoeksrechter van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout, is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1986 en gedetineerd in Nederland, wordt verdacht van oplichting, een feit dat ook naar Nederlands recht strafbaar is.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de vordering behandeld op een openbare zitting op 6 augustus 2019. De officier van justitie, mr. M. Diependaal, was aanwezig, evenals de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. J.P. Plasman. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen over de overlevering.
In de uitspraak is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft geoordeeld dat de garantie van de Belgische autoriteiten voldoende is en dat de overlevering kan plaatsvinden. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan de Belgische autoriteiten toe te staan, waarbij is opgemerkt dat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel openstaat.