Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter kort geding
de stichting Stichting Ymere
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
(…)
Artikel 4: verplichtingen van de huurder/huurster.
4.1. De woning is bestemd om te worden gebruikt als woonruimte voor huurder/huurster en zijn haar huishouden. (…) Huurder/huurster verplicht zich de woning (…) overeenkomstig de bestemming te gebruiken en deze bestemming niet te veranderen.
4.2. Huurder/huurster zal de woning als een goed huurder/huurster gebruiken en onderhouden. (…).
4.3. Huurder/huurster zal zich onthouden van gedragingen, waarvan naar algemeen gangbare opvattingen mag worden aangenomen dat zij schade veroorzaken aan de woning, of aan naburige woningen danwel overlast aan de omwonenden veroorzaken.
(…)
4.7. Het is de huurder/huurster zonder schriftelijke toestemming van het Woningbedrijf (kantonrechter: de rechtsvoorgangster van Ymere) niet toegestaan de woning voor een deel of in z’n geheel onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven.
4.8. De huurder/huurster is aansprakelijk voor gedragingen in strijd met de voorgaande leden van dit artikel, zowel van zijn/haar huisgenoten als van degenen die door de huurder/huurster en bedoelde huisgenoten tot de woning zijn toegelaten.
Vordering
Verweer
Beoordeling
– onweersproken – toegelicht dat haar zoon door zijn arbeidsongeschiktheid financieel niet in staat is om die woning zelf te bewonen. Hij heeft die woning daarom aan (een) derde(n) verhuurd. [gedaagde] was op een gegeven moment zelf niet meer tegen de situatie opgewassen. Aangenomen moet worden, nu Ymere het tegendeel niet heeft gesteld, dat zij met achterlating van haar eigendommen en bezittingen in de woning, een stap opzij heeft gezet door haar intrek te nemen bij een vriend/haar partner. Als gevolg van [gedaagde] ’s eigen situatie en de duur van de ziektecrisis van haar zoon is daarmee geruime tijd gemoeid geweest. Dat maakt echter nog niet voldoende aannemelijk dat het niet de bedoeling was dat [gedaagde] na herstel van haarzelf en haar zoon weer naar de woning zou terugkeren.