Op 25 juli 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal en vernieling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor drie zaken: zaak A betreft de diefstal van een iPod uit een auto op 8 maart 2019 in Uithoorn, zaak B betreft winkeldiefstal op 7 april 2019 in Amsterdam, en zaak C betreft de vernieling van een toilet en een tramhalte op 4 september 2017 in Amsterdam. De rechtbank heeft de verweren van de verdediging, waaronder de onrechtmatigheid van de burgerfouillering en een alternatief scenario, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren. De officier van justitie had een ISD-maatregel van twee jaar geëist, wat de rechtbank heeft opgelegd, gezien het recidiverisico en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn EU-status en psychische problematiek. De uitspraak is gedaan na een terechtzitting op 11 juli 2019, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging heeft gewogen.