ECLI:NL:RBAMS:2019:6148

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2019
Publicatiedatum
21 augustus 2019
Zaaknummer
13/684422-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel na tussentijdse toetsing

De Rechtbank Amsterdam heeft op 11 juli 2019 een beslissing genomen over de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, die eerder op 18 januari 2018 was opgelegd. De ISD-maatregel is bedoeld voor stelselmatige daders en is opgelegd voor de duur van twee jaren. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder eerdere vonnissen en rapportages over de voortgang van de veroordeelde. Tijdens de zitting op 11 juli 2019 zijn de officier van justitie, mr. J. Kouwenhoven, en de raadsvrouw van de veroordeelde, mr. M.M.R. Slaghekke, gehoord. De veroordeelde zelf was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde momenteel verblijft in een kliniek en zich actief opstelt in zijn behandeling. Er zijn positieve ontwikkelingen in zijn situatie, en de raadsvrouw heeft aangegeven dat de cliënt niet langer verzoekt om beëindiging van de ISD-maatregel, maar dat hij de begeleiding positief ervaart. De officier van justitie heeft echter gerekwireerd tot voortzetting van de maatregel.

De rechtbank heeft in haar oordeel overwogen dat, hoewel er positieve ontwikkelingen zijn, het noodzakelijk is om de ISD-maatregel voort te zetten om verdere stappen in de behandeling te kunnen zetten. De beslissing om de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel voort te zetten is genomen op basis van artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht, dat de beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van recidive beoogt.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/684422-17 (tussentijdse toets)
BESLISSING
De rechtbank te Amsterdam heeft op 18 januari 2018 de maatregel tot plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren opgelegd aan:

[veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres] .

Procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 18 januari 2018;
  • de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 7 augustus 2018, waarbij na een tussentijdse toetsing is beslist dat de ISD-maatregel dient te worden voorgezet;
  • het verzoek ex artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van de veroordeelde en zijn raadsvrouw mr. M.M.R. Slaghekke van 8 februari 2019 tot toetsing van de voortgang en opheffing van de ISD-maatregel;
  • een proces-verbaal van de terechtzitting van 25 april 2019 waaruit blijkt dat de behandeling van het verzoekschrift voor bepaalde tijd is aangehouden tot de terechtzitting van 11 juli 2019;
  • een uittreksel Justitiële Documentatie betreffende veroordeelde van 12 juni 2019;
  • een voortgangsrapport van Terwille Verslavingszorg van 7 juli 2019;
  • de stand van uitvoering van het verblijfsplan van 9 juli 2019;
  • een voortgangsverslag toezicht in het kader van ISD van 10 juli 2019 door H. van Dellen.
De rechtbank heeft op 11 juli 2019 de officier van justitie mr. J. Kouwenhoven en de gemachtigde raadsvrouw van veroordeelde, mr. M.M.R. Slaghekke, advocaat te Amsterdam in openbare raadkamer gehoord.

De veroordeelde is niet verschenen.

Beoordeling

Verloop van het ISD-traject
Uit de zeer recente stand van uitvoering van het verblijfsplan en het voortgangsverslag van GGZ VNN Groningen blijkt onder meer dat veroordeelde inmiddels verblijft in kliniek [locatie kliniek] . Ook blijkt dat hij zich actief opstelt, dat hij deelneemt aan de dagbesteding en dat hij een open houding heeft tijdens de behandel- en begeleidingstrajecten. Tenslotte blijkt ook dat veroordeelde het verblijf in de [locatie kliniek] beschouwt als een noodzakelijke tussenstop naar een toekomstig verblijf in een setting voor beschermd wonen in Amsterdam.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot voortzetting van de ISD-maatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verklaard dat de situatie van haar cliënt is verbeterd ten opzichte van het moment waarop het verzoekschrift is ingediend. Inmiddels staat hij positief tegenover de begeleiding en is hij erg opgelucht dat hij in de extramurale fase is beland. Het standpunt van cliënt is daarom gewijzigd en de verdediging zal daarom niet langer verzoeken de ISD-maatregel te beëindigen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is. In artikel 38m lid 2 Sr is bepaald dat de ISD-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van veroordeelde.
Op grond van de hierboven genoemde stukken en het verhandelde in openbare raadkamer stelt de rechtbank vast dat sprake is van een positieve ontwikkeling in de behandeling van veroordeelde, maar dat het belangrijk is om nu in het kader van de klinische opname vervolgstappen te kunnen zetten binnen de ISD-maatregel.
Daarom wordt als volgt beslist.
Gezien artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet.
Deze beslissing is gegeven door
mr. R.C.J. Hamming, voorzitter,
mrs. W.M.C. van den Berg en Y. Moussaoui, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.D. van der Heiden, griffier,
en uitgesproken in openbare raadkamer van deze rechtbank van 11 juli 2019.