De Rechtbank Amsterdam heeft op 11 juli 2019 een beslissing genomen over de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, die eerder op 18 januari 2018 was opgelegd. De ISD-maatregel is bedoeld voor stelselmatige daders en is opgelegd voor de duur van twee jaren. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder eerdere vonnissen en rapportages over de voortgang van de veroordeelde. Tijdens de zitting op 11 juli 2019 zijn de officier van justitie, mr. J. Kouwenhoven, en de raadsvrouw van de veroordeelde, mr. M.M.R. Slaghekke, gehoord. De veroordeelde zelf was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde momenteel verblijft in een kliniek en zich actief opstelt in zijn behandeling. Er zijn positieve ontwikkelingen in zijn situatie, en de raadsvrouw heeft aangegeven dat de cliënt niet langer verzoekt om beëindiging van de ISD-maatregel, maar dat hij de begeleiding positief ervaart. De officier van justitie heeft echter gerekwireerd tot voortzetting van de maatregel.
De rechtbank heeft in haar oordeel overwogen dat, hoewel er positieve ontwikkelingen zijn, het noodzakelijk is om de ISD-maatregel voort te zetten om verdere stappen in de behandeling te kunnen zetten. De beslissing om de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel voort te zetten is genomen op basis van artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht, dat de beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van recidive beoogt.