Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
ouwe vogels weer bestellen die gouden en dan met die verkopen”, “en dan met lijn fixen”, “Maar gaat wel weer ff duren gaan probere bestel maar als die niet gaat moet k weer daarheen” “Ja ik weet t ik had vandag goude gehaald maar t werkte niet”, “Gooit ze er niet uit”. [5] Op 9 maart stuurde ‘ [alias 1] ’ dat eentje niet werkte, waarop ‘ [alias 2] ’ vroeg om een filmpje. ‘ [alias 2] ’ reageerde daarop dat zij daardoor “
beiden gezeik bij hun mensen zouden krijgen”.Door ‘ [alias 1] ' is vervolgens een filmpje gestuurd waarop handen in handschoenen te zijn zien, waarmee een pistool wordt doorgeladen. [6] De rechtbank leidt hieruit af dat tussen verdachte en [medeverdachte 1] sprake is van een samenwerkingsverband met betrekking tot het ombouwen van de wapens. Bovendien hebben verdachte en [medeverdachte 1] vaak contact over het aanbieden en het leveren van de (omgebouwde) vuurwapens. Uit de vele tapgesprekken blijkt dat zij afspraken maakten over geld, locaties en aantal stuks en dat [medeverdachte 1] vervolgens aanwezig is bij de overdacht. [7] Verder stelt de rechtbank vast dat verdachte degene is die ook contact heeft met de afnemers van de wapens. Zo heeft verdachte op 10 april 2019 telefonisch contact met een man (NN). [8] Deze NN-man vertelt hem dat de huls er niet doorheen gaat en dat zij iemand wilden omleggen maar dat dit niet is gelukt. Verdachte antwoordt vervolgens dat het ding dwars door een verkeersbord gaat en dat er laatst ook iets mee is gedaan en dat dit wel gewoon is doorgegaan. [9] De rechtbank leidt hieruit af dat de afnemers met klachten ook contact opnemen met verdachte en dat verdachte vervolgens probeert te bemiddelen.
'van welk feit verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt' het volgende. Op grond van het dossier stelt de rechtbank vast dat verdachte en [medeverdachte 1] vanaf in ieder geval 7 maart 2019 contact hebben over het ombouwen van de pistolen. [10] Vervolgens is verdachte op 12 april 2019 aangehouden. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte zich vanaf 7 maart 2019 tot 12 april 2019 heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van de handel in (omgebouwde) wapens. Gelet op deze relatief korte periode acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt van de handel in deze vuurwapens. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
4.Bewezenverklaring
5.Motivering van de straf
6.Het beslag
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
18 (achttien) maanden.