Op 19 juli 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam een verkort vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die op 10 april 2019 in Amsterdam een winkeldiefstal heeft gepleegd. De verdachte heeft een of meer pakjes scheermesjes weggenomen die toebehoorden aan winkelbedrijf Albert Heijn. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. L.E. Stroink, de vordering gedaan om de verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) op te leggen voor de duur van twee jaar. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsvrouw P.A.Th. Lemmers, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten en dat er sprake is van psychische en verslavingsproblematiek. De reclassering heeft geadviseerd om de ISD-maatregel op te leggen, gezien het hoge recidiverisico van de verdachte. De rechtbank heeft de ISD-maatregel dadelijk uitvoerbaar verklaard, zodat de verdachte op korte termijn kan worden geplaatst in een inrichting. De rechtbank heeft geoordeeld dat aan alle voorwaarden voor de oplegging van de ISD-maatregel is voldaan, en dat de veiligheid van personen en goederen het opleggen van deze maatregel vereist.
De rechtbank heeft de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen afgewezen, omdat de ISD-maatregel als effectiever wordt gezien in het kader van de problematiek van de verdachte. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht.